HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - oktober 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 

Hans d’Olivat (1968) is geboren te Rotterdam, maar woont gewoon in Tilburg. Zoals wij allen probeerde hij zijn pen en hij is daar nooit mee opgehouden. In 1993 libretteerde hij de opera Liefde, Waanzin & Genot, schreef eerder en later voor onder meer Het Nieuwsblad van het Zuiden, Zone 5300, Wwrok en De Bedenkelijk Kijkende Grondeekhoorn. In 2001 verscheen In de Ban van de King, een interactief drukwerk bij de gelijknamige cursus zelfdenkzaamheid. Dit in samenwerking met Sander van Bussel, waarop Tilburg CowBoys ontsproten. In die hoedanigheid deed Hans vele verzen schallen. Sinds enkele seizoenen is hij te zien in theatershows met de Eindhovense tribute-band Def Americans. Tevens is hij sidekick van de KunstMaanRevue’s. Hij rijmt en praat bij voorkeur uit het hoofd.

© Brabant Cultureel – oktober 2014

                 
   

Een Lam Gods

of

WoolStock 2014

in negen bedrijven

 

 

 

Hans d’Olivat

 
 
W                

I

Prelude

 

Oerknal. Wat er was was woest en ledig

Laat er licht zijn. Er zij licht

En water, lucht, ontluikend groen

Nu nog lag de aarde vredig

Al was er eigenlijk geen ruk te doen

 

De Natuur, aan Darwin zeer verplicht

Vermenigvulde onzedig

En tartte menigeens fatsoen

Wat er in vijf dagen werd verricht

Boeren wij nog niet een heel seizoen

  

Aan het einde van de eerste week

-zo goed als alles was naar wens-

Verscheen tot overmaat en slot

Iemand die op niemand anders leek

Met zijn vrouw voor ’t Edendaags genot

 

Hun Tuin der Lusten kende wel een grens

Bij de Boom der Kennis, naar zo bleek

Slang en Appel. Het verbod

De zonde van de eerste mens

Eeuwige schaamte voor een oude God

  

Welig tiert de verbondenheid des lots

Eenzaam blaat een jong lam Gods

 

 

 

Adam paarde. Eva baarde zonen

De ene werd agrariër

De ander schapenhoeder

Zij wilden zich de beste tonen

En hielden meest van al van moeder

  

Toen ze moesten offeren

Viel het allerrijpste ooft

En wat er van het land af kwam

Toch wat tegen bij het toffer en

Smaakvoller klaargemaakte lam

 

De herder werd geprezen en geloofd

De boer bedankt -Eva bakte pofferen

’s Avonds in het donker op de dam

Heeft hij zijn broeders levenslicht gedoofd

Omdattie wel van bonen hield en niet van lam

 

Bleek de boer dan toch een proletariër

Vermoordde hij vanwege lam of bonen

Met een ezelskaak zijn broeder

Kortom: was God een vegetariër

Dan iedereen elkanders broeders hoeder

 

Tot zover de verbondenheid des lots

Gemarineerd sist een lam Gods
W

W

II

Grote Boodschap

 

Nog voor het werd geboren

Of in een stal ter wereld kwam

Werd het al aangekondigd

(en zijn wederkomst bezworen)

Door een witgepijde engel

 

 

 

 

En Maria keek niet -ongezondigd,

Ovulationeel bevroren-

Naar die hand met leliestengel

Zelfs haar duif stond stram

 

Zag ze rood of was ze blond?

