HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - 30 juni 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Maria Roosen, Home is where the Heart is, 1998. foto HNBM

 

‘Voorbij het zichtbare. Een keuze uit eigen collectie’, t/m 10 augustus 2014 in Het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch.

 

www.hetnoordbrabantsmuseum.nl

www.hetnoordbrabantsmuseum.nl/nu-in-het-museum/tentoonstellingen/2014/voorbij-het-zichtbare

 

©Brabant Cultureel – juni 2014

 

Voorbij het zichtbare

 

Met de expositie ‘Voorbij het zichtbare. Een keuze uit eigen collectie’ maakt gastcurator Rebecca Nelemans niet alleen een interessante selectie uit de collectie van Het Noordbrabants Museum maar geeft ze ook tekst en uitleg aan de moderne kunst.

 

door Irma van Bommel

 

Als bezoeker heb je geen idee wat zich in de collectie moderne kunst van Het Noordbrabants Museum bevindt. De semipermanente opstelling op de begane grond geeft een aardig beeld van de ontwikkeling van de moderne kunst in de twintigste eeuw in Noord-Brabant, maar wat het museum verder in huis heeft, zie je als bezoeker niet. In ‘Voorbij het zichtbare’ komen voor een deel andere kunstenaars aan bod. De collectie van Het Noordbrabants Museum is dus vrij divers.

 

 

Teun Hocks, Zonder titel, 1992. foto HNBM

  Groter formaat

Kunsthistoricus Rebecca Nelemans, voor velen bekend als gespreksleider van de kunstenaarsgesprekken in Museum De Pont in Tilburg, verdiepte zich in de collectie moderne kunst van het museum. De vijftig werken die zij selecteerde laten volgens haar zien ‘dat Brabantse kunstenaars in de jaren zestig misschien wel afrekenden met hun katholieke wortels, maar daarmee zeker niet hun zoektocht naar de dieper liggende zijnsvraag over boord zetten. Met alle nieuwe vrijheden die de kunst zich in die tijd verwierf, stelt ze nog steeds eeuwenoude vragen: Wie zijn wij? Waar komen we vandaan? Waar gaan we naartoe?’ Deze materie is een interessant uitgangspunt voor een expositie.

In musea en galeries is moderne kunst jarenlang getoond met hooguit de naam van de maker en een (vage) titel, zonder enige uitleg. De interpretatie liet men graag over aan de toeschouwer. Maar, kunst spreekt (vaak) niet voor zich. Zo is er een kloof ontstaan tussen de kunstenaars en het publiek. Het publiek heeft een opstapje nodig, wil weten wat de achterliggende gedachte is. Nelemans geeft daar, met terugwerkende kracht, gehoor aan.

 

 

Stijn Peeters, Zonder titel, 1994. foto HNBM

 

 

Geconditioneerd

We zijn inmiddels gewend aan abstracte schilderkunst en zijn daardoor zo geconditioneerd geraakt dat we in een paar vlekken een landschap zien. Zoals dat het geval is bij het werk van Stijn Peeters. Maar dat de knutsels van Antoon Renders geïnspireerd zijn op gebedsmolentjes, zal de gemiddelde bezoeker niet direct raden. Renders is niet alleen gefascineerd door de oosterse cultuur, maar ook door de Arte Povera, wat het gebruik van afvalmaterialen verklaart.

 

Antoon Renders, Grote gebedsmolen met gebleekt zeewier (ongedateerd). foto HNBM

 

De installaties van Margriet Kemper bestaan uit een samenraapsel van verschillende objecten. Net als je je afvraagt wat dit te betekenen heeft, blijken de installaties te gaan over de ongrijpbaarheid van de beeldhouwkunst. Kemper onderzoekt dan ook begrippen als betekenis en samenhang.

Een aantal kunstenaars blijkt behoefte te hebben aan registratie van gewone dingen om daarmee grip te krijgen op het leven. Zoals Paul den Hollander de natuur in de tuin fotografeert als een bewustwordingsproces. En Hans Biezen een fotodagboek bijhoudt, waarin zijn vrouw Jet als hoofdpersoon figureert. En Jan de Bie met zijn onderzoek naar duiven en zwaluwen een overeenkomst ziet tussen vogels en architectuur en hierin het bestaan van een groter, achterliggend plan vermoedt.

 

 

Hans Biezen, 24 uur, 1979. foto HNBM

Groter formaat 

Krachtig

Guido Lippens maakte het schilderij ‘Herinnering aan Colmar’ naar aanleiding van het beroemde Isenheimer altaar van Matthias Grünewald. Jammer dat het werk van Lippens niet zo krachtig overkomt als het expressieve en indrukwekkende werk van Grünewald zelf. Ook Theo Kuijpers richt zich op motieven van godsdienstuitingen. Daarbij gaat hij op zoek naar universele vormen in de beeldtaal wereldwijd.

 

Guido Lippens, Herinnering aan Colmar, 1986. foto HNBM

 

Het werk van JCJ Vanderheyden toont niet op letterlijke, maar op beeldende wijze het mystieke. Zijn talloze kaders staan symbool voor de poort naar het transcendente. De ademperformance met zand van Marius Boender is in feite een vergelijking tussen de micro- en macrokosmos. Kunstenaars als Erik Andriesse, Paul van Dongen en Marc Mulders tonen met hun werk de schoonheid van de natuur, maar hebben ook oog voor het verval en de cyclus van het leven.

Maria Roosen beeldt met haar extreem grote bedelarmband haar eigen levenswandel uit. Daarentegen wijst Teun Hocks ons met zijn tragikomische werk, waarin hijzelf als hoofdpersoon figureert, op het levenspad van de mens.

Moderne kunst heeft meer diepgang dan de gemiddelde bezoeker op het eerste gezicht zou denken. Rebecca Nelemans maakt dat met deze expositie goed duidelijk.