HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - februari 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

www.theatervandeverlorentijd.nl

  

©Brabant Cultureel – februari 2014

Bijna duizend gedichten uit het hoofd

 

Als Theater van de Verloren Tijd vertolken Sjon Brands en Dorith van der Lee Nederlandse, Vlaamse en Zuid-Afrikaanse poëzie. Bijna duizend gedichten hebben zij paraat. Dorith moet altijd huilen als ze Vrede voordraagt van Leo Vroman, Sjon heeft dat bij Volière van Luuk Gruwez. Een theateroptreden laat niets tastbaars na. Wat blijft is een herinnering, een aangename.

 

door JACE van de Ven

 

Festivals, scholen, theaterzalen en huiskamers zijn de speelplekken van Sjon Brands en Dorith van der Lee ofwel het Theater van de Verloren Tijd, maar onlangs traden ze op in de rij van wachtenden voor de voedselbank in Tilburg, ‘omdat dat precies een locatie is die beantwoordt aan wat wij willen, een plek waar je mensen kunt ontmoeten met poëzie op onverwachte moment’.

 

 

Sjon Brands en Dorith van der Lee bij de voedselbank in Tilburg. foto Piet den Blanken

 

Van der Lee: ‘Vorig jaar hielden we hier in Tilburg rond en in onze eigen huizen het Festival Verborgen Poëzie. We gingen het Wilhelminapark in en de Aldi en declameerden gedichten. Daar reageren de mensen vaak heel positief op. Zij die bij ons binnenliepen, bleven hangen. Sommigen zeiden ook gedichten te schrijven, bijvoorbeeld als ze verdrietig waren. Er ontstond een heel fijne en intieme sfeer.’

 

Volksheld

Van der Lee en Brands zijn op de eerste plaats theatermensen. Ze hebben de poëzie aangegrepen om mee te spelen en daardoor meer contact te krijgen met het publiek. ‘Jammer dat poëzie nog steeds een beetje in een ivoren toren zit in Nederland,’ verzucht Sjon Brands. ‘Het is zo leuk om met anderen poëzie uit te wisselen. In veel landen is dat ook heel normaal. In Irak bijvoorbeeld zijn dichters volkshelden.’

Maar ook in Nederland schijnt een toevallig publiek een gedicht best op prijs te stellen. Een hoogst enkele keer geeft iemand aan niet gediend te zijn van een poëtische aanval van het Theater van de Verloren Tijd. ‘Dan stoppen we ook meteen,’ zegt Brands. ‘Maar neem nou ons optreden bij de Voedselbank. Dat lokte prachtige reacties uit. Mensen die zelf iets begonnen te declameren, die vertelden dat ze ook gedichten schreven of die iets wisten te vertellen over de dichter waarvan wij iets voordroegen. Dan raakten we daarover in gesprek. En als we dan later weer begonnen voor te dragen, hoorde je in de rij roepen: Stil, daar komt weer een gedicht. Geweldig toch?’

 

 

Dorith van der Lee. foto Piet den Blanken

 

De dag voor het optreden bij de Voedselbank stonden Van der Lee en Brands nog voor een volle zaal poëzieliefhebbers in Nunspeet, een andere keer woont hun publiek in de grachtengordel en uiteraard zijn er veel schooloptredens.

 

Bewegingstheater

Sjon Brands en Dorith van der Lee zijn allebei latere roepingen in het theater. Hij was onder meer werktuigbouwkundige en garnalenvisser voor hij bij Jan Ruth op de Antwerpse mimeschool belandde. Van der Lee was werkzaam in het welzijnswerk en de horeca voor zij dezelfde experimentele bewegingstheateropleiding koos als Brands. Ze hielden aan de opleiding over dat ze bij hun optredens op heel verschillende plekken heel goed weten in welke omgeving ze staan met hun lijf. Ze weten wat ritme in een voorstelling is en hebben het zelfvertrouwen dat er uit jezelf altijd wel iets opborrelt waarmee je theatraal aan de gang kunt: ‘Gewoon je lijf zijn gang laten gaan.’

Brands: ‘De eerste tien jaar, nadat we het Theater van de Verloren Tijd hadden opgericht, ongeveer van 1992 tot 2002 hebben we straattheater gedaan en visuele producties voor kunstmanifestaties. Ook deden we gaandeweg steeds meer verborgen theater. Dan zaten we bijvoorbeeld gewoon op een terras en begonnen daar uit het niets een act. Omdat we bijna geen tekst gebruikten, konden we door heel Europa terecht.’

