HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - juli 2013

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Kees Hermis (Hulst 1941) debuteerde in 1977 met de dichtbundel Vrijgesproken. Sindsdien verschenen meerdere bundels met als recentste Stuiflicht, een bloemlezing van 25 jaar poëzie (2003), Gezongen steen (2008) en Tijdland (2010). Hermis woont en werkt in Sint-Oedenrode.

 

© Brabant Cultureel / Brabant Literair – juli 2013

Vier gedichten

 

door Kees Hermis

 

 

Dodenherdenking

 

Gesneden uit licht stonden zij op

gehoopt gedroomd gebeden

buiten verstand verschenen

 

Gestalten met onaardse stemmen

spraakmakend onaanraakbaar

gebroken uit hun stenen

 

hun opgedolven tempels en

onvergeten namen, uit zee

en zand zochten zij zich een weg

 

Totdat er wind opstak, een wolk

als rook hen aan het zicht onttrok

 

geen ogenblik, geen weten hen

meer ter sprake bracht

 

als waren zij er nooit geweest

in niets verdampt, verdwenen

 

 

 

Hergeboorte

 

Bezig een schim te worden van zichzelf,

onaanraakbaar autonoom aanwezig

 

probeerde zij te landen in woorden

die haar droegen om zich terug te geven

aan wie zij oorspronkelijk was

 

de kamer werd steeds meer van glas

met ramen die besloegen in vochtig

licht van zwaartekracht ontheven

 

door wanhoop, bijna roekeloos zocht

zij naar lettergrepen, de spelling van

haar naam – totdat zij zich hervond

 

verstaanbaar werden taal en werkelijkheid,

niet langer meer astraal maar

uitgesproken, aards, gegrond

 

zij was weer een verhaal dat bij

de gratie van zichzelf bestond

 

 

 

Zeeschap

 

Er gloeit een lichtfront aan de einder

dat de wind verbrandt, varen erheen

op afstand houdt

 

een onvoorspelbaar uur dat tussen nu

en dan met wantij is geladen en

een tijd verterend vuur

 

de lange deining van de zee wiegt ons

ademt ons langzaam voort

doet ons over het water staren

 

groeit ons een einde tegemoet of

een begin, het licht hangt scheef en

aarzelt, wij houden onze adem in

 

in alle talen zwijgen radar en radio

ons dieplood peilt, zoekt bodem maar

een anker werpen wij niet uit

 

wij kunnen niet van boord

worden tot gijzelaar gemaakt

van onze eigen boot

 

en onontkoombaar spelen wij

deze macabere roulette mee

van hetzij leven, hetzij dood

 

 

 

Woordland

 

In de richting van het woord

zocht ik het gezelschap van een taal

die namens mij zou spreken

 

men snijdt een brood

men kookt een ei

men vindt het vliegwiel uit

 

in een verstaan mij welgezind

dat woord voor woord eenduidig spreekt

klinkt door wat ik wil zeggen

 

men baart een kind

men doodt een kraai

men houdt iets voor gezien

 

niet anders dan zo onversneden

naar zijn wezen uitgesproken

doet het woord waar het voor staat