HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - februari 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Kees Hermis (Hulst 1941) debuteerde in 1977 met de dichtbundel Vrijgesproken. Sindsdien verscheen een groot aantal bundels met als recentste Stuiflicht, een bloemlezing van 25 jaar poëzie (2003), Gezongen steen (2008), Tijdland (2010) en de bibliofiele uitgave Wat bomen weten (2013).. Hermis woont en werkt in Sint-Oedenrode.

  

©Brabant Cultureel – februari 2014

Vijf gedichten

 

door Kees Hermis

 

 

Levensverhaal

 

Daar waar zij gingen, liggen

hun voetstappen verzonken

 

er zijn geen sporen maar er is

alleen een generaties oud verhaal

 

nooit opgeschreven, wie het kent

heeft het van horen zeggen

 

het wordt vergeten of bewaard

om door te kunnen geven

 

opdat het gaan niet dood zal lopen

maar op gang gehouden wordt

 

geleefd verhaal dat wordt vervolgd,

door de tijd heen gedragen

 

in de vertaling en de tongval van

hen die dat verhaal nu leven

 

 

 

Rimpelingen

 

De dagen op hun datum vastgelegd,

onder het cyclische bewind van wisselende

seizoenen ademt volgzaam het land

 

Het najaar rolt een loper uit in geelgoud

en roodkoper, twee ruiters gaan stapvoets

te paard over een nat bebladerd pad

 

Gestaag geschop van hoeven, een stil bewegen

in cadans, oren gespitst op windstilte

die zwaar door de namiddag hangt

 

Terwijl een buizerd zich lijkt los te schroeven

uit een hoge lucht, liggen hemeldak

en aarde onomstotelijk vast

 

Het zijn slechts rimpelingen in een

werkelijkheid die van geboorte af verdronken

worden door de golfstroom van de tijd

 

 

 

Symbiose

 

Haar uitgelezen lichaam sluit zich,

wordt langzaam slapend land

 

buiten bereik van vingers, mond

verbindt zij zich met verte

 

hier legt de dichter zijn pen neer,

op dit moment, op deze plek

 

hij laat haar los en wacht

zolang zij zich aan hem onttrekt

 

totdat zij weer in hem ontwaakt

als zij die is, geworden is en

 

door hem aangeraakt terugkeert

op papier, uit zijn verbeelding

 

opgestaan met stem en huid

is zij de oogopslag van zijn bestaan

 

 

 

Eindspel

 

Krom van leeftijd deelt het landhuis

zijn eenzaamheid met even oude bomen

 

sinds het door stilte is gekraakt zijn

de bewoners kou en verlatenheid

 

een stoffelijk overschot dat niets anders doet

dan luisteren naar de leegte waarmee

aan afbraak wordt gebouwd

 

een duivels onbarmhartig spel dat pas

is uitgespeeld als ook het laatste stuk

door wind en regen is geslagen

 

 

 

Luchtschrift

 

Laag aan de lucht hangt wolkenland

een stoet witte kamelen die

een woestijn bevolken in tijdelijk verband

 

maar nergens is woestijn noch zand

alleen een hemel poëzie

door wind geschreven zonder hand