HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - april 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Paul van Kemenade. foto Gemma van der Heyden

 

  www.paulvankemenade.com

 

 

©Brabant Cultureel – april 2014

Hoe een ondernemer ook nog jazzmusicus kan zijn

 

Een bungalow huren en daar ook maar een toilet- en keukenpakket bij nemen. Wie zal daar nu aan denken? In elk geval geen jazzmusicus, zou je zeggen. Maar wel als hij Paul van Kemenade heet. Nieuw ondernemerschap in de wereld van de geïmproviseerde muziek.

 

door Rinus van der Heijden

 

Soul’Afrique heet het project, waarmee de Tilburgse jazzmusicus Paul van Kemenade in mei en juni door Nederland en Zuid-Afrika trekt. Zoals het er nu bij staat speelt het Paul van Kemenade Quintet met drie Zuid-Afrikaanse gasten negenentwintig concerten. Maar dit aantal staat zes weken voor het begin van de tournee nog niet vast. ‘Vanwege geld moeten we misschien een paar concerten afzeggen,’ meldt de altsaxofonist.

Geld dat had moeten komen van het Fonds Podiumkunsten (FPK) in Den Haag. In de tweede week van april landde echter een onheilstijding op het kantoor van Paul van Kemenade: het fonds zag geen reden een projectsubsidie te verlenen. Belangrijkste reden van de afwijzing: onvoldoende ondernemerschap. ‘Het ondernemerschap dat in deze aanvraag naar voren komt, beoordeelt de commissie (die de aanvraag moet beoordelen, rvdh) als zwak,’ staat letterlijk in de afwijzing.

 

 

Paul van Kemenade. foto Gemma van der Heyden

 

Tijd derhalve om eens te gaan kijken wat ondernemerschap in de wereld van de kunsten tegenwoordig inhoudt. Preciezer: hoe een jazzmusicus ondernemer moet zijn om het hoofd boven water te houden. Of nog beter: hoe hij er ondanks dat ondernemerschap toch in slaagt het hoofd boven water te houden. Het Soul’Afrique-project is een mooie graadmeter.

Twee jaar geleden kreeg Paul van Kemenade een lumineuze ingeving. Voortbordurend op de ervaring die hij vanaf 1994 opdeed met optredens in Zuid-Afrika borrelde het idee op om een multimediaproject te starten: wereldwijd, met de nadruk op Europa en Afrika. Binnen het project zouden gumbootdans – traditionele Afrikaanse dans, ontstaan in de goudmijnen – een Afrikaans koor, het Paul van Kemenade Quintet, Afrikaanse musici en diverse multimedia worden verenigd. Binnen de kunstwereld werd dit plan met open armen ontvangen. In korte tijd had de Tilburger wereldwijd honderd concerten geboekt.

 

Energie

Maar daar was geld voor nodig. En omdat de overheid zich toen al van de ‘geldmarkt’ had teruggetrokken en met tien vingers naar het bedrijfsleven wees, ging de Tilburgse musicus daar de boer op. Als eerste zocht hij contact met Rabobank. Die opereert immers wereldwijd en heeft in elk geval in Zuid-Afrika en andere delen van het continent grote belangen. Na diverse gesprekken haakte de bank af. Geen interesse, en dat gold ook voor de rest van het (internationale) bedrijfsleven dat werd benaderd.

Daarop dikte Paul van Kemenade zijn plan in. Met als resultaat dat Soul’Afrique nu bestaat uit (voorlopig) 29 concerten in Nederland en Zuid-Afrika, met zijn kwintet en drie Zuidafrikaanse musici: trompettist Feya Faku, tenorsaxofonist Sidney Mnisi en gitarist/zanger Louis Mhlanga.

