HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - april 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

www.brabantskamerkoor.nl

www.fokkooldenhuis.nl 

  

©Brabant Cultureel – april 2014

Vijfenzeventig jaar Brabants Kamerkoor dankzij nestgeur

 

Het Brabants Kamerkoor in ’s-Hertogenbosch wordt in 2014 vijfenzeventig. Een daaraan verbonden feest bestaat uit een verrassend jubileumconcert in mei en in oktober een concertreis naar Brazilië. Daarna wordt de weg voortgezet die het koor al bewandelt sinds 1939: koormuziek brengen op hoog niveau, met een mengeling van bestaand repertoire en uitdagend nieuw werk.

 

door Rinus van der Heijden

 

Doen wat je nog nooit eerder hebt gedaan. Achter die doelstelling staan dirigent Fokko Oldenhuis en alle drieëndertig leden van ‘zijn’ Brabants Kamerkoor. Onverdeeld. Door het avontuur op te zoeken en platgetreden paden te vermijden, onderscheidt het koor zich van alle andere Brabantse zanggezelschappen. ‘Veel van onze stukken zijn ronduit revolutionair,’ zegt de dirigent daarover.

Deze woorden staaft hij met uitleg over het jubileumconcert dat het koor op 18 mei 2014 verzorgt in de Grote of Hervormde Kerk in ’s-Hertogenbosch. Er worden drie premières gebracht, waarvan die van de Bossche componist/musicus Bart van Dongen het meest in het oog springt. Zijn stuk voor koor en dubbel blaaskwintet begint op deze koopzondag buiten de kerk, waarbij de blazers staan opgesteld in open ramen tegenover het kerkgebouw. Het Brabants Kamerkoor begeleidt de bezoekers nadien naar binnen, terwijl ze aan het slot van de compositie op dezelfde manier weer naar buiten worden gebracht.

 

 

Fokko Oldenhuis. foto Gemma van der Heyden

 

‘Het programma heet niet voor niets Binnenste Buitengewoon,’ zegt Fokko Oldenhuis. De andere premières zijn De Profundis van Maurice Pirenne en Madrigalen van Daan Manneke. ‘Maurice Pirenne schreef het a capella stuk De Profundis in 1965. Hij overleed in 2008 en Maurice Dijker voltooide het werk onlangs. Een postume première dus. Daan Manneke componeerde voor ons jubileumconcert Madrigalen voor koor en tien blazers. Het programma bevat ook nog Mis van Igor Strawinsky uit 1948, een weliswaar klassiek stuk in de koorliteratuur, maar nog altijd een sterke, moderne compositie. Het programma wordt gecompleteerd door Aandachtig Drieluik van Maurice Pirenne uit 1992.’

 

 

Repetitie van het Brabants kamerkoor. foto Gemma van der Heyden

 

Visitekaartje

Fokko Oldenhuis ziet het programma van dit feestconcert als hét visitekaartje van het Brabants Kamerkoor. ‘Zo doen we het,’ zegt hij beslist. ‘Zulk repertoire moet je kunnen afwisselen met Brahms, Bach, Mendelssohn en Händel, dat wij natuurlijk ook brengen.’

Het Brabants Kamerkoor zag in 1939 het levenslicht, omdat er in de provincie mensen rondliepen die meer wilden dan een gebruikelijk koor, legt Oldenhuis uit. Er moest een koor komen dat veel ambitie had in bijzonder repertoire. In 1937 was al het Nederlands Kamerkoor opgericht. Wellicht dat daardoor in het zuiden de aandrang ontstond een goed koor neer te zetten met origineel en bijzonder repertoire. Die bedoeling is altijd overeind gebleven, verzekert de dirigent. ‘Het is opmerkelijk dat meteen grote namen als Aafje Heynis medewerking verleenden. Vanaf de oprichting gingen belangrijke composities bij het Brabants Kamerkoor in première. Er was en is nog altijd een groot aantal kamerkoren in Nederland. Vele houden zich bezig met de grote Bachwerken. Dat doen wij ook regelmatig, maar het is nooit speerpunt van het beleid.’

 

 

Een uitvoering van de Hohe Messe van Bach in de Sint Jan te Den Bosch in 1985.

 

Het Brabants Kamerkoor zetelt in Den Bosch. De naam doet echter vermoeden dat het om een provinciebreed koor gaat. ‘Dat heeft te maken met het overaanbod aan grote koren in de Brabantse steden. Mensen uit heel Brabant komen bij ons zingen. In die zin reikt de functie van het Brabants Kamerkoor verder dan Den Bosch. Bij het programmeren van concerten is het lastig om zalen vol te krijgen. In ’s-Hertogenbosch geldt dat niet. Maar we hebben ook een regionale functie, met concerten in bijvoorbeeld Eindhoven, Breda en Tilburg.’

Het koor is volgens zijn dirigent ook bijzonder door de duidelijke ‘clubliefde’ die er heerst. Zo heeft het koor voordat Oldenhuis in 2000 aantrad slechts vier dirigenten op de bok gehad. ‘Het Brabants Kamerkoor is meer dan een verzameling individuen. De sociale cohesie is een belangrijk element. Dat de leden zo’n sterke liefde hebben voor het koor, is voor een dirigent fijn om mee te werken. Ikzelf wil een sterke teamworker zijn, op de juiste manier artistiek bepalend, maar wel in overleg met het bestuur en de leden. Ik moet daarbij het gevoel hebben dat ik iets kan kneden, kan opbouwen. Bij dit koor heb ik dat altijd gehad. In het huidige koorlandschap is dat niet altijd vanzelfsprekend. Er zijn weinig koren in Nederland die zo’n vaste bezetting hebben als wij. Nestgeur, denk ik.’

