INHOUD FEEST
INHOUD FEESTLIED ALGEMEEN
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

Liedjes van vroeger

 

Daar trok weleer een godsgezant

ingezonden door Zus van de Koevering

 

 
Daar trok weleer een Godsgezant
door dorp en stad van Engeland
Verkondigde daar Jezus leer
Bracht menigeen ter schaapstal weer
 
Eens sprak hij voor een kinderschaar
Van Jezus die op t hoogaltaar
In t gouden tabernakel woont
En zich aan elk zo minzaam toont
 
Strak luisterend zat de lieve jeugd
Op elk gelaat blonk hemelvreugd
In menig oog een heldere traan
Zo innig waren ze aangedaan
 
De leering eindt,men gaat naasr huis
Een knaapje blijft bij het missiekruis
En gaat als niemand zich meer toont
De kerk weer in waar Jezus woont
 
Omzichtig treedt hij in en ziet
Of nergens iemand hem bespiedt
Ja fluisterd hij ,nu maar gegaan
t Klopt zachtjes daar bij Jezus aan
 
Maar hoe het de armpjes rekken moog ,
Het gouden deurtje was te hoog
Wat nu ...voor t kind is het geen bezwaar ,
Het klautert boven op het altaar
 
t Is stil ...tik tik ,klopt aan en hoort
Daarbinnen klinkt geen enkel woord
Spreek lieve Heer och spreek nu toch
Gij zijt hier ,waarom zwijgt Gij nog?
 
En het klopt harder harder aan
Misschien had Jezus het niet verstaan
Spreek lieve Heer kom spreek nu toch
Gij zijt hier waarom zwijgt Gij toch?
 
Och Jezus spreek een enkel woord
Ik ga van hier niet onverhoord
Mijn Jezus ik min U toch zo teer
Ach luister toch eens lieve Heer
 
O! wonder ,Hij die t schuldloos kind
Zo vaderlijk ,zo goddelijk bemind
Niet langer nee schijnt Jezus doof
Voor t kloppen van dat sterk geloof
 
Ja ,spreekt Hij ,hier is Jezus woon
Ik rust hier op een gouden troon
En hoor naar elk vol medelij
Spreek kindeke .wat wilde gij
 
Och Jezus ,vader is zo kwaad
Zodat hij vloekt en ons zo slaat
Sterft vader zo ,dan moet Gij wel
Hem eeuwig straffen in de hel
 
Mijn Jezus lief ,gij zijt zo zoet
Maak vader ook weer braaf en goed
Opdat hij eens voor eeuwig blij
Bij u en mij en moeder zij
 
En Jezus treft de kinderbee
Ga knaapje zegt hij ga in vree
Ik zorg dat vader zich bekeerd
Ga maar getroost naar moeder weer
 
En t kind gelooft dat zoete woord
t Klimt af en spoedt zich huiswaarts voort
En huppelt straks aan moeders zij
O, als een engeltje zo blij
 
Maar s avonds bij het schemerlicht
De vader van het lieve wicht
Half schuchter naar het kerkgebouw
Het hart vermorzeld door berouw
 
Daar knielt hij voor Gods priester neer
Gods dienaar geeft hem de onschuld weer
Dan snelt hij naar zijn gade en kind
Waar hij dan ware vreugde vindt