HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

62ste Jaargang - december 2013

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Repetitie voor Carmen bij Opera Zuid. foto Morten de Boer

 

www.reisopera.nl

www.operazuid.nl

www.ivc.nu

 

©Brabant Cultureel / Brabant Literair – december 2013

Opera op populaire toer

 

De Reisopera, Opera Zuid en het Internationaal Vocalisten Concours zoeken nieuwe wegen. De potenties zijn hoog, maar het zoeken naar een groter publiek zit soms de goede smaak in de weg, maar er gloort ook licht. En ook het lied krijgt de aandacht die het verdient.

 

door Camiel Hamans

 

Opera is een kunstvorm die je best kunt invliegen, als je in termen van de Amsterdamse schouwburgbaas Melle Daamen over cultuurbeleid wilt discussiëren. Er is immers internationaal en op alle niveaus aanbod genoeg. Brussel heeft een tophuis dat zich voor een goede prijs best laat uitnodigen. Duitse provinciesteden beschikken over ensembles die op een aanvaardbaar peil het repertoire uitvoeren en die vast wel op tournee willen. In Tatarstan en Novosibirsk zijn gezelschappen te vinden die voor een aardige zakcent graag hier de meezingaria’s en populaire kaskrakers willen komen spelen.

 

 

Repetitie voor Carmen bij Opera Zuid. foto Morten de Boer

 

 

Nationaal

Gelukkig heeft Daamen het nog niet voor het zeggen en kent Nederland drie gesubsidieerde opera’s, waarvan twee voor zichzelf een taak weggelegd zien in het opleiden en coachen van jonge zangers. Daarnaast zijn er tal van kleine ensembles en initiatieven die onbekende opera’s en spannend muziektheater produceren, maar bovendien ook conservatoria met operaklassen en zelfs een enkel gespecialiseerd opleidingsinstituut.

Verder zijn er tientallen koren en amateurverenigingen die opera’s en operettes uitvoeren. Daarbij komen de hoofdrollen meestal voor rekening van professionele zangers. En ten slotte beschikt ’s-Hertogenbosch over een Internationaal Vocalistenconcours dat aankomende talenten een opkontje geeft.

Nederland kent weliswaar niet, zoals omringende landen, een cultuur met regionale en stedelijke operahuizen, maar Nederland heeft zich in de laatste dertig jaar ontwikkeld tot een land met een rijk operaleven. Op internationaal topniveau in Amsterdam en op nationaal niveau door de Nationale Reisopera in Enschede en Opera Zuid in Maastricht. Beide gezelschappen reizen rond en doen de Noordbrabantse schouwburgen aan. Opera Zuid is zelfs expliciet bedoeld voor de zuidelijke provincies. Toch hebben ze het moeilijk.

 

Bezuinigingen

De Reisopera is door het vorige kabinet van een huis met een eigen koor, eigen ateliers en een productiecapaciteit die het mogelijk maken grote werken uit te voeren teruggebracht tot een kleine artistieke staf en een minuscuul budget waarmee de nieuwe directeur Nicolas Mansfield zich geen bokkensprongen meer kan veroorloven. Opera Zuid was altijd al het stiefkind, maar is door bezuinigingen nog verder beperkt in zijn armslag. Vandaar dat beide productiekernen het moeten zoeken in gekend repertoire. Daarmee lopen de uitkopende schouwburgen nauwelijks risico.

Mansfield nam, na een eerste Tristan en Isolde, daarom een Barbier van Sevilla op het repertoire. Rossini en zijn meeslepende melodieën doen het altijd goed. Opera Zuid collega, Miranda van Kralingen – die net als Nicolas Mansfield een achtergrond heeft als zanger – koos voor Bizets Carmen.

