HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - april 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Erfgoed Depot, Dorpstraat 56, Riel. Elke dag geopend, behalve op maandag.

www.erfgoed-depot.nl

 

Kessels - Muziek Instrumenten Tilburg, Goirkestraat 96, Tilburg (entree via Textielmuseum).

Reserveringen voor groepen op aanvraag via tel. 06-27273873 of via info@kesselsmuseum.nl

www.kesselsmuseum.nl

 

Eveline Passier, De opmars van de muziekindustrie. Kessels en Passier, ondernemers met passie voor muziek. Riel: Uitgave van Erfgoed Depot 2013, 104 pp., ISBN 978-9460320200, hb., € 24,95.

 

©Brabant Cultureel – april 2014

Kesselsinstrumenten verdeeld over twee musea

 

Begin april opende in het voormalige pand van wollenstoffenfabriek Dröge aan de Goirkestraat in Tilburg het museale presentatiecentrum ‘Kessels - Muziek Instrumenten Tilburg’. Het Erfgoed Depot in Riel, dat ook muziekinstrumenten van Kessels herbergt, is een tweede plek waar een stuk belangrijke Tilburgse muziekhistorie is te zien.

 

door Rinus van der Heijden

 

Vijf jaar geleden was er niet één, nu zijn er plotsklaps twee musea die het muzikale erfgoed van de vroegere Tilburgse instrumentenfabriek M.J.H. Kessels binnen de muren hebben. Waarom twee, is de vraag die zich daarbij onmiddellijk aandient. Beide musea denken er het hunne van, waarbij duidelijk is dat de twee collecties die elk dezelfde historische waarde hebben, nog lang niet zullen worden samengevoegd. ‘Ik heb er goede hoop op, dat dit niet meer zo heel lang zal duren,’ zegt Peter Vermijs, voorzitter van de Stichting Kessels die het nieuwe museum in de Goirkestraat beheert. ‘Nooit, nooit, nooit,’ zegt Rien van der Heijden, met Eveline Passier initiatiefnemer van het Erfgoed Depot.

 

 

Rien van der Heijden en Eveline Passier bij de machines die ooit in de Kesselsfabriek stonden en nu een plaats hebben in het Erfgoed Depot in Riel. foto Gemma van der Heyden

 

Eveline Passier is de dochter van Bert Passier, grondlegger van een grote collectie authentieke Kesselsinstrumenten die zijn vervaardigd in Tilburg in de periode 1888-1955. Begonnen in een klein museum in de Nijverstraat, ging de collectie na de dood van Passier in 2001 zwerven. ‘Mijn vader heeft mij op zijn sterfbed gevraagd of ik zorg wilde blijven dragen voor de collectie,’ stelt Eveline Passier. Dat deed en doet zij met verve.

In 2006 krijgt Eveline Passier te horen dat de gemeente Tilburg geen subsidie meer verschaft aan Muzima, het Muziek Instrumenten Makersmuseum van haar vader aan de Nijverstraat. De collectie gaat in opslag in Hilvarenbeek, maar heeft daar te lijden van vocht en raakt behoorlijk beschadigd. In 2007 verhuizen de instrumenten naar een loods aan de Lovense Kanaaldijk in Tilburg, waar een provisorisch museum wordt ingericht.

 

 

 

Machines uit de voormalige Kesselsfabriek, nu in het museum. foto Rob Berkel

 

Noodlot

Maar daar slaat opnieuw het noodlot toe. In november 2010 nemen inbrekers honderd koperen blaasinstrumenten mee. Tien worden in stukken gezaagd teruggevonden, de andere negentig zijn voorgoed verdwenen. Kennelijk was het de dieven te doen om de koperprijs die zij voor de instrumenten meenden te krijgen. Het stichtingsbestuur was inmiddels op zoek naar een nieuwe locatie en die werd gevonden in het voormalige gemeentehuis van Berkel-Enschot.

Eveline Passier en partner Rien van der Heijden hebben vrijwel tegelijkertijd een locatie ontdekt op bedrijventerrein Vossenberg in Tilburg. Daar willen zij een nieuw Muzima inrichten. Maar het stichtingsbestuur denkt hier anders over. Als er subsidie wordt aangevraagd, is een eis van het gemeentebestuur dat de Kesselscollectie wordt ondergebracht in de stichting. Het bestuur verzoekt Joke Passier-Menne, weduwe van grondlegger Bert, en dochter Eveline om afstand te doen van de collectie ten gunste van de museale mogelijkheden. Beiden tekenen daarvoor een contract.

