HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - oktober 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Jef Rademakers. fotograaf onbekend

 

‘Een romantische reis. De Rademakers collectie’, t/m 25 januari 2015 in Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch.

www.hetnoordbrabantsmuseum.nl

 

Jef Rademakers & Guido de Werd, Een Romantische Reis / A Romantic Journey. Eindhoven: Lecturis, i.s.m. Het Noordbrabants Museum en het Musée national d’histoire et d’art Luxembourg, 2014, 216 pp., ISBN 978-94-6226-065-8 pb., € 24,95.

www.lecturisbooks.nl

 

©Brabant Cultureel – oktober 2014

Jef Rademakers, missionaris van de Romantiek

 

Hij maakte spraakmakende televisieprogramma’s en kon al ruim voor zijn vijftigste met ‘pensioen’. Jef Rademakers ontdekte vervolgens de romantische schilderkunst van de negentiende eeuw en bracht in korte tijd een omvangrijke collectie bij elkaar. Nu is die in Het Noordbrabants Museum voor het laatst in zijn geheel te zien. Rademakers gaat opnieuw met pensioen en doet zijn schilderijen in de verkoop.

 

door Lauran Toorians

 

Jef Rademakers werd in 1949 geboren in Roosendaal. Volop babyboomer, dus. Als zoon van kleine middenstanders kreeg hij de kans te gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij vervolgens wetenschappelijk medewerker werd. Daarnaast schreef hij televisiekritieken voor de Haagse Post en dat zette hem op het spoor naar dit toen nog jonge medium. Vanaf 1975 maakte hij eerst radioprogramma’s en enkele jaren later stapte hij over naar televisie. In 1978 debuteerde hij daar met zijn eerste programma: de ‘Geloof, Hoop & Liefde-show’, gepresenteerd door Wim Neijman. Met zijn eigen productiehuis Dutch Dream Productions produceerde hij vervolgens talloze programma’s, met als bekendste wel Klasgenoten, toen gepresenteerd door Koos Postema, en in 1987 het spraakmakende ‘De PinUp Club’. Binnen korte tijd was hij multimiljonair en kon hij zichzelf ‘pensioneren’, zoals hij het zelf omschrijft.

 

 

Fredrik Marinus Kruseman, Oogstmaand, 1850. Olieverf op paneel, 28 x 38 cm.

Coll. Rademakers. foto Bruno Vandermeulen

  Grotere weergave

Rademakers verhuisde met zijn gezin naar Brasschaat waar hij een negentiende-eeuws kasteeltje liet nabouwen om in te wonen. Natuurlijk vertrok hij ook vanwege de belastingen. ‘Wat dacht je’, zei hij daarover laconiek in een interview met Trouw enkele jaren geleden. ‘Maar de echte oplichters blijven uiteraard gewoon in Nederland. Als je de boel flest hoef je niet te vluchten. In België zitten mensen die belasting willen betalen.’ Het typeert de man: ruwe bolster, blanke pit. Grote mond, klein hartje.

Met schilderkunst had hij zich nog nooit bezighouden, maar de romantiek van de negentiende eeuw boeide hem en de aankoop van een eerste schilderij voor in zijn kasteeltje deed de romanticus in hem volledig ontwaken. Er kwam een schilderij bij, en nog een, en nog een, en een verzamelaar was geboren. De collectie omvat nu 120 werken.

 

 

David de Noter, Keukeninterieur, 1845. Olieverf op paneel, 76 x 58 cm. Coll. Rademakers. foto Bruno Vandermeulen

 

 

Verguisd

De Nederlandse en Vlaamse schilderkunst van de negentiende eeuw en de romantiek die daarbij hoort, is lang verguisd. De schilders grepen terug op de Hollandse meesters uit de Gouden Eeuw en waren dus niet ‘origineel’. Bovendien zijn de schilderijen vaak wat zoetsappig. Daar werd eind negentiende eeuw al door allerlei vernieuwende stromingen in de schilderkunst mee afgerekend. Vervolgens kwam de abstractie en tot ver in de twintigste eeuw wilden alleen burgers die al dat modernistische geweld niet aankonden nog wel eens zo’n romantisch schilderij aan de muur hangen. Vaak een reproductie, overigens.

Misschien is Jef Rademakers diep in zijn hart ook wel zo’n burger, maar dan toch een die een grote bos wilde haren heeft gedragen en die erin slaagde met Wendy van Wanten in zijn PinUp Club zelfs de Tweede Kamer op de kast te krijgen. Na zijn geslaagde leven als televisieproducent viel hij voor de romantiek en ook die levensvervulling slokte hem weer totaal op.

 

 

Petrus van Schendel, Nachtelijk riviergezicht in de buurt van Den Haag, 1846. Olieverf op paneel, 33,5 x 43 cm. Coll. Rademakers. foto Bruno Vandermeulen

 

‘Ik beschouw mijzelf als ambassadeur en missionaris van de romantische schilderkunst. Ik vraag aandacht voor Nederlandse en Vlaamse schilders die op de achtergrond zijn geraakt, terwijl het gaat om de genieën uit de periode tussen Rembrandt en Van Gogh in.’ Maar nu is hij vijfenzestig geworden en wenst hij zichzelf opnieuw te pensioneren. Er is een kleinkind dat aandacht vraagt en bovendien is de verzamelwoede wat uit de hand gelopen. Voor 120 schilderijen is in huize Rademakers simpelweg niet genoeg muur beschikbaar. Een derde ervan gaat in de verkoop, de rest mag blijven.

