INHOUD KINDERBIECHT
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

De Kinderbiecht
Stuur ons uw verhaal over de Kinderbiecht en verzonnen zonden; of een lijstje van kinderzondes.
Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl

Henri de Booi (Den Bosch)

Toen mijn vriendjes en ik 14-15 jaar waren (circa 1948) zaten wij met drie zonden die wij niet durfden te biechten bij onze dorpskapelaans. Bij de pastoor zeker niet.

Wij togen opgewonden naar Den Bosch naar de Zwarte Paters in de St. Josephstraat. Die waren wat vrijer in de leer – zo werd gezegd – en… zij kenden ons niet.

Leo, de oudste, ging Als eerste de biechtstoel in met ‘onze’ drie zonden: 1. getongzoend, 2. meisjes onder d’r kleren getast, en 3. gemasturbeerd.

Zo werd het niet gebiecht, maar wel in onze eigen spreektaal, het straatjargon van jongens in die tijd: 1. Tungskegevreje, 2. mèskes gevuuld, 3. afgetrokken.

Zonder één woord werd abrubt het schuifke gegeven.

En daar stonden wij. Als kleine zondaars met een bezoedelde ziel in die grote donkere kerk. Afgewezen door O.L. Heer Zelf.

Boos als we waren, besloten we om – los van kapelaans en zwarte paters – verder te leren en prettige dingen niet meer op te biechten!

Jongens van 14 worden toch nooit begrepen….