 

 

Van Kemenade tijdens ‘zijn’ festival Stranger than Paranoia in 2012. foto Gemma van der Heyden

 

Een jaar duurde de voorbereiding voor het ‘nieuwe’ Soul’Afrique. Het betekende de start van een ondernemerschap dat je de haren te berge doet rijzen. Om te beginnen moest de musicus checken of de deelnemende musici allen dezelfde periode konden vrijhouden. Nadat hij had bedacht in welke vorm hij zijn plan zou gieten, brak de tijd van de persberichten aan. Opgesteld in diverse talen, omdat ze naar alle mogelijke contacten zouden worden gestuurd. Daarop volgden posters en flyers en brak de periode van mailen aan, eindeloos mailen. En bellen, eindeloos bellen. En brieven schrijven, eindeloos brieven schrijven.

‘Je wilt niet weten hoeveel energie het kost om één concert rond te krijgen,’ zegt Paul van Kemenade. ‘Je krijgt heel veel reacties, vooral zakelijke en die moet je allemaal behandelen. Je moet agenten zoeken, definitief afspraken maken met de locaties waar je straks optreedt, in contact treden met vormgevers voor de publiciteit, banners laten maken. Zowel in Nederland als in Afrika natuurlijk. Ik ben ook naar de Zuid-Afrikaanse ambassade in Den Haag geweest. Daar was men enthousiast en is er veel aandacht voor het project op hun website verschenen.’

‘Vervolgens komen de afspraken over de betaling van de concerten. Je kiest óf voor uitkoop of je maakt afspraken om het risico te delen. In Nederland betekent dit dat je probeert te spelen op dagen die niet zo goed verkopen: maandagen, dinsdagen, woensdagen. In Afrika werk je meestal met uitkoop. Voor Nederlandse begrippen zijn die uitkoopsommen laag, voor Afrikaanse hoog.’

 

Waterdicht

Waarbij je natuurlijk nooit de zekerheid hebt dat je waterdichte afspraken met podia hebt gemaakt. ‘Tachtig procent van de concertplekken reageert enthousiast,’ weet Paul van Kemenade. ‘In de loop van de tijd leer je wat je wel en niet kunt verwachten. Tussen alle ja-zeggers zitten er altijd een paar waarvan ik weet: die worden het niet. Ik doe ze een voorstel en als ze niets terug laten horen, neem ik ze niet langer serieus. We spelen straks in professionele theaters, clubs, universiteiten. Maar dat moet wel allemaal van tevoren worden geregeld.’

Vervolgens dient de factor vervoer zich aan: acht musici plus een roadmanager die moeten vliegen, met bussen reizen, zich in gehuurde busjes moeten verplaatsen. ‘En dat op twee continenten. Je gaat dan opnieuw schrijven, subsidies aanvragen, sponsors zoeken. Ook in Afrika. Daar hebben we een verzoek tot geldelijke steun neergelegd bij de National Art Council, vergelijkbaar met de Raad voor Cultuur in dit land. We zijn nu in afwachting wat het antwoord zal zijn. Als de NAC geen geld geeft, gaat het Afrikaanse deel van de tournee niet door.’

En weer werd het bedrijfsleven benaderd. Met nul komma nul resultaat. ‘KLM nee, de Zuidafrikaanse luchtvaartmaatschappij SAA nee, Royal Haskoning nee, de Nederlandse ambassade in Pretoria nee, de Zuidafrikaanse ambassade in Den Haag nee, SNS Reaal nee, VSBfonds nee. En tot slot het Fonds Podiumkunsten. Ook nee. Deels wilden we Soul’Afrique financieren via sponsoring, deels middels subsidies, maar alles is afgewezen.’

Vooral de weigering van het FPK ziet Van Kemenade als een domper. ‘Dat het op ondernemerschap wordt afgewezen valt niet te rijmen,’ wil hij er slechts over kwijt. De teleurstelling duurde volgens zijn zeggen ‘een half uur, maar toen ben ik snel met hernieuwde energie aan de slag gegaan om het project toch door te laten gaan. In plaats van in zak en as te gaan zitten. De tournee staat er, er zijn al fikse kosten gemaakt, zoals betaling van borg aan theaters in Afrika, er zijn al veel advertentiecontracten getekend. Bovendien heb ik ook verantwoordelijkheid naar de musici toe.’

