HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - juli 2013

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

MEST

 

door JACE van de Ven

 

MEST heet het nieuwe magazine en het gaat over bijzondere cultuur in Noord-Brabant, want dat staat als een ondertitel op het omslag ervan. En wie op pagina vijf het in krakkemikkige stijl geschreven stukje ‘Wat is MEST?’ van hoofdredacteur Stan van Herpen leest, krijgt dat nog eens bevestigd. Stan houdt niet van chauvinisme, ‘maar er gebeurt in dit stuk land veel interessants waar de meeste Brabanders en andere Nederlanders geen weet van hebben,’ schrijft hij chauvinistisch. En dat moeten ze volgens hem in Alkmaar weten. Vervolgens zijn de hoofdartikelen in MEST gewijd aan Frank Lammers en A.F.Th. van der Heijden, want die kenden ze in Alkmaar nog niet.

Het is heel belangrijk wat de rest van Nederland over de Brabantse cultuur denkt, vindt MEST, want onze provincie wordt cultureel nauwelijks financieel door Den Haag ondersteund. Dat klopt. De provincie die zorgt voor ongeveer een vijfde van het nationaal product, hangt aan de laatste mem bij de verdeling van cultuurgelden. Maar dat ligt eerder aan de ondervertegenwoordiging van Noord-Brabant in regering en parlement en aan de weinig gezag uitstralende en alle trends volgende gedeputeerden die er hier zijn, dan aan de bekendheid met en de waardering voor de Brabantse kunst en cultuur.

De politiek in deze varkensprovincie heeft kunst en cultuur afgeschreven. Nog niet zo lang geleden kende Noord-Brabant instituten als de Noord-Brabantse Museumstichting, NBKS, BCA, et cetera. Ze ontstonden uit een behoefte vanuit het veld en stonden dichtbij de mensen voor wie ze bedoeld waren. Er werkten gedreven krachten die van wanten wisten en die je lijfelijk tegenkwam. Tegenwoordig zit iedereen bij de instituten die MEST uitgeven – het bkkc (voor de professionele kunst), de Kunstbalie (voor kunsteducatie en amateurkunst), Cubiss (voor de bibliotheken), PON (voor sociaal en cultureel onderzoek) en Erfgoed Brabant – de hele dag in de computer te kijken. Instituten zijn er voor instituten en lijken genoeg te hebben aan zichzelf. Zij hebben de Brabantse kunstenaar en kunstliefhebber niet nodig en maken hun MEST dan ook niet voor hem of haar, maar voor zichzelf. En dat alles mogelijk gemaakt door een provincie die beweert dat ze er niet is om een tijdschrift te financieren, door 2018Eindhoven dat als een moloch met obesitas op de Brabantse cultuur is gaan zitten en door het Prins Bernhard Cultuurfonds dat zijn geld beter kan besteden.

‘Wat is MEST?’ vraagt hoofdredacteur Stan van Herpen zich af.

MEST, mijmer ik. Wat een naam voor een cultuurblad in een provincie waar je van de ammoniakstank rooie ogen krijgt. Ik ruik er eens aan. Dan nog eens. En nog eens.

MEST is in ieder geval geen mest. Eerder het door werken nooit uitgescheiden zweet van provincie- en Prins Bernhard Cultuurfondsambtenaar Pierre Rutgers, de urinedruppeltjes die gedeputeerde van Brigite van Haaften uit angst en onvermogen heeft laten ontsnappen en het poepje dat bkkc-baas Chris van Koppen de Noord-Brabantse kunstwereld laat ruiken. Intriganten als hij hebben bij zwakke bestuurders meteen voet aan de grond, net zoals Raspoetin bij de laatste tsarina. Maar evenals de instituten van tegenwoordig is hij er niet voor jou en mij, maar voor zichzelf. Brabantse kunstenaar en kunstliefhebber, vecht voor betere tijden, blijf standvastig en laat u niet infecteren. Mest hoort op de vaalt. 

  ©Brabant Cultureel / Brabant Literair – juni 2013