HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - 1 juli 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

http://rutgertermohlen.tumblr.com

nl-nl.facebook.com/pages/Rutger-Termohlen/367907553223994

www.flickr.com/photos/rutgertermohlen

Meer foto’s van Ralph Roelse:

www.ralphroelse.nl

 

©Brabant Cultureel – juni 2014

Graffiti wordt kunst

 

Graffiti. Voor de een vandalisme en voor de ander kunst, de meningen zijn nog steeds zeer verdeeld. Rutger Termohlen uit Breda werd er groot mee en erg goed in. Hij maakt nu carrière als beeldend kunstenaar en legt uit hoe de graffiti hem op weg hielp.

 

door Eva Geene

 

Tegenwoordig kun je het ook streetart of straatkunst noemen, maar in de hoogtijdagen van de jaren tachtig en negentig werd graffiti in de eerste plaats gezien als vandalisme en landschapsvervuiling. Kunstenaar Rutger Termohlen (Breda 1977) vertelt over de ontwikkeling van graffiti tot kunstvorm.

Halverwege de jaren tachtig had Termohlen, toen nog geen tien jaar oud, iets over graffiti gelezen in de Eppo. Het was de tijd van de eerste breakdanceclips. Daar zag je op de achtergrond graffiti en dat maakte veel indruk. Zijn broer was al met graffiti begonnen, en Rutger Termohlen volgde een paar jaar later.

 

 

Rutger Termohlen, graffiti op een muur van de voormalige CSM in Breda.

 

Voor buitenstaanders is het is een speciale wereld. Spuiters of taggers nemen een alter ego aan. Daarmee willen ze bekendheid verwerven. Muren, treinen, viaducten of eigenlijk alles waar verf op kan, maar wat geen particulier bezit is, komt in feite in aanmerking als ondergrond. De ontwikkeling van een alter ego begint vaak in de eigen stad, maar zodra er een beetje een eigen stijl is ontwikkeld, worden de grenzen verlegd. Met een tienertoerkaartje werd ook door Termohlen het land veroverd.

 

 

De Eindhovense fotograaf Ralph Roelse (Eersel 1984) fotografeert taggers in actie.

 

 

Bomber

Termohlen: ‘Je moet je voorstellen dat er in die tijd geen internet was en geen mobiele telefoons. Alles ging van mond tot mond of per post. Er waren mappen met foto’s van tags die rondgingen in de scene. Gewoon om te zien wat er elders werd gemaakt. Tot er op een gegeven moment Bomber was, een tijdschrift in elkaar gezet door een jongen uit Tilburg. Nu noemen we hem Bomber-Johan. In Bomber stonden alleen maar plaatjes van graffiti, je wist niet wat je zag. Het was gruwelijk underground. Je kon je erop abonneren, maar wist nooit wanneer het binnenkwam. Het was een gestencild en geniet tijdschriftje met foto’s van pieces (graffitistukken) uit andere landen. Omdat het zwart-wit was, moest je de kleuren erbij verzinnen. Je was dan superblij als je van iemand hoorde welke kleuren er in het echt gebruikt waren. Daarmee kon je dan zelf ook gaan experimenteren.’

 

 

Rutger Termohlen, graffiti op een CSM-muur in Breda.

 

Termohlen heeft nog een hele stapel Bomber liggen. Het tijdschrift groeide in de loop van de tijd uit tot een full colour glossy en stopte afgelopen jaar na een vijfentwintigjarig bestaan.

 

 

Foto Ralph Roelse

 

 

Underground

‘Als je niet weet waar je je spuitbussen moet kopen omdat het eigenlijk verboden is, dan is het voor te stellen dat rond graffiti een bepaalde mysterieusheid ontstond. Soms werd er getipt voor een goed merk en waar je dat kon halen, dan reisde je bijvoorbeeld naar Amsterdam, naar het Waterlooplein. Daar verkochten ze Sparvar, een merk dat goed dekkende verf maakte in meer kleuren dan toen gebruikelijk was. De meeste tags waren in de kleuren paars, blauw, geel en oranje, omdat die goed dekten. Als er dan opeens een goed dekkende babyblauw op de markt kwam, gaf dat weer een nieuwe impuls.’

In die tijd waren er maar een paar subculturen. Had je een spuitbus, een stift en een skateboard, dan was je al een halve Amerikaan. Tegenwoordig is de scene meer georganiseerd. Er zijn in Brabant elk jaar twee bijeenkomsten waar grote 'schrijvers' worden uitgenodigd. ‘Step in de Arena’ in Eindhoven en ‘Kings of Colours’ in ’s-Hertogenbosch.

