HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - april 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Joep Eijkens gaat nooit de deur uit zonder camera. Er valt onderweg ook zoveel te zien dat hij vast wil leggen - van bijzondere mensen tot rare plekken, van mooi licht tot kauwen in een kloostertuin. In de rubriek 'Onderweg' combineert hij tekst en fotografie.

 

©Brabant Cultureel – april 2014

 

 

 

 

 

Onderweg: fotocolumn

door Joep Eijkens

 

 

Drop van Joep

Er is vermoedelijk geen wonderlijker winkel in Breda dan De Blauwe Winkel, een drogisterij die je kunt vinden aan de Boschstraat. Hij bestaat sinds 1916 en wordt al meer dan een halve eeuw gerund door Joep Adank. En als je Joep Adank zegt, dan zeg je Drop van Joep, want daar staat de winkel nog het meest om bekend.

Al bij binnenkomst springen de vette letters J O E P op de vloer je tegemoet. Maar ook vanaf de straatzijde zie je dat hier niet de eerste de beste middenstander zit. Ik ga niet beschrijven wat er allemaal in de etalage te ontdekken is, dat moet u zelf maar eens bekijken. Ik beperk me hier tot het volgende stukje middenstandspoëzie: ‘De Paashaas geeft ons nu reeds duidelijk aan / Laat de Drop van Joep níet staan!!’

Dit gedichtje heeft er niet altijd gehangen en is vermoedelijk ondertussen alweer vervangen, want de Bredase drogist wisselt af en toe, waarbij hij de actualiteit in het oog houdt. Adank: ‘De vorige was: Als Maxima zou weten wat wij al jarenlang weten, dan zou ook zij graag Drop van Joep willen eten. We hebben al een stuk of twintig andere gedichtjes gehad. Zelf vond ik ook wel mooi: Het orakel van Delfi zei ten leste: de Drop van Joep is de beste.’

Ja, die drop, 106 soorten kan hij aanbieden. ‘En ik heb 300 kilo in voorraad.’ Je vraagt je even af waarom hij zijn zaak niet De Zwarte Winkel heeft genoemd. Maar dat blauw heeft een heel andere reden. ‘Mijn vader was huisschilder en mijn moeder deed de winkel,’ licht Adank toe. ‘Op een gegeven moment heeft hij de gevel blauw geschilderd.’ Kennelijk om meer op te vallen, klanten te trekken.

Maar sinds de zoon de scepter zwaait is de Drop van Joep met alles wat daarbij hoort de grootste blikvanger geworden. ‘Ik heb er al mee in Libelle gestaan en ook De Groene Amsterdammer gehaald,’ zegt de winkelier die zich op een ander tekstbord presenteert als Drogist Adviseur Vakman.

Ik kan zijn winkel uiteraard niet verlaten zonder minstens een half pondje Drop van Joep te hebben gekocht. En het treft, want hij heeft buitengewoon zoute drop en lekkere jujubes. Als hij het zakje heeft gevuld, zegt hij plots: ‘Ik zal je nog iets anders laten zien,’ en neemt me mee naar achter in de winkel waar een aardige kleindochter nijver zit te werken.

‘Kijk,’ zegt Adank, ‘Hier heb je twee kisten. De schatkist, daar mogen mensen een zakje snoep uithalen als ze iets gekocht hebben. Maar dit hier is de centenkist. Van welk jaar bent u?’ ‘Van 1950, hoezo?’ De drogist haalt diverse plastic zakjes te voorschijn, waar naam en adres van de winkel op staan en een rood hartje omcirkeld door, u raadt het al, DROP VAN JOEP BREDA. Uit een zakje haalt hij een echte cent uit het guldentijdperk en legt hem op de muis van zijn linkerhand. ‘Ziet u het jaar’? ‘Inderdaad, 1950. ‘Ik geef hem u als gelukscent,’ vervolgt de drogist. ‘En geluk geefde niet weg maar deelde meestal met een ander. En wie is bij u die ander?’ ‘Mijn vrouw.’ ‘Goed, uit welk jaar?’ ‘Uit 1959’. En nog geen minuut later heeft hij al een cent uit 1959. Op de vraag hoe hij eraan komt, houdt hij een zakje vol centen omhoog en zegt: ‘Van de klanten, deze heb ik net weer gekregen.’