HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - oktober 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

  Catharina Boer (De Bilt 1939) woont al vele jaren in Nuenen. Zij werkte in het onderwijs en was gedurende twee periodes redacteur bij de Eindhovense poëzie-uitgeverij Opwenteling. Publiceerde zeven dichtbundels en werk in diverse bladen, waaronder ook Brabant Literair. Eerder werk verscheen ook onder de naam Karina Baggermans. www.catharinaboer.nl

 

©Brabant Cultureel – oktober 2014

Twee gedichten

 

door Catharina Boer

 
 

 Pompei

 

Aan onze voet zwoegt hun adem

door zand. Vanachter muur of wal

slaan ze ons gade.

 

Via stapstenen treden wij in hun privé

dat, nu starend in lege hemel, huis,

winkel of tempel was. Tot

de onderwereld gromde

vulkaan braakte,

 

duister met gif van hete as en puin

in hun longen drong, zij om

hun kinderen riepen: Venus bescherm hen toch.

Anderen liepen huilend op de tast, vluchtten

met gebalde vuisten. Een paar ademtochten

maar voordat zij vielen.

 

Waar waren die goede goden toen,

ah Fortuna, hoorn des overvloeds?

 

Waar bleef hun muziek, dans, spel?

Boven thermen spreken mozaïeken van

vrouwen die zich hitsig om hun minnaars klemden.

Waar hun liefde?

 

Die achterbleven blijven in hun gebaar

verstard, werden later in dagelijkse staat

in gips gegoten, naamloos herrezen voor eeuwig

aan tafel, pratend of slapend.

 

Zo dwalen wij door een gestorven stad

vol levens, die wij meenemen of

voor even vergeten. Ook wij trekken

een spoor onwetend naar waar en spreken

zacht met elkaar wat nu verder zo’n dag.

 

 

 

Troje

 

We zagen de lagen en liepen

cirkelend door diepe sporen

historie. Leven en dood, hier

ontbloot in Hissarlik’s heuvels,

 

Groot kerkhof met gleuven, muren

en zuilen, woekerend groen over

namen en sagen. Ligt hier ergens

een koning begraven met zijn schone

 

geliefde die hij stal en troonde? Of

die oude dichter die met gesloten ogen

van een houten paard vol soldaten verhaalde?

En wat daarvan waar of bedacht?

 

Wij zagen enkel die mens in wat

hier verflenste. Die na strijd, breken,

verval, het grote vergeten

 

smeekte: pak die stukken en stenen

en bouw toch een stad om te behouden.

Eens moet dat lukken.