De
Moord van Raamsdonk
Ingezonden
door Ben Hartman
Deze
bijdrage is gebaseerd op het archief met veldopnamen van Rolf
Janssen, dat momenteel beheerd wordt door Ben Hartman, en op
veldopnamen van Ben Hartman
De
moord van Raamsdonk
1.
Opgetekend
door Rolf Janssen bij Dhr. Jorritsma in Bergen op Zoom en bij D.
Molenaar in Oss. Jaartal onbekend.

1.
Een
man, een vrouw en een heel klein kind
Die
leefden samen van de wind,
Refrein:
Iovi
faldera (2x)
Iovi
falderaldera.
2.
De
man had goed, de vrouw had geld
Daar
zijn de rovers op gesteld.
3.
De
roverhoofdman heette Ben
Hij
had veel last van zweetvoeten.
4.
De
tweede rover heette Piet
Die
had zo’n last van zweetvoeten niet.
5.
De
derde rover, een koene zwemmer
Dook
met zijn kop in een vuilnisemmer.
6.
De
rovers in het vak bekwaam
Die
klommen door het schijthuisraam.
7.
Het
jongste kind nog jong en kaal
Zwom
in de po gelijk een aal.
8.
En
Antoinette die schone maagd
Werd
in de lengte doorgezaagd.
9.
Een
dochtertje van een jaar of zeven
Werd
op het aanrecht fijngewreven.
10.
De
oudste dochter, bijna bruid
Zwom
in haar bloed de kamer uit.
11.
De
man werd in zijn bed gesmoord
Met
14 el gordijnenkoord.
12.
De
oudste zoon was ook niet gek
Sprong
uit het raam en brak zijn nek.
13.
De
Franse juf, tout effrayé
Sprong
in haar angst in de wc.
14.
De
dienstbode die hevig schrok
Sprong
van de schrik in ’t kippenhok.
15.
De
oudste kip had diarree
En
liet een klodder naar benee.
16.
De
roverhoofdman keek omhoog
En
kreeg een klodder in zijn oog.
17.
De
veldwachter heel vlug en net
Doe
greep de moordenaars bij hun pet.
18.
De
moordenaar stierf op ’t schavot
Z’n
hoofd viel in de waterpot.
2.
Opgetekend
door Rolf Janssen bij de heer T.Bouwmans , geboren in 1910, in Oss.
Datum
van opname onbekend.
Ik
neem de tekst letterlijk over uit het liedjesschrift van Rolf, het
staat ook genoteerd in zijn boek: ‘We hebben gezongen en niks
gehad’.
1.
Ach
mensen luister naar m’n lied
Joepheidie-heida
Hetgeen
in Raamsdonk is geschied
Joepheidie-heida
Een
man en vrouw en een kind
Die
leefden samen eensgezind.
Refrein:
Joepheidie-joepheida
(3x)
Joepheidie-heida.
Nu
merkt Rolf op:
De
overige tekst is grotendeels dezelfde als nr 1, behalve de
volgende coupletten:
Het
kleinste kind zat in zijn stoel
Joepheidie
etc.
En
pieste de moordenaar in zij smoel
Joepheidie
etc.
En
van Kempen* ook niet mis ( *
oud-inspecteur van de Osse politie, jaren ’30. )
Viet
ze bij d’r verdommenis.
Het
publiek riep met zware stem
Verzuipt
‘m in de petroleum.
Voordat
de moordenaar het schavot besteeg
Joepheidei
etc.
Zoop
ie eerst een kruik jenever leeg
Joepheidie
etc.
De
moordenaar werd op zijn verlangen
Aan
’n telefoonpaal opgehangen.
Refrein.
3.
Deze
variant nam Rolf Janssen op bij Dhr. C. Burnet in Zaltbommel en
bij Dhr. H.Janssen in Oss.
Rolf
schrijft in zijn liedjesschrift:
Ook
deze versie is qua tekst gebaseerd op no.1.
Maar
de melodie is anders en ook zijn er weer veel tekstvarianten:

1.
De
eerste rover heette Ben
Die
had veel last van zweetvoeten.
2.
De
tweede rover heette Klaas
Die
had ‘ne kop als een varkensblaas.
3.
De
derde rover heette Frank
Was
niet te benaderen van de stank.
En
zo volgden, naar vindingrijkheid van het zingende gezelschap, nog
vele namen: als het maar rijmde:
4.
De
ouweheer die nam een stok
En
joeg ze in het kippenhok.
5.
De
kippen vielen lang niet mee
Want
de kippen hadden diarree.
6.
De
voorste rover keek omlaag
En
kreeg een klodder in zijn kraag.
7.
