HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - juli 2013

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Hugo Brouwer, portret van Mary Apperloo. Olieverf op doek, 1969. foto uit besproken boek

 

Robert van Rixtel (samenstelling), Hugo Brouwer. Eindhoven: [Z]OO producties 2013, 256 pp., ISBN-978-90-7 4009-94-2, hb., ruim 150 afbeeldingen in full color, € 25,00.

www.zooproducties.nl

 

© Brabant Cultureel / Brabant Literair – juli 2013

Hugo Brouwer herdacht met monumentaal boek

 

Naar aanleiding van de honderdste geboortedag van Hugo Brouwer (1913-1986) in april werd een expositie georganiseerd en verscheen een boek over deze beeldend kunstenaar. De expositie is inmiddels voorbij. Het boek biedt een prachtige documentatie van zijn leven en werk.

 

door Irma van Bommel

 

In april en mei 2013 was in het Regionaal Historisch Centrum in Eindhoven een kleine expositie ingericht met schilderijen van Hugo Brouwer. Twee wanden in het centrum waren van boven tot onder vol behangen met schilderijen. Het stond nog niet eens zo gek. In de negentiende eeuw exposeerde men immers ook met volle wanden. De werken hingen qua periode en stijl door elkaar, wat een mooi overzicht gaf van Brouwers afwisselende oeuvre. Toch hingen hier niet zijn beste werken.

 

De expositie in het Regionaal Historisch Centrum in Eindhoven. persfoto

 

Voor deze expositie werd geput uit werken die zich nog in de familie bevinden en werken uit particuliere collecties. Het mooie, Modigliani-achtige ‘Liggend naakt’ dat zich in de collectie bevindt van het voormalig Museum Kempenland, was hier helaas niet te zien, maar is wel opgenomen in het boek. Ook andere werken uit de collectie van Museum Kempenland hadden hier niet misstaan, zoals Brouwers portret van de schilder Nardus van de Ven. Of het portret dat Antoon van Bakel in 1978 maakte van zijn vriend Hugo Brouwer.

Brouwer en Van Bakel trokken er regelmatig samen op uit in de omgeving van Nuenen, waar beiden woonden. Op een van die uitstapjes portretteerde Hugo Brouwer Antoon van Bakel, schilderend in de vrije natuur. Het schilderij is enkele jaren geleden door de gemeente Nuenen te koop aangeboden bij de verkoopexpositie van BKR-werken. De vraag is waar het zich nu bevindt. Als Museum Kempenland nog had bestaan was het daar mooi op zijn plek geweest.

 

Hugo Brouwer aan het werk aan de kerststal voor de St. Andrieskerk te Nuenen, omstreeks 1973. fotograaf onbekend

 

Monumentaal

De expositie liet zien dat Brouwer op de hoogte was van allerlei ontwikkelingen in de beeldende kunst en dat hij zich daardoor heeft laten beïnvloeden. Hierboven werd al Modigliani genoemd, maar sporen van Cézanne, Van Dongen, Matisse, Marc, Miró en Picasso zijn ook terug te vinden. Met deze nieuwe stijlen kwam hij mogelijk in aanraking tijdens zijn opleiding aan de kunstacademies in München en Berlijn en aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Vanwege de oorlog heeft hij overal maar korte tijd lessen kunnen volgen. Nadat hij zich in 1955 in Nuenen vestigde, zal hij ongetwijfeld ook de moderne kunst in het Van Abbemuseum hebben gezien.

Hugo Brouwer was een veelzijdig kunstenaar. Om in zijn levensonderhoud te voorzien – hij had een groot gezin – maakte hij veel portretten. Ook kreeg hij regelmatig opdrachten voor monumentale kunst: reliëfs, mozaïeken en glas-in-lood voor gebouwen. Opvallend is dat hij voor deze ontwerpen abstracter te werk ging en dat dit weer zijn neerslag had op zijn schilderkunst.

 

Hugo Brouwer, Mozaïek in de Fatimakerk te Weert, 1959-1965. fotograaf Norbert van Onna

 

In het protestante noorden van Nederland ontwikkelde de monumentale kunst zich eerder in abstracte richting dan in het katholieke zuiden, dat lang vasthield aan figuratieve kunst. Deze ‘noordelijke’, meer sobere en abstracte richting werd in Noord-Brabant verbreid door Jan Dijker, Marius de Leeuw en Albert Troost. De drukke, figuratieve stijl werd vertegenwoordigd door de Limburgers Joep Nicolas en Charles Eyck, die behalve in Limburg ook in Brabant werkzaam waren. De stijl van Hugo Brouwer schommelt hier tussenin. Zijn glas-in-lood ontwerpen zijn over het algemeen druk van karakter, terwijl zijn reliëfs en mozaïeken vrij abstract ogen.

 

Herkenning

De indrukwekkende monumentale werken van Brouwer werden in de expositie getoond door middel van lichtbeelden. Dat leverde bij bezoekers regelmatig een blijk van herkenning op. Voor veel mensen was het een verrassing dat het reliëf op de gevel van Drukkerij Vrijdag in Eindhoven van Brouwer was. Net als een aantal ramen in de Catharinakerk en het reliëf bij de entree van de Verpleegstersflat in dezelfde stad. Goed om je nu eens te realiseren wie de maker is van deze openbare kunst! Nu maar hopen dat de werken voor het nageslacht worden bewaard.

 

Hugo Brouwer, Gevelreliëf Drukkerij Vrijdag te Eindhoven, 1952. foto Norbert van Onna

 

In het Eindhovens Dagblad van 21 juni 2013 stond een bericht dat er een actie op touw is gezet om een abstract reliëf, dat Brouwer in 1966 maakte voor de Boerenleenbank, nu Rabobank, voor de slopershamer te behoeden. Initiatiefnemer van de actie is Robert van Rixtel die ook het initiatief nam tot de uitgave van het herdenkingsboek en een bustour langs tal van monumentale werken van Brouwer in Eindhoven en omgeving.

 

Boek

Het boek dat Van Rixtel samenstelde, bevat foto’s van Brouwers schilderijen, zijn monumentale opdrachten, maar ook van zijn grafische werk. Dit grafische werk was overigens ook in een vitrine bij de expositie te zien. Het betrof vooral ontwerpen voor geboortekaarten, trouwkaarten en uitnodigingen. In dit kleine werk toonde Brouwer zich een waar meester, vooral in de grafiek waarin hij vorm en restvorm op functionele en kunstzinnige wijze wist toe te passen.

Naast de afbeeldingen bevat het boek teksten, waaronder een gedegen levensverhaal door Peter Thoben, voormalig directeur-conservator van Museum Kempenland, verhalen door journalisten van het Eindhovens Dagblad en eerder gepubliceerde teksten. Bijzonder zijn de brieven die Hugo Brouwer tussen 1939 en 1951 schreef aan vriend en mecenas Peter Vrijdag. Dit alles bij elkaar maakt het boek tot een interessant document.