In april 2011 opent het nieuwe Muzima in Berkel-Enschot. En daarmee begint een controverse tussen de erven Passier enerzijds en het bestuur van de Stichting Kessels. Passier en Van der Heijden willen namelijk in Berkel-Enschot de instrumentencollectie uitbreiden met ander erfgoed. Daar is naar hun mening in het gebouw voldoende ruimte voor. Het stichtingsbestuur voelt daar echter niets voor. Maar Rien van der Heijden, die al vanaf 1978 erfgoed verzamelt, wil koste wat kost zijn spullen bij de Kesselscollectie voegen. Dit betekent het definitieve einde van de samenwerking tussen Passier en haar partner enerzijds en Stichting Kessels anderzijds.

 

 

 

Briefpapier uit 1900.

 

Zuivelfabriek

De eerste twee vinden onderkomen in een voormalige zuivelfabriek in Riel waar zij in maart 2012 het Erfgoed Depot openen. Met een focus op Kesselsinstrumenten, waarvan zij er op dit moment alweer honderdvijftig bezitten. Vorig jaar werd daar een collectie draaibanken en halffabricaten van de Tilburgse muziekinstrumentmaker Ad Peeters aan toegevoegd. Peeters werkte in het verleden zowel voor instrumentenfabriek Kessels als voor Bert Passier. Diens collectie is een ware verrijking voor het museum die in de industriële omgeving van de melkfabriek past als de spreekwoordelijke handschoen.

De beschuldigingen die Eveline Passier en Rien van der Heijden uiten aan het adres van Stichting Kessels zijn niet mis. Zij beweren dat het stichtingsbestuur de ondertekening van het contract waarmee afstand werd gedaan van de Kesselscollectie, onder bedreiging heeft afgedwongen. ‘Als moeder en ik niet zouden tekenen, zou de stichting zorgen dat wij nooit meer een voet aan de grond kregen in de wereld van muziek en zou onze verdere toekomst kapot worden gemaakt. Ik was toen alleen en doodsbang. Mijn moeder is er kapot van geweest. Ik was het gezicht van Muzima. Dat heeft het stichtingsbestuur mij afgepakt. Dit heeft mij heel veel verdriet gedaan. Ik heb tien jaar in mijn eentje voor die collectie gezorgd,’ zegt Eveline Passier zichtbaar aangedaan.

Peter Vermijs, voorzitter van het bestuur van Stichting Kessels, zegt dat het allemaal heel anders is gegaan. ‘Het is een ja-nee verhaal geworden. Emoties blijven bij Eveline en vooral Rien een rol spelen. Er is van ons uit totaal geen druk geweest om de contracten te ondertekenen. Er hebben van onze kant ook geen persoonlijke belangen meegespeeld.’

‘Mijn persoonlijke interpretatie is dat Rien van der Heijden de droom had een plek in te richten, waar hij zijn collectie erfgoed kwijt kon. Hij kwam in contact met de Kesselscollectie, werd vrijwilliger en nadien de partner van Eveline. Toen is alles de andere kant opgegaan. Het bestuur had echter de lijn uitgezet om de collectie te borgen. Dat gebeurde in overleg met de gemeente Tilburg. Het gemeentebestuur wilde per se dat de collectie in het bezit van de stichting zou komen. Dat was een voorwaarde voor het verstrekken van subsidie.’

 

 

De Kesselsfabriek aan het spoor in Tilburg in 1908. Piano's staan klaar voor transport.

 

Onrechtmatig

De stichtingsvoorzitter wijst erop dat Eveline Passier bij haar vertrek onrechtmatig vijfentachtig instrumenten meenam. ‘Uit de collectie van haar moeder. Ze heeft ze in een auto geladen en meegenomen. Ik heb verder geen enkele behoefte hier meer over te zeggen. Wij zetten ons nu verder in om de kwaliteit van de collectie te verbeteren.’ Eveline Passier bestrijdt de woorden van Peter Vermijs. ‘Alle instrumenten die we hier in Riel hebben, zijn ons geschonken, of wij hebben ze gekocht.’

Háár visie op alle onverkwikkelijkheden van de laatste jaren, maar ook een gedegen beschouwing van de lange geschiedenis van instrumentenfabriek Kessels heeft Eveline Passier beschreven in het mooie boek De opmars van de muziekindustrie dat als ondertitel meekreeg ‘Kessels en Passier, ondernemers met passie voor muziek’.

Waar het allemaal om gaat is de erfenis die instrumentfabrikant Mathieu Kessels vorige eeuw heeft nagelaten. De geboren Heerlenaar kwam in 1886 naar Tilburg, om er in de twintigste eeuw de op een na grootste werkgever van de stad te worden. Voordat hij zich in in Tilburg vestigde, was hij al volop bezig met muziek. Hij had een muziekuitgeverij en was oprichter van het tijdschrift De Muziekbode. Kessels’ hart lag vooral bij harmonie- en fanfaremuziek. Vanaf 1888 legde hij zich ook toe op reparatie van vooral blaasinstrumenten en begon hij langzamerhand ook nieuwe instrumenten te verkopen. Maar ook petten, medailles, bekers, inkt, koperpoets en politiefluitjes.