De
tweede rover keek omhoog
En
kreeg een klodder in zijn oog.
Daarna
begon de slachtpartij:
8.
De
secretaris was zo bang
Die
liet een scheet van zes el lang.
9.
De
keukenmeid sprong uit haar bed
En
roffelde erop met haar corset.
10.
Den
ouweheer die werd gesmoord
Met
zeven el gordijnenkoord.
11.
En
een ouwe opa met een baard
Die
stopten ze zomaar in den haard.
Uiteindelijk
gegrepen en berecht:
12.
Toen
de rovers het schavot opgingen
Begonnen
ze ’Wien Neerlands Bloed’ te zingen.
13.
De
ene kon de wijs niet houwen
En
zong ‘Wilhelmus van Nassaue’.
Als
commentaar schrijft Rolf tenslotte:
Evenals
Dhr T. Bouwmans, werd ook hier steeds weer verteld dat het lied
als beurtzang werd gezongen, waarbij alle aanwezigen ter plekke
nieuwe coupletten verzonnen.
4.
Rolf
tekende de volgende variant op bij ome Chiel Nuyten in Bergen op
Zoom. Je kunt deze variant ook terugvinden in: ‘We hebben
gezongen en niks gehad’.
Muzieknotatie.
1.
Komt
vrienden luister naar mijn lied
Wat
er te Raamsdonk is geschied
Van
filafaldera (2x)
Komt
vrienden luister naar mijn lied
Wat
er te Raamsdonk is geschied.
2.
Daar
leefden eens een man en vrouw
Die
zwoeren aan elkander trouw.
3.
En
ja die mensen hadden geld
Daar
waren twee moordenaars op gesteld.
4.
Die
grote vlegels braken in
Dat
was niet naar dit paar d’r zin.
5.
Jan
en Kee, ze wieren wakker
Ze
kreeg de beroerte, die arme stakker.
6.
Jan
sprong uit kooi en nam de spuit
En
joeg ze zo de staldeur uit.
7.
Ze
kropen in het kiepenkot
En
makten alle kiekens kapot.
8.
Kee
kwam erbij en nam de gieter
En
sloeg ze op de sodemieter.
9.
Toen
kwam de moordenaar, die heette kes
Die
gaf de vrouw een steek of zes.
10.
Jan
zag het net en schrok zich rot
Sloeg
toen de spuit op z’n kop kapot.
Hier
ontbreken enkele coupletten.
11.
Oh,
menig liedje van de straat
Wat
veel te wensen overlaat.
5.
De
volgende varianten komen uit het archief van Ben Hartman.
Van
mevrouw Slijters- van Aarle uit Schijndel kregen we een
uitgebreide tekst van de moord van Raamsdonk.
1.
Komt
mensen en luistert naar mijn lied
Wat
er te Raamsdonk is geschied.
2.
Waar
een gezin, man, vrouw en kind
Moesten
leven van de wind.
3.
De
man deed een godsdienstig werk
Hij
stal de beelden uit de kerk.
4.
Hij
sloot zich aan bij een roversbende
En
toen zijn zij samen op stap gegaan.
5.
De
roverhoofdman heette Ben
En
had veel last van zweetvoeten.
6.
De
tweede rover heette Klaas
En
maakte jaren van tenen kaas.
7.
De
derde rover heette Koen
Zijn
haar was van nature groen.
8.
De
vierde rover heette Frank
Die
was niet te genaken van de stank.
9.
De
vijfde rover heette Gijs
Die
was niet helemaal goed wijs.
10.
De
zesde rover heette Piet
En
een zevende rover was er niet.
11.
De
rovers kwamen van heel ver
Gewapend
met een revolver.
12.
De
rovers in hun vak bekwaam
Klommen
door ’t wc raam.
13.
De
juffrouw die er juist op zat
Kroop
van angst door ’t afvoergat.
14.
De
heer des huizes werd gesmoord
In
een paar meter gordijnenkoord.
15.
De
oudste zoon, een koene zwemmer
Werd
verzopen in een lege emmer.
16.
Een
andere zoon die tegenspartelt
Wordt
in de dakgoot doodgemarteld.
17.
De
jongste van een maand of zeven
Wordt
in de gootsteen tot mosterd gewreven.
18.
Zijn
tweelingbroer, zijn hoofd plat en kaal
Zwom
door de pispot als een aal.
19.
De
oudste dochter, een schone bruid
Dreef
in haar bloed de voordeur uit.
20.
De
tweede dochter is een schone maagd
Werd
pardoes door midden gezaagd.
21.
De
dienstmeid van nature bang
Zat
op het schijthuis urenlang.
22.
Een
rover keek stiekem door de spleet
En
zag precies haar blote reet.
