Liedjes
van vroeger
De
oude schooier en zijn hond
Inzending
van Zus van de Koevering
Een smartlap die mijn moeder vroeger zong,
als ze wol zat te spinnen in de oorlog. Wij moesten dan die wol uit
elkaar plukken en mijn moeder zong daarbij:
De
oude schooier en zijn hond
Er
doolde door de stille straten
een
oude grijze schooier rond
Hem
vergezelde op zijn tochten,
een
schurftig vieze zieke hond
De
schooier was een zwijgend wezen,
hij
sprak zijn trouwe hond nooit aan ,
Ze
konden zonder vele woorden,
elkander
toch wel goed verstaan .
Want
beiden waren uitgestoten,
en
daardoor trouwe bondgenoten .
Door
iedereen gesard, geplaagd,
uit
iedere schuilhoek weggejaagd,
het
was het leed dat hen verbond,
de
oude schooier en zijn hond
Zo
sleten zij voor vele jaren,
hun
leven van ontbering voort
En
in die jammer van ellende
werd
iedere zonnestraal gesmoord
steeds
zieker werd de oude schooier.
verstijfd
en krom van reumatiek
de
hond was overdekt met wonden,
geheel
vervuild en vreselijk ziek
Ze
werden beiden steeds gemeden
en
hebben stil hun leed geleden .
Dan
heeft de hond zijn hand gelikt,
terwijl
de schooier zachtjes snikt .
Naar
lichaam en naar ziel verwond
de
oude schooier en zijn hond
Toen
op een nacht van sneeuw en hagel,
verscholen
in een diep portiek
Daar
voelt de schooier reeds het einde,
ze
waren beiden stervens ziek
De
hond lag met gebroken ogen,
keek
naar zijn baas zo droef te moe,
de
schooier nam zijn lompenjasje ,
en
dekt zijn stervend vriendje toe
En
reeds bij de eerste morgengloren
vond
men hen beiden doodgevroren ,
De
dooie hond lag uitgestrekt,
door
schooiers plunje toegedekt
Daarnaast
de schooier dood en koud ,
de
schooier met zijn hart van goud.

|