 

 

Foto Gemma van der Heyden

 

 

Manager

Paul van Kemenade. Jazzmusicus. En ondernemer. Is dat laatste per se nodig? Kan dat niet beter in andere handen worden gegeven? ‘Ik heb het altijd zelf gedaan,’ zegt de bijna 57-jarige musicus. ‘Ik ben al veertig jaar mijn eigen manager, ik weet niet beter. Ik werk al die jaren samen met journalisten, theaterdirecteuren, fondsen, kassamensen, begrotingsexperts. Ik heb geleerd hoe ik plannen moet schrijven, hoe ik subsidie moet aanvragen, hoe ik met vormgevers moet omgaan. Ik zou zo een festival vanuit het niets tot de uitvoering kunnen brengen. Ik ben musicus, componist, manager, manusje van alles. Ik wil elke dag contact met mijn saxofoon en muziek. Maar ik ben ook elke dag bezig met concerten boeken. Soul’Afrique is slechts één project, maar ik heb er meer. Waarschijnlijk gaat we later in het jaar weer naar Rusland. Het jaarlijkse festival Stranger Than Paranoia, dit jaar in drie steden, vergt ook veel energie. Ik ben zelf overal verantwoordelijk voor.’

Verantwoordelijk bijvoorbeeld voor de huisvesting van de drie Afrikaanse musici gedurende de drie weken dat zij in Nederland zijn. ‘Ik heb diverse mogelijkheden onderzocht, maar ze nu ondergebracht in een vakantiebungalow op de Beekse Bergen. Maar er wel meteen een keuken- en toiletpakket bij genomen, plus elke dag ontbijt. Ze zitten met drieën in een huis, ieder met een eigen kamer. Mooi toch!’

En tussendoor moet de jazzmusicus, componist en bandleider ook nog stukken schrijven. Voor Soul’Afrique bijvoorbeeld. ‘Daar wil ik oud en nieuw werk brengen. Dat lijkt mij de perfecte combinatie. Oud en nieuw werk van ons, maar ook van de drie Afrikanen, zij zijn immers ook componist. We hebben voor aanvang van de tournee vijf dagen repetitietijd hier in Nederland. Op 30 mei beginnen we met de concerten. Gitarist Louis Mhlanga kan geen muziek lezen. Hij leest via zijn oren. Ik heb hem gevraagd om op het al bestaande stuk Soul’Afrique – een ware hit – tekst te zetten. Ook op drie andere composities. Ik wil voor deze tournee sowieso meer zang in het programma.’

 

 

Foto Gemma van der Heyden

 

Incasseringsvermogen

Nu er van Nederlandse zijde geen geld komt in de vorm van subsidies en/of sponsoring, hoopt musicus/ondernemer Van Kemenade toch op in totaal vijfentwintig concerten uit te komen. ‘In de oorspronkelijke opzet hadden we tussen de concerten door soms een paar dagen vrij. Die zijn nu vervallen. Ik ben met concertdata aan het schuiven en laat er een paar vervallen vanwege het verre reizen om er te komen. Ik moet reis- en verblijfkosten zoveel mogelijk beperken. We spelen nu elke dag, in Afrika soms twee keer op een dag. Het is reizen, soundchecken, spelen. Gelukkig kun je in Afrika in late stadia nog schuiven.’

‘Of ik dat allemaal trek? Ik denk dat mijn incasseringsvermogen groot is. Ik laat me niet uit het veld slaan, ik wapen me er keihard tegen. De enige expert ben je zelf. Ik moet me gewoon niet te veel bezig houden met wat bepaalde mensen achter tafels bedenken. Ik laat me er niet door beïnvloeden, ga gewoon door. Daar word je hard van. Maar leuk is anders.’