 

 

Sjon Brands. foto Piet den Blanken

 

 

Seks

‘Op een geven moment hadden we een voorstelling, ‘Verloren liefde’ (Music Hall). Daarbij zat ik in een caravan met twee opblaaspoppen met een luidspreker erin. Van der Lee stond buiten om het publiek naar binnen te praten. Gaandeweg is ze daar steeds meer gedichten bij gaan gebruiken en al vlug kende ze er zo’n vijftig van buiten. Dat jaar op Oerol bleek dat bijna iedereen vooral de gedichten wilde horen. Toen zijn we vijf jaar keihard gaan studeren om poëzie van buiten te leren. Samen kennen we nu bijna duizend gedichten uit ons hoofd, van de Tachtigers tot nu.’

Uur U is de basisvoorstelling van Het Theater van de Verloren Tijd. Een uur lang poëtische intermezzi, vaak gebracht voor het onderwijs. Mensen mogen woorden roepen die Van der Lee en Brands dan beantwoorden met een gedicht. ‘Daardoor is het elke keer weer spannend, we weten nooit wat we precies gaan doen. Vooral op scholen die niet willen is het leuk. Dan roept er bijvoorbeeld een puber: Seks. En wij pakken zo iemand dan terug met een gedicht dat hem frappeert,’ lacht Brands.

Van der Lee: ‘Vaak zijn mensen erg getroffen door een gedicht dat we doen. Zo treffend, zeggen ze dan, maar ze vergeten dat ze zelf het thema hebben aangedragen.’

 

Tachtigers

Populaire gedichten die vaak gevraagd worden zijn ‘De tuinman van de dood’ van P.N. van Eyck, ‘Denkend aan Holland’ van Hendrik Marsman, ‘De ceder’ van Han G. Hoekstra en ‘De dieren’ van Aart van der Leeuw. ‘Bij dat laatste roepen ze Landman of Nimbus, woorden die erin voorkomen.’

 

 

Sjon Brands. foto Piet den Blanken

 

Het Theater van de Verloren Tijd werkt met bestaande gedichten uit de Nederlandse en Vlaamse poëzie van 1880 tot heden. ‘Eerder dan 1880 is voor de meesten te moeilijk te volgen,’ leggen zij uit, ‘hoewel we een uitzondering maken voor Multatuli en Piet Paaltjens, dat werkt tot vandaag de dag.’

Hoe ze tot hun keuzes komen? ‘Het aanbod is waanzinnig groot. Bij een dichter als Slauerhoff moet je zelf al een selectie maken wil je niet teveel van hem selecteren. Aan de dikke Komrij hebben we niet zoveel, die is over het algemeen te cynisch. We hebben veel gehaald uit de Spiegel van de poëzie van Jozef Deleu en de Spiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst van Hans Warren en Mario Molengraaf en dan is er het tijdschrift Het Liegend Konijn dat tot voor kort tweemaal per jaar uitkwam met een keur aan ongepubliceerde nieuwe Nederlandstalige gedichten. En toeschouwers dragen soms nieuw repertoire aan.’

 

Zuid-Afrika

Het valt Van der Lee en Brands op dat de dichtkunst van beneden de rivieren en België meer op het hart gericht is en die daarboven meer op het verstand. Brands is een fan van Willem Elsschot en Luuk Gruwez, Dorith van Sylvia Hubers en Paul van Ostayen.

Met de interactie die Van der Lee en Brands tussen hen en het publiek bewerkstelligen brengen zij de Nederlandse poëzie tot leven. In het optredens zitten humoristische momenten, troostrijke passages en minuten om bij weg te dromen. Van intellectueel tot ongeschoolde, iedereen weten ze te raken in Nederland en België. Wat zeg ik? Al twee keer deden ze Zuid-Afrika aan tijdens dichterlijke tournees en daar pakte het ook, van de scholen tot in de townships.

‘We doen nu wel eens Zuid-Afrikaanse naast Nederlandse gedichten. Dan valt op dat het Afrikaans veel zachter is en dat Nederlandse gedichten vaak over water gaan en Afrikaanse over zand.’

 

 

Foto Piet den Blanken