 

 

Andreas Schelfhout, Schaatsers in de buurt van een Hollandse stad, 1857. Olieverf op doek, 96 x 145 cm. Coll. Rademakers. foto Bruno Vandermeulen

  Grotere weergave

Hermitage

Door toeval kwam Rademakers in contact met een conservator van de Hermitage. Die wilde wel eens in Brasschaat komen kijken en zag daar meteen dat deze collectie een fraaie aanvulling vormde op de collectie die al in Sint-Petersburg aanwezig is. Rademakers was zo gul om zelf de kosten van transport en verzekering te betalen en zo hingen zeventig werken uit zijn collectie in 2010 een aantal weken in vijf zalen in de Hermitage. Tot vooral ook zijn eigen verbazing trok die expositie honderdduizend bezoekers.

Ook de aandacht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken werd getrokken en na het Haags Gemeentemuseum volgden nog enkele exposities in bekende musea in verschillende buitenlanden. In totaal zal inmiddels zo’n half miljoen museumbezoekers langs Rademakers’ schilderijen zijn gewandeld.

 

 

Jef en Ursula Rademakers in september 2013 bij de afsluiting van de expositie in Praag. fotograaf onbekend

 

 

Moe

Jef Rademakers en zijn vrouw Ursula waren zelf nauw bij al deze exposities betrokken en reisden dus ook heel wat af. En ondertussen bleef de collectie groeien. ‘Nu zijn we er vooral heel erg moe van, en ik heb besloten dat het verstandig is ermee op te houden’, zegt Rademakers. Naast ruimtegebrek is ook een reden dat hij zijn kinderen niet wil opzadelen met de zorg voor zo’n grote collectie.

Een eigen museum is geen optie. ‘Daarvoor ben ik nu ook weer niet rijk genoeg en bovendien blijft dan de verantwoordelijkheid.’ De collectie in delen onderbrengen bij bestaande musea bleek eveneens geen haalbare kaart. Musea hebben daar domweg het geld niet voor. Het logische gevolg is dus dat ongeveer tachtig werken uit de collectie in de verkoop gaan. Concrete plannen zijn er nog niet. Er is geen selectie van wat weg kan en wat mag blijven en er is nog niets verkocht. Wel zijn er, zegt Rademakers, wat vage contacten met belangstellenden. Een weg die in elk geval niet wordt bewandeld, is de collectie aanbieden bij een veilinghuis. ‘Natuurlijk vult het me met weemoed dat de collectie nu uit elkaar valt en zijn eenheid verliest, maar ik heb een realistische afweging gemaakt en denk dat dit een verstandig besluit is.’

 

 

François Bossuet, Zomers stadsgezicht. Olieverf op paneel, 35 x 27 cm. Coll. Rademakers. foto Bruno Vandermeulen

 

 

Markt

Tot en met 25 januari 2015 is de collectie Rademakers in elk geval nog bij elkaar. Tot die dag hangen 102 van de 120 schilderijen te pronken in Het Noordbrabants Museum. De opstelling is stijlvol en – noodgedwongen, uit ruimtegebrek – in de stijl van de negentiende eeuw waarbij schilderijen ook boven elkaar aan de wanden hangen.

Slim is deze omgang met de collectie natuurlijk ook. Verbonden met de namen van grote musea en gepubliceerd in een keur aan catalogi in alle grote Europese talen zijn deze schilderijen allicht beter in de markt gezet dan toen Rademakers ze aankocht. Paul Huys Janssen, conservator van Het Noordbrabants Museum zegt desgevraagd: ‘Wij hebben daar in het museum wel over gediscussieerd en goed nagedacht of we dit wel moesten doen. Maar de conclusie was dat Rademakers toch in de eerste plaats een integere verzamelaar is die deze romantische kunst breed onder de aandacht wil brengen, meer dan een speculant die uit is op eigen gewin. En kunst onder de mensen brengen zien ook wij als museum als onze taak. Daar wilden we dus graag mee in zee gaan.’ De tentoonstelling gaat dan ook nadrukkelijk over de collectie en niet over de collectioneur.

 

 

Basile de Loose, Dorpsfeest, 1838. Olieverf op doek, 85 x 105 cm. Coll. Rademakers. foto Bruno Vandermeulen

  Grotere weergave

Wat de schilderijen zelf vooral duidelijk maken, is dat de clichés als ‘lelijke tijd’ en zoetsappig ‘Biedermeier’ bij de betere schilders van de Romantiek niet op hun plaats zijn. Het gaat om vaardig vakmanschap dat duidelijk teruggrijpt op de Gouden Eeuw en daar vaak niet voor onderdoet. Vooral in de landschappen is vaak zoveel detail te zien dat je er met plezier een stoel bij zou willen trekken om er lang naar te kijken. En het oogt allemaal zeer realistisch en dus ook uiterst toegankelijk voor het grotere publiek.

 

 

Louis Meijer, Marine met vissersschepen. Olieverf op paneel, 80 x 110 cm. Coll. Rademakers. foto Bruno Vandermeulen

Grotere weergave