 

 

Het Brabants Kamerkoor in Vught in 1953.

  Grotere weergave

 

Combinatie

Het Kamerkoor krijgt van Oldenhuis een combinatie voorgeschoteld van gevestigd- en modern repertoire. Het vorige programma heette bijzonder passend Traditie & Avontuur. In 2009 bracht het koor Voices, Pipes & Bells met muziek voor koor, orgel en beiaard. De componisten Bart van Dongen, Paul Frankenhuijzen en Joost van Balkom schreven er nieuw werk voor. ‘Technisch was daar veel vernuft voor nodig, omdat we het geluid van de beiaard de kerk in moesten halen. We voerden het op in Brabant en in België,’ zegt Oldenhuis.

Het Brabants Kamerkoor verleent regelmatig opdrachten aan componisten. ‘Voor het vijfenzeventigjarig bestaan wilde ik een concert dat vooral op Den Bosch is gericht. Ik zocht daarbij een componist die enige faam heeft, ook landelijk en kwam uit bij Daan Manneke in Breda. Van de andere kant vond ik het belangrijk dat Bart van Dongen uit Den Bosch er ook bij was. Bij compositieopdrachten wil ik ook altijd mensen verleiden die nog nooit voor een koor hebben geschreven.’

Geldkwesties spelen ook het Brabants Kamerkoor parten. ‘Voor Binnenste Buitengewoon hadden we drie concerten gepland. Het wordt er maar één. Je kunt niet meer uitsluitend op recette draaien. Bovendien dien je voor een toegangskaartje een fatsoenlijke prijs af te spreken. Daarnaast moet je subsidie aanvragen. Dat is tegenwoordig veel lastiger. Sponsors zijn ook onmisbaar. Met tien blazers erbij kost het nogal wat. Als we musici inhuren, moet dat altijd op een professionele manier. Dat geldt voor die tien blazers, maar ook voor orkesten of componisten. Het Brabants Kamerkoor beweegt zich in het segment van beste amateurkoren, dus dan moet je met professionals samenwerken voor de extra impulsen.’

 

 

Koorleden tijdens een repetitie. foto en montage Gemma van der Heyden

 

Hoewel er op dit moment vacatures zijn voor twee bassen, kent het koor nooit bezettingsproblemen. ‘Geïnteresseerden komen meestal vanzelf op ons koor af. Jonge mensen melden zich voornamelijk bij de studentenkoren in universiteitssteden. Wij richten ons het liefst op de leeftijd van dertig tot vijfenveertig jaar. We hebben liever geen mensen boven de vijfenvijftig, zestig, maar er zijn altijd uitzonderingen. Bij audities moet ik kunnen voelen of hij of zij kan bijdragen. Met vierendertig man vormen wij een stevig kamerkoor. Wij streven altijd naar acht sopranen, acht alten, acht tenoren en acht bassen.’

‘Elke drie jaar houd ik samen met een onafhankelijke stemcoach stemtesten. Zo objectief mogelijk. Naar aanleiding daarvan geef ik soms adviezen: bijvoorbeeld wat aan de stem gaan doen of zanglessen nemen. Soms krijgen koorleden het advies ermee te stoppen. Dat kan hard aankomen, maar zo’n advies laten we wel in een goede sfeer verlopen. We houden ervan dat mensen op de goede manier instromen, maar ook op correcte wijze uitstromen.’

           

Voetbal

Het vijfenzeventigjarig bestaan levert voor koor en dirigent nog een attractief toetje op. In oktober gaat het Brabants Kamerkoor op concertreis naar Brazilië. ‘Ik heb tot mijn dertiende in dat land gewoond,’ zegt Oldenhuis. ‘De afgelopen tien jaar heb ik er contacten gelegd met beroepsmensen uit het muziekleven, zoals dirigenten en componisten. Een van de contacten is met de stad Londrina. Ik ben er geweest met de Utrechtse Studenten Cantorij waar ik ook dirigent van ben. Toen het Brabants Kamerkoor vanwege het jubileum aangaf nog wel eens op tournee te willen zei ik: ik heb wel een idee. We gaan er een week heen, doen er een of twee optredens tijdens het Festival Unicanto de Corais de Londrina. Bovendien regelt de organisatie allerlei plaatselijke concerten, zoals in buurthuizen, kerken en een supermarkt. In Zuid-Amerika treden niet vaak koren uit Europa op.’

Het koor neemt speciaal repertoire mee naar Brazilië. Natuurlijk van Nederlandse componisten als Sweelinck, Pirenne, Bikkembergs en Manneke. Hun Braziliaanse ‘tegenvoeters’ zijn onder andere Heitor Villa Lobos ‘en Henrique de Curitiba, een inmiddels overleden componist die ik persoonlijk kende. Zijn naam komt overeen met de stad waar later dit jaar het wereldkampioenschap voetbal wordt gespeeld. Dat is toch prachtig!’ besluit Fokko Oldenhuis.

   

Händels Messiah in de Nederlands Hervormde Kerk te Den Bosch in 1983.