23.
De
meid gaf dan eensklaps een gil
Want
de rover knijpt in haar bil.
24.
De
kinderjuffrouw heet Jet
Lag
opgerold in het buffet.
25.
Op
zolder vonden ze nog een knecht
Wiens
darmkanaal werd opengelegd.
26.
Toen
zijn ze naar het kippenhok gegaan
Deze
regel was niet meer bekend bij mevrouw Slijters.
6.
Toon
en Regine Gevers uit Loosbroek hadden de moord van Raamsdonk ook
op hun zangrepertoire staan.
1.
Komt
vrienden luister naar mijn lied
Van
wat te Raamsdonk is geschied.
2.
Daar
woonden eens een man en vrouw
Die
waren elkander niet getrouw.
3.
Die
man dat was een grote sok
Die
voor ’t minste geritsel schrok.
4.
De
vrouw dat was een grote tang
Maar
voor ’t huwelijk niet bang.
5.
De
mensen die hadden een beetje geld
Waarop
de moordenaar was gesteld.
6.
De
moordenaars besmeurden hem
Helemaal
met petroleum.
7.
Zij
staken hem toen in brand
En
maakten hem af zo van kant.
8.
De
schout van ’t dorp, ook niet mis
Die
pakte zij bij zijn verdommenis.
9.
De
man die toont het lang niet mals
Toen
hij die strop kreeg aan zijn hals.
10.
En
nu vrienden tot besluit
Is
dit beroerde mopske uit.
7.
Van
mevrouw Martens- van Erp uit Schijndel kreeg ik een tekst van het
moordlied en deze vond ik letterlijk terug in een destijds zeer
populair liedbundeltje:
‘Zing
nog eens dat ouwe trouwe wijsje’.
En
dezelfde tekst trof ik ook aan in: ‘Zo de oudjes zongen’,
echter zijn de coda na het tiende couplet.
Opmerkelijk
hierbij is dat de coupletten vier-regelig zijn.
Dit
liedbundeltje met liedjes uit 1900-1918 werd samengesteld door Jan
van der Veer en uitgegeven door Uitgeverij Festa in Winschoten.
Het
bundeltje bevat Smartliedjes, Soldatenliedjes, Sociale liedjes en
Anti-oorlogsliedjes.
Er
staat bij deze tekst een melodieaanduiding, het lied wordt
gezongen op de wijs:
‘Een
lindeboom stond in het dal’.
Ik
geef deze melodie zoals hij genoteerd staat in: ‘Twents
Volksleven’, een uitgave van ‘Neerlands Volksleven’ in 1967,
door G. Bartelink, en heb er de woorden onder gezet van de moord
van Raamsdonk.

1.
Komt
vrienden luister naar dit lied
Al
wat te Raamsdonk is geschied,
Er
leefden daar een man en vrouw
In
eer en deugd en goede trouw (2x).
2.
Die
mensen hadden een beetje geld
Daar
waren de moordenaars op gesteld,
De
dieven kwamen zeer belaân
En
klopten ’s avonds bij hun aan (2x).
3.
De
oude man, een aardige klant
Die
sprong al uit zijn ledikant,
Hij
sprong zijn bed recht uit de flank
Schopte
de waterpot van de plank (2x).
4.
De
keukenmeid met haar rode kleur
Sloop
stiekem door de keukendeur,
De
oude does die waken moest
Die
had van angst de plaat gepoetst (2x).
5.
Hij
schoof het raam al op een kier
En
sprak wat is dat voor woest getier,
De
dieven in hun vak bekwaam
Die
klommen door het open raam (2x).
6.
De
oude man werd subiet vermoord
De
vrouw werd in haar bed gesmoord,
De
jongste zoon wat een schandaal
Zwemt
in zijn bloed gelijk een aal (2x).
7.
Daarna
legden zij wat op de mat
De
dieven kozen ’t hazenpad,
De
oudste zoon hij heette Frank
Dorst
niet te nad’ren van de stank (2x).
8.
De
politie kwam al met een deel
Op
’t verschrik’lijk moordtoneel,
De
commissaris nog al glad
Zag
wat glinst’ren op de mat (2x).
9.
In
’t onderzoeken was hij een baas
De
dieven vluchten op de plaats,
Zij
kropen daar in ’t kippenhok
De
kippen kakten op hun kop (2x)
10.
De
rechter zeide: gij zal allegaar
Dwangarbeid
doen voor ’n tachtig jaar,
De
advocaat sprak: dat is veel
En
greep de rechter bij de keel (2x).
Coda:
En
wat toen verder is geschied
Dat
weet ik wel, maar ik zeg het niet.
|