HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - oktober 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Nicolas Boileau-Despréaux, De Lutrijn. Komisch epos in zes zangen. Tilburg: Bibliomachia 2014. 129 pp., ISBN 978-90-822545-0-1, hb., € 22,50.

Te koop bij Boekhandel Livius in Tilburg of rechtstreeks bij de uitgever: philobiblon@outlook.com

 

cubra.nl/De-Lutrijn.htm

 

©Brabant Cultureel – oktober 2014

 

Martin Hulsenboom vertaalde De Lutrijn

 

Jean Racine, Pierre Corneille, Molière en Jean de La Fontaine zijn de grote Franse schrijvers van de zeventiende eeuw. Ook als we ze niet meer lezen, kennen we toch tenminste hun namen nog. Nicolas Boileau-Despréaux behoorde niet alleen tot deze zelfde groep, maar gold als hun leidsman. Toch raakte hij vergeten. Martin Hulsenboom doet daar wat aan.

 

door Lauran Toorians

 

Nicolas Boileau-Despréaux (1636-1711) werd geboren in Parijs. Zijn vader was klerk bij het parlement en hij kreeg een goede, universitaire opleiding tot jurist. Toen hij 21 was, overleed zijn vader en erfde hij een voldoende groot fortuin om te gaan rentenieren en zich geheel aan de literatuur te wijden. Behalve een schrijver die al snel naam maakte, werd hij ook de theoreticus van de belangrijkste groep van zijn schrijvende land- en generatiegenoten. Auteurs die nu nog steeds bekend zijn, al is het maar van naam. Boileau maakte ook maatschappelijk carrière. Hij kreeg toegang tot het hof en in 1684 werd hij, als derde op rij, benoemd op zetel nummer één in de Académie française.

 

illustratie uit besproken boek

 

Eén van de bekendste werken van Boileau was ooit Le Lutrin, een komisch epos in zes zangen – geheel in hexameters – die verschenen in 1674 (de eerste vier) en 1683 (nummer vijf en zes). Het werk ontstond nadat Boileau was uitgedaagd dat hij niet in staat zou zijn om over een futiel onderwerp een heroïsch epos te schrijven. Dat bleek hij wel degelijk. In eerste instantie bestond het werk alleen in de vorm van voordrachten door de auteur in een beperkte kring van vrienden en liefhebbers. Nadat het roem vergaarde, liet Boileau het ook in druk uitgeven.

Le Lutrin werd een bekend en geliefd boek. Het werd enkele keren in het Engels vertaald en Betje Wolff en Aagje Deken bewonderden het. Later raakte het uit de mode, werd het zelfs verguisd en raakte het vergeten. Alleen enkele gedreven literatuurliefhebbers kennen het nu nog. Martin Hulsenboom is zo iemand. Hij zag de kwaliteiten van Le Lutrin en wilde er niet alleen van genieten, maar dit plezier ook delen met anderen. Hij verzorgde de eerste vertaling in het Nederlands.

 

Parels

Hulsenboom (Tilburg 1958) is van beroep ICT’er bij een internationaal softwarebedrijf. Hij is echter ook opgeleid als kunsthistoricus en is een literatuurliefhebber met een flinke talenkennis. Hij vertaalde eerder uit het Pools en uit het Frans en legt daarbij een voorkeur aan de dag voor weinig bekende parels die door commercieel gedreven vertalers – en vooral uitgevers – niet aantrekkelijk worden gevonden. Eerder vertaalde hij met enkele anderen van Jean Baptiste Louis Gresset (1709-1777) het lange en hilarische gedicht Vert-Vert of De reizen van de papegaai van de Visitatie van Nevers. Heroï-komisch gedicht in vier zangen. Die vertaling verscheen in 2013 in beperkte oplage in druk, maar is ook te vinden in ‘Het papegaaienmuseum’ (►Papegaaienmuseum-Gresset) op website Cubra.

De Nederlandse vertaling kreeg de simpele titel De Lutrijn en wie niet weet wat dat puzzelwoord betekent, hoeft zich niet meteen te schamen. Een lutrijn is een lezenaar, een nogal grote boekenstandaard zoals die zich in het verleden op de koorbanken van een kapittel bevond. Het was de lutrijn van de Sainte-Chapelle in Parijs die de aanleiding verschafte voor het gedicht. In de vertaling wordt de anekdote als volgt samengevat: ‘De thesauriër bekleedde de hoogste waardigheid in het kapittel waarvan hier sprake is en hij leidde de diensten met alle tekenen van het episcopaat. De cantor (voorzanger; lt) nam in de hiërarchie de tweede plaats in. Eertijds bevond zich op het koor, op de plaats van laatstgenoemde, een enorme lezenaar of lutrijn, die hem bijna geheel aan het gezicht onttrok. Hij liet haar verwijderen. De thesauriër wilde haar op haar plaats terugzetten. Daaruit ontstond een geschil, dat het onderwerp van dit gedicht vormt.’

 

illustratie uit besproken boek

 

Geschil is hier een eufemisme. De strijd om de lutrijn liep uit op een waar handgemeen tussen deze hooggeplaatste geestelijken. Het gedicht gaat over afgunst en kleingeestigheid, maar ook over strijdbaarheid en uiteindelijk over rechtvaardigheid, maar vooral over hoe een totale onbenulligheid oorzaak kan zijn van een heroïsche strijd.

De vertaling van Hulsenboom is metrisch en heeft daardoor dezelfde ritmische meeslependheid die het origineel ook bezit. Doordat de originele Franse tekst naast de vertaling staat, is goed te zien hoe de vertaler zich vrijheden veroorlooft (moet veroorloven), maar toch bewonderenswaardig dicht bij het origineel weet te blijven en daarbij prachtige vondsten met de lezer deelt. Dit boek verdient dan ook zeker lezers. Het is mooi en vermakelijk, maar ook nog eens informatief over een wereld die met het Ancien Régime voorgoed verloren is gegaan.

 

Consciëntieus

De vertaling is in samenwerking met Ed Schilders consciëntieus geannoteerd om namen en situaties toe te lichten, voorzien van een nawoord en fraai verlucht met (kleuren)illustraties uit oude uitgaven van Le Lutrin. Het verzorgd uitgegeven boek is gedrukt in een bescheiden oplage en laat daarmee ook goed zien wat de mogelijkheden zijn van de tegenwoordige boekproductie. Het boekenvak mag in crisis verkeren, maar juist voor dit soort kleine projecten waarbij winst maken de opzet niet is, is het nu mogelijk om met simpele middelen een bibliofiel ogend boek te produceren. Wat dat betreft zijn de uiterlijke vorm en de inhoud hier uitstekend in balans.

 

illustratie uit besproken boek