De
feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan:
liedjesrubriek@brabantsdagblad.nl
Twee
koningskinderen
Ed
Schilders
Voor
zijn mond
De
smartlap is zo oud als de mensheid. Dat werd nog eens bewezen door de
inzendingen die de lezers van deze rubriek vorige week opstuurden. Sjef
van der Poll vroeg naar de complete tekst van het lied ‘Twee
koningskinderen’, en Heleen van Hees vond de oervorm van die tekst in
een bundel met middeleeuwse gedichten. Het lied gaat over een prins en een
prinses die elkaar niet mogen ‘krijgen’. Tussen hun kastelen ligt
water, en hij zwemt daar ’s avonds overheen. Je moet immers wel wat over
hebben voor de liefde! Om hem te helpen heeft het meisje voor haar raam
kaarsen opgestoken ‘drie keersen van twaelf int pont’. Dan komt er
echter een heks die de kaarsen uitblaast: Meteen kwaam daar een besje/ een
oude venijnde bes/ en die blies uit die keersen/ Daer verdronk er dien
jonghen helt.
Later
in dit lied gaat het meisje met een visser mee, en ze vangen in zijn
netten het lichaam van de verdronken prins. Dan volgen deze smartelijke
regels, door mij in modern Nederlands gezet: Zij nam hem in haar armen/
Zij kuste hem op zijn mond/ Och lippen, konden jullie maar spreken/ Och
hartendief, was jij maar gezond. Waarna zij met het lichaam van haar
minnaar in zee springt.
Bart
de Jonge wijst ons erop dat dit liefdesdrama op het internet ook te vinden
is in een Duitse versie, die mogelijk nog ouder is. Kitty Pennock stuurde
ons de tekst in de versie van de Vlaamse dichter J.F. Willems, waarin de
afloop hetzelfde is: Zij hield haar lief in haar armen/ En spronk er met
hem in de zee/ Adieu, zeide zij, schoone wereld/ Gij ziet er mij niemer
weer. Mia Cornelisse kent een nog langere Duitse versie uit de tijd dat
zij op de HBS zat, en Willie van der Steen kent de tekst omdat hij ‘bij
het Smartlapkoor van Ome Jan uit Schijndel’ zit.
In
modernere versies is de tekst echter wel eenvoudiger gemaakt, ongetwijfeld
onder invloed van de mondelinge overlevering. Het sprookjesachtige gegeven
van het uitblazen van de kaarsen is dan vervangen door een droom waarin
het meisje het noodlot van haar vriend ziet. De heks, het besje, het
vileine wijf, komt dan niet meer voor, maar dan is het de moeder van het
meisje die de liefde van de twee koningskinderen verhindert.
Hoe
oud dergelijke teksten werkelijk zijn, bewijst de inzending van Liesbeth
de Nijs. Zij schrijft me dat de tekst al in het ‘Haerlems Oudt
Liedt-Boeck’ uit 1716 staat, maar ook dat dit verhaal terug gaat tot de
Griekse oudheid, namelijk tot de sage van de dappere zwemmer Leander, die
verdronk toen een storm de kaarsen uitblies die zijn geliefde Hero voor
haar raam had opgestoken.
|