 

 

Repetitie voor Carmen bij Opera Zuid. foto Morten de Boer

 

Beiden kozen ook voor een weinig orthodoxe aanpak, Opera Zuid door het uitnodigen van de Orkater-regisseurs Leopold Witte en Geert Lageveen, Mansfield door oud-zanger Laurence Dale aan te zoeken als regisseur. Beide voorstellingen zijn naar onze tijd gebracht. Carmen is in een flower-power tijd geplaatst, de macho-barbier rijdt op een scooter over de bühne. In beide voorstellingen worden stickies gerookt en spelen quasi-showbizzsterren een rol – toreador Escamillo, bariton Martijn Sanders, is in de Opera Zuidversie een popster en Graaf Almaviva in de Barbier, stilmakend gezongen en gespeeld door Mark Milhofer, lijkt zo uit een showprogramma weggelopen. Maar daarmee houden de overeenkomsten op.

 

Hurken

Met de enscenering van Carmen is geprobeerd een SBS6-toegankelijkheid te bereiken, terwijl de Reisopera laat zien dat je niet op Patty Brard-hurken hoeft te gaan zitten om een groot publiek te trekken. Opera hoeft zich niet te verbinden met volkse vulgariteit om de massa te bereiken, bewezen naast Milhofer, de nieuwe Nederlandse diva Karin Strobos, die overigens de afgelopen jaren bij Opera Zuid het vak geleerd heeft, en barbier Peter Bording, een Nederlandse bariton die veel in musicals gestaan heeft en nu carrière maakt in Duitsland.

Het is niet de kwaliteit van de zangers die het verschil maakte, want bij Opera Zuid schitterde Kim Savelsberg als Micaëla. Het is de regieopvatting en vooral de goede smaak. Van Kralingen denkt blijkbaar dat je de weg opmoet van het vet aangezette en laag bij de grondse om succes bij het grote publiek te behalen, terwijl Mansfield en zijn regisseur Dale laten zien dat je juist met een subtielere vorm van humor, met slimme theatervondsten en met wat zelfspot uitverkochte huizen trekt. Zelfs al heb je nauwelijks budget. Talent vraagt niet altijd om het grote geld.

 

 

Regieoverleg voor Carmen bij Opera Zuid. foto Morten de Boer

 

 

Lied

Dat werd 8 december 2013 weer helemaal duidelijk. Het Internationale Vocalisten Concours, dat in 2014 voor de vijftigste keer gehouden wordt, beperkt zich niet meer tot één wedstrijd in de twee jaar. Het Concours, onder leiding van zangeres Annett Andriessen, organiseerde nu een presentatieconcert in het Bossche Theater aan de Parade voor de eerste kandidaten die geselecteerd zijn voor het concours van volgend jaar.

Een twintigtal zangers en zangeressen uit tien landen mocht al proeven van de sfeer van de wedstrijdzaak, konden zich voor publiek manifesteren en kregen de gelegenheid hun repertoire te presenteren. Bijzonder is dat het concours ook een genre probeert te profileren: het lied.

Opera en oratorium komen de laatste jaren in schouwburgen en concertzalen ruim aan bod. Het lied zit in het verdomhoekje. Vandaar dat Annett Andriessen nu een aparte wedstrijd heeft uitgeschreven voor liedduo’s, zanger/zangeres met vaste begeleidende pianist. In de eerste voorronden zijn al vier duo’s geselecteerd. Op het Bossche concert lieten de Nederlandse bariton Michael Wilmerin en zijn piepjonge, maar nu al indrukwekkende Venezolaanse pianist Javier Rameix van zich horen.

Het is veel te vroeg om verwachtingen uit te spreken over het niveau van het komende concours. De internationale selecties zijn nog lang niet afgerond, maar wat er nu uit de eerste, Amsterdamse selectieronde aan talent naar boven is gekomen voorspelt veel goeds. Aan internationaal maar ook aan Nederlands talent. Dat moet meer op vaderlandse bodem gehoord kunnen worden. Dat zou, om een redelijke boterham te verdienen, niet meer zo vaak hoeven uit te vliegen.