 

 

Foto Ralph Roelse

  Groter formaat

 

Stijl

Termohlen legt uit dat het in Nederland, meer dan in andere landen, belangrijk was om een eigen stijl te ontwikkelen. Dat werd gewaardeerd. Je leert de kneepjes van het vak van een mentor, bij Termohlen was dat zijn grote broer. Als beginner oefende je thuis op papier en ontwikkelde zo een eigen stijl. Tegenwoordig kun je alles op internet vinden. Hele cursussen worden er online gegeven. Maar Termohlen vindt dat niet zoals het eigenlijk hoort.

 

 

Rutger Termohlen, graffiti op een CSM-muur in Breda.

 

Een schrijver – zo noemen graffitispuiters zichzelf – die een goede piece neerzet, daar heb je respect voor. En daar spuit je minder snel overheen. Behalve wanneer je buiten je eigen stad gaat, want daar gelden weer andere regels. Het was een soort oorlog door dat alter ego-spel. Soms werd je gepakt door een groep en dan kon je zonder schoenen naar huis. ‘Het was de kick om te zorgen dat je niet gepakt werd op dat soort momenten. En dan had je het dus niet over de politie.’

Eigenlijk is het tot op de dag van vandaag niet de bedoeling dat mensen weten wie je bent. Zo is er de schrijver in Utrecht die met zijn kabouters al meerdere malen in het nieuws is geweest, maar die zelf uit de schijnwerpers blijft. Maar je ziet ook steeds vaker dat schrijvers zo bekend worden dat er zelfs tours worden georganiseerd langs hun tags. Hierbij denk ik aan Banksy in Londen.

 

 

Foto Ralph Roelse

 

 

Bureau Halt

Overheden treden over het algemeen streng op tegen graffitispuiters. In veel steden zijn er teams samengesteld, onder andere voor de NS, waardoor onderzoeken worden uitgevoerd. Tags worden gefotografeerd en gesorteerd op stijl. Wordt er iemand opgepakt, dan wordt hij verhoord om meer namen los te krijgen. Het gaat om hele hoge boetes en in sommige landen zelfs gevangenisstraf. Termohlen is zelf ook wel eens opgepakt maar heeft nooit andere namen genoemd. ‘Dat doe je gewoon niet, dan maar een paar uur meer werken bij Bureau Halt.’

 

 

Foto Ralph Roelse

  Groter formaat

Ik vraag of het zou helpen om het op bepaalde gedoogplekken te realiseren. ‘In verschillende steden is het al bewezen dat het plaatsen van een wall of fame, zoals die vrije muren worden genoemd, graffiti op andere plekken met zestig tot zeventig procent doet afnemen. Maar Breda, de stad waar Termohlen is opgegroeid, wil daar nog niet aan geloven.

Termohlen is al lang geleden gestopt met graffiti. Naarmate hij ouder werd, ging hij meer nadenken over wat je met een tag de eigenaar van het bewerkte object aandoet. Tegenwoordig doet hij alleen nog opdrachten. Voor het merk Converse in Amsterdam bijvoorbeeld, of voor een galerie of een kunstproject. In Breda heeft Termohlen in 2012 een grootse graffitiprestatie geleverd, waarbij op de muur van de CSMfabriek de sleuteloverdracht van de stad Breda in beeld is gebracht. Het was een samenwerkingsproject met Spaanse en Nederlandse schrijvers. In dat project heeft hij kunnen laten zien dat je ook hele mooie dingen kunt maken met graffiti.

 

 

Foto Ralph Roelse

 

Fenomeen

Er zijn behoorlijk wat grote kunstenaars en vormgevers die een graffiti-achtergrond hebben. Jasper Krabbé was volgens Termohlen in de jaren tachtig het graffitifenomeen van Nederland. Maar ook Niels Shoe Meulman (vormgever bij studio Dunbar), Hugo Kaagman (kunstenaar/vormgever) en Diana Ozon (dichter) horen in dat rijtje.

In de beleving van Termohlen zijn een aantal dingen belangrijk geweest voor de opleving en later opwaardering van graffiti. Dat is enerzijds de documentaire Style Wars met als Nederlandse tegenhanger Kroonjuwelen en anderzijds het boek Subway Art. Deze manier van in beeld brengen zorgde voor een nieuwe hype en een groeiende waardering. De eerst onder vandalisme geschaarde graffiti werd steeds meer gezien als een eigenwijze kunstvorm.

Voor Termohlen heeft de graffiti veel goeds gebracht. Hij heeft mede daardoor een sterke eigen stijl ontwikkeld en op groot formaat leren werken. Hij heeft inmiddels een carrière opgebouwd als kunstenaar. In zijn werk is de invloed van graffiti duidelijk zichtbaar.