Kessels begon in de waskeuken van zijn huis met het vervaardigen van instrumenten, verhuisde nadien naar een voormalige paraplufabriek en weer later naar een pand aan het Wilhelminapark. Daar werd de fabricage van uitsluitend koperinstrumenten uitgebreid naar houten blaasinstrumenten, strijkinstrumenten, harmoniums en harmonica’s. In 1898 werd een gloednieuwe en grote fabriek geopend aan de Industriestraat, met daarnaast gelegen Kessels’ woonhuis, villa Caecilia. Genoemd naar de patroonheilige van de muziek.

‘M.J.H. Kessels, Kon. Ned. Fabriek van Muziekinstrumenten Tilburg’ bleef bestaan tot 1955. In die zeventig jaar reikte het niveau van de instrumenten tot grote hoogte, ook internationaal. Er werd ruim een half miljoen instrumenten vervaardigd. Met 450 werknemers was Kessels na de textielbaronnen in Tilburg, de grootste werkgever van de stad. Nog altijd worden Kesselsinstrumenten bespeeld, zowel door beroepsmusici als amateurs. In 1957 werden de Kesselsfabriek en de villa gesloopt.

Mathieu Kessels heeft dit alles niet meer meegemaakt. Geboren in 1858 in Heerlen, overleed hij in 1932 in Tilburg.

 

 

Blaasinstrumenten uit de Kesselsfabriek, nu te zien in het museum. foto Rob Berkel.
 

Authentiek

Kessels’ nalatenschap is een belangrijk en authentiek onderdeel van het culturele, maar zeker ook industriële erfgoed van Tilburg. Geen wonder dat er nu mensen zijn die dat erfgoed voor de eeuwigheid willen vastleggen. Peter Vermijs van de stichting Kessels zei het tijdens de opening van het nieuwe museum aan de Goirkestraat luid en duidelijk: ‘Wij willen de erfenis volledig gaan uitbuiten, op elk terrein. Een authentiek deel van Kessels’ erfgoed is hier nu definitief gevestigd.’

In het nieuwe Kessels presentatiecentrum worden in de toekomst ook concerten, presentaties en lezingen gegeven. Bovendien zijn er twee werkplaatsen ingericht voor reparatie en fabricage van muziekinstrumenten. Daarnaast kondigde Vermijs aan dat er gesprekken gaande zijn met MBO- en HBO-opleidingen om te komen tot leerwerkplaatsen voor jongeren. Ook wordt er zowel digitaal als virtueel aandacht besteed aan muziekeducatie voor jongeren. De muziekuitgeverij wordt uitgebreid en kennis en ervaring wordt gedeeld met andere partijen in Europa. Dit alles gebeurt met dertig vrijwilligers. De stichting kent geen betaalde krachten.

Het nieuwe Kesselsmuseum is gevestigd in de oude schoollokalen van Factorium, de voormalige Dans- en Muziekschool in Tilburg. Aan de indeling van de ruimten is nagenoeg niets veranderd. Daardoor laat een wandeling door het museum vooral een klassikale indruk na. Jammer is wel dat de vijf lokalen zijn verduisterd en dat de collectie bij kunstlicht wordt gepresenteerd. De schittering die eigen is aan – vooral – koperinstrumenten, maar ook de chique uitstraling van houten blaasinstrumenten en piano’s en pianola’s, zouden door daglicht veel beter tot hun recht komen.

 

 

Bedrijfsharmonie van Kessels uit 1900. In het midden staat Mathieu Kessels.
 

Pijnlijk

Jammer en bepaald pijnlijk is de controverse tussen het nieuwe museum in Tilburg en het Erfgoed Depot in Riel. Het ziet ernaar uit dat de mogelijkheid om de twee collecties ooit bij elkaar te brengen, in een verre toekomst ligt verscholen. Zo die er nog ooit komt. Een deel van het Tilburgse erfgoed hoort niet in Riel, de collectie in het Kesselsmuseum zou ermee gebaat zijn als Kessels’ erfenis één geheel zou vormen. Temeer daar het Tilburgse museum samenwerkt met de stichting Mommerskwartier in de stad, de overkoepelende instelling voor het Textielmuseum, het Stadsmuseum en het Regionaal Archief. Een broedende kloek, die door deze uitbreiding het Tilburgs erfgoed een nog duidelijker gezicht geeft.

 

Muziekvaandels van verschillende harmonieën uit Brabant. foto Rob Berkel.