'Volkslied'
van steden en dorpen
Halsteren
ingezonden
door Jan Verswijveren
Het
lied over Halsteren is als volgt ontstaan.
In
2006 vierde de Heemkundekring Halsteren haar 25-jarig bestaan.
Ter
gelegenheid van dat jubileum is een lied over Halsteren geschreven.
Belangrijk
thema in het lied is het historische begrip ‘Alterke Droogbrood’. In
het refrein hoor je dat het (samen) delen hoog in het vaandel staat.
Alterse
ademtocht
Refrein
Aan Altere
verslingerd en verknocht.
Ik voel me
thuis hier, kerngezond.
Waar ik
speelde, waar ik vocht,
mijn bloed
en zweet zit in de grond.
Hoog in het
vaandel staat het delen
van vreugde
en van pijn.
Tot mijn
laatste ademtocht
zal ik
hiermee verbonden zijn.
Inhaleer ik
de lucht van versgebakken broden,
dan
keer ik zo terug naar een lang vervlogen tijd.
Vaak
heb ik aan één vleugje al voldoende,
dan
ben ik weer dat blije kind in vaders bakkerij.
Papa
nam me mee op de route om de kerken, door de polder,
we
brachten toen het brood bij dorpsgenoten aan de deur.
Zo
heb ik Halsteren mijn woonplaats leren kennen,
in
een autootje vol koren met een zacht gebrande geur.
Zalig
dorp met je zwak voor de zilte Oosterschelde,
teelt
van bieten in de klei en asperges in het zand,
vredig
bos, Dorpsstraat, monumenten, de fanfare.
Eigenlijk
ben jij mijn eigen stukje vaderland.
Altere,
wat had je ’t kwaad, toen de gouden eeuw voorbij was
en
de stad haar poorten sloot voor jouw brood en voor jouw vlees.
Toen heb jij jarenlang niks dan droog brood kunnen eten.
Nooit zul jij vergeten hoe arm je bent geweest.
Toen het
dorp tenslotte bij de stad werd ingedeeld,
verrees er op het Mastboomplein dat glimmend bronzen beeld.
Daar staat de bakker lachend op zijn sokkel.
Hij toont ons trots het versgebakken brood.
Om zo de blijde boodschap uit te dragen:
de ziel van Halsteren gaat nimmer dood!
|