Poeh, het mocht wat voor het lam

Dat was toch al uitverkoren

Voordat het bestond

     
W

W

     
W

w

III

Johannes & Johannes

 

Een doper en evangelist

Als uit graniet gehouwen

Twee knielende bejaarden

Ja, dat wordt zeker en beslist

Een feest om te berouwen

 

Zo’n avond met bebaarde

Profeten en sibillen

Van wie er eentje zeker wist

Wat weerloos was en wie van waarde

En wat de mensen willen

 

Hier en daar een grof schandaal

En pretentieus gezwam

Iedereen komt allemaal

Naar de aanbidding van het lam

 

 

 

Met een schaap en barrevoets

De ander met zijn Passie

En een glas vol drank

Allebei met enkel goeds

Langbehaard en trouw als Lassie

 

Woorden vol van zoete dank

Jubelzang en prijs de heer

Tot je ’s ochtends onverhoeds

Wakker wordt op iemands bank

Of helemaal niet meer

 

Want we weten allemaal

Dat je eindigt, ietwat pips

Met je schedel op een schaal

Of anders wel bij de apocalyps

W

W

IV

Snuiters

 

Zie ze staan links vooraan

Bijeengepropt, grof gehaard

Woest bebaard. Karpaat gekopt

Met kamelen, harems, tenten

Uit Apeldoorn of Leerdam

 

Het zijn de dichters en profeten

De U tot niets verplichters

Die toch zeker weten

Uit hun oude testamenten

Hoe het zat en hoe het kwam

 

Hoeden uit vervlogen tijden

Vergilius zag er geen been in

En snakte naar een broodje ham

Kijk, daar heb je Lenin

Alle wegen leiden

Naar de aanbidding van het lam

W

W

V

Apostel

 

Een morsige discipel

Knielde in het gras

Zijn voeten stukgelopen

Blij dat hij er was

 

Althans dat mochtie hopen

Hij had geen flauw idee

Zijn maten gingen kijken

Dus liepie met ze mee

 

Hij wou de lulligste niet lijken

Dus deedtie wattie moest

De keuze was multipel:

Kniel, bid, zwijg of houd je koest

 

Hij keek op en zag waarvoor hij kwam

De aanbidding van het lam

W

W

VI

Meisjes

 

Veertien kleine cherubijntjes

Met hun vleugels nipt ontvouwen

Zaten er het dichtste bij

Dat mocht wel, want die kleintjes

Lagen ook als eerste in de rij

 

En een hele kudde vrouwen

Baarde opzien en rumoer

Palmtakzwaaiend, onversaagd

Quasi-zedig vol vertrouwen

Want ze waren allen maagd

 

De ene gaat op tienertoer

Of springt wat van een rots

Een meisjesleven is pas echt geslaagd

In aanbidding van het lam gods

 

W

W

 

VII

Bloed

 

Het bloed der wanhoop stroomt uit vele wonden

Oorlog, misdaad, hospitaal

-ik tel scheerwonden niet mee-

En de dames met hun stonden

Dragen water naar de zee

 

Schuldig zijn we allemaal

Al snappen we ’t maar half

De cro-magnon had slechts een knots

Wij zijn intussen geniaal

En aanbidden het lam gods

 

Laat anderen hun gouden kalf

Kabbala of pentagram

Het bloed waar ik mijn ziel mee zalf

Stroomt eeuwig uit het lam

 

W

W

VIII

Meisjes (II)

Iedere dinsdag

Een avondje zingen

Driestemmig en toch

Uitermate sonoor

 

Alt en tenor en een

Coloratuursopraan

Complimenteren

Het engelenkoor

     

 

 

 

Psalmen, koralen

En Hollandsche liederen

Soms ook wel eens wat In

Memoriams

 

Dragen op zekere

Iconoclastische

Wijze toch bij aan de

Bidding des lams

 
W

W

IX

Heremietjes

 

De kluizenaars en vaders der woestijn

Pelgrims, lammen, blinden

Zullen wel weer later zijn

Als ze de weg al kunnen vinden

 

De ene zoekt. Een ander wacht

Op wat wellicht gaat komen

Geen wonder dat er niemand lacht

En zwijgt over zijn dromen

 

Maar voordat ze verwelken

Verlaten zij hun trots

En vullen lusteloos hun kelken

Aan de tap van het lam gods

 

     
W

W

     

Een Lam Gods is geschreven voor en deels gedeclameerd op WoolStock 2014,

ergens in een wei en jij was erbij!

 

De afbeeldingen zijn aan te raden en in detail te bekijken op: http://closertovaneyck.kikirpa.be/#home

 

 

© Hans d’Olivat, augustus 2014