HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - juni 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

  Kees Hermis (Hulst 1941) debuteerde in 1977 met de dichtbundel Vrijgesproken. Sindsdien verscheen een groot aantal bundels met als recentste Stuiflicht, een bloemlezing van 25 jaar poëzie (2003), Gezongen steen (2008), Tijdland (2010) en de bibliofiele uitgave Wat bomen weten (2013).. Hermis woont en werkt in Sint-Oedenrode.

 

  Franz Josef Vanck (1960) uit Krefeld is opgeleid tot opticiën . Eind jaren tachtig heeft hij dat beroep ingeruild voor dat van steenhouwer ofwel beeldhouwer. Zijn werk behoort tot de vaste collectie van Interart Beeldentuin & Galerie in Heeswijk-Dinther.

 

 

©Brabant Cultureel – juni 2014

De verbeelding

 

door Kees Hermis

 

Gedichten bij het werk van

Franz Josef Vanck, beeldhouwer

 

0.

 

Het gaat over mensen

die komen en gaan

 

en over mensen die blijven

tussen aankomen en vertrekken

 

kwetsbare en fragiele gestalten

in massieve stenen kaders gevat

 

uit marmer zichtbaar gezandstraalde

schaduwen die zich lijken

te vermenigvuldigen

 

leesbaar geworden maken zij zich los

om zich driedimensionaal in brons

met ruimte te verbinden

 

zolang je er naar kijkt staan zij

geschaard om een ogenblik van bezinning

 

zichzelf en elkaar bevragend

wat doen we hier op deze plek

hoe kwamen we hier en waar naartoe

 

aardbewoners aan het licht gestold

voor langere of kortere duur

 

om daarna terug te keren naar

de steen en daarin te vervagen

volledig te verdwijnen

 

 

 

 

 

1.

 

Manshoge massieve witmarmeren balken

sparen een klein vierkant

kijkgat uit

 

daarin niet groter dan een hand

de ranke gemodelleerde gestalten in brons

van kwetsbare mensen die komen en gaan

 

het verhaal van de mensheid

onderworpen aan tijd

in een machtige broosheid vastgezet

 

 

 

 

 

2.

 

Vanaf de eerste dag wonen nachtwind

en daglicht in het galmgat

van de sculptuur

 

om elke avond plaats te maken

voor nachtlicht en wind van de dag

 

alleen de mensen blijven

tussen hun aankomst en vertrek

 

om daarna plaats te maken voor

nachtwind en licht van de eerste dag

 

teruggekeerd tot de schim die zij waren

zullen zij voorgoed verdwenen zijn

 

 

 

 

 

3.

 

Weerloos breekbaar staan zij

naamloos mensen te verbeelden

 

toevallige passanten die blijven

komen, blijven gaan

 

uit steen geboren en ontstaan

in brons gegoten stilgezet

 

met een onzichtbare beweging

opnieuw in steen gestorven

 

tot vage amorfe vlekken

in de herinnering

 

 

 

 

 

4.

 

De tijd van komen en weer gaan

is samengebald in één moment

niets kan er uit ontsnappen

 

de mensfiguren zijn door

tempelzuilen ingelijst

 

voetgangers in Herculaneum

door as bedolven, eeuwen bewaard,

zoals zij gingen opgegraven

 

een kleine stoet waarin de gang

van mensen zichtbaar wordt

 

 

 

 

 

5.

 

Vage contourlijnen in steen zoeken naar

hoofd, corpus, ledematen

 

een prenataal bestaan dat uitmondt

in hiëroglifische gestalten

mensen van alle tijden

 

na het volledig zichtbaar worden

gaan zij bewegingloos op weg

 

hun schaduw volgend elk moment

laten zij tijd los stap voor stap

 

leven voorbij en lossen op

om niet meer terug te keren

 

 

 

6.

 

Vanuit een ooit begonnen begin

dat nooit zal eindigen misschien

wordt leven doorgegeven

vertakt en uitgeplant

een estafette in de tijd

 

en steeds gedreven door dezelfde

vraag die nooit beantwoord werd

waartoe

 

als trekvogels geland, gebleven

zolang een mensenleven duurt

en weer op weg gegaan

lichten ze op, mensen vandaag

zo onvoltooid voltooid