1
kom
heren en kom dames
kom
luister naar mijn lied
wat
vreselijke moord
er
in Buiksloot is geschied
een
meid van vijftig jaren
had
een vrijer aan de hand
als
arme vreemdeling was die vent
daar
erg mee uit de brand
en
het paartje had in 't vrijen zo'n plezier
van
haar centen dronk hij brandewijn en bier
maar
toen d'r geld op was ging de vreemdeling aan de haal
en
hij riep: zeg kindlief ja zo zijn zij allemaal
2
een
weekje later trouwt die meid
een
bidder tot haar man
hij
trouwt haar om haar centen
want
hij wist er alles van
berouw
en wroeging knaagden nu al
aan
hun echtelijk bed
en
waar de maagd plezier in had
had
hij volstrekt geen pret
en
zo werd het nu slaan en krabben keer op keer
en
de meid zei: 'k trouw nooit zo'n dooien bidder meer
en
de
bidder gaf, o wat akelig besluit
voor
een pond rattengif zijn laatste duit
3
de
bidder wou zijn vrouw wel kwijt
en
verzon toen gauw een list
hij
maakte van haar ledikant
een
grote houten kist
een
poosje later voelt de meid
Een
roering in haar lijf
de
bidder gaf haar stiekum
rattengif
tot tijdverdrijf
en
ze zei: och bidder, wat smaakt mij alles zoet
en
de draak riep: lieverd, dat zit zo in je bloed
en
al was 't niet naar het lieve kind haar zin
brulde
hij: dood of niet, je moet er in
4
den
bidder sloot de kist gauw dicht
maar
z'n vrouw was nog niet dood
ze
speelde wel een half uur lang
in
de kist op haren poot
maar
toen ze dood was als een pier
liep
hij met de kist gauw heen
en
bracht ze naar het kerkhof
onder
snikken en geween
en
toen z' er onder lag ging de ploert op zijn gemak
naar
de kroeg al had ie gene rooien duit op zak
en
hij sloeg daar gauw zeven borrels door z'n kop
en
hij riep: m'n vrouw is dood, schrijf maar op
5
de
politie lag drie weken lang
in
't steegje op de loer
ze
sneed den bidder in twee stukken
en
toen was ie van de vloer
de
politie nam de stukken
van
den bidder in beslag
en
nu staan ze in 't museum
en
als je nou naar 't museum in Buiksloot toe wilt gaan
dan
kun je daar twee halve bidders op petroleum zien staan
en
als is de schaal der gerechtigheid verroest
't
is de straf die den bidder hebben moest
|