HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - december 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Museum van Loon aan de Keizersgracht in Amsterdam. foto Museum van Loon

 

  ‘Adriaan de Lelie en het achttiende-eeuwse familieportret’ t/m 19 januari 2015 in Museum van Loon, Keizersgracht 672, 1017 ET Amsterdam.

www.museumvanloon.nl

 

Josephina de Fouw, Adriaan de Lelie, 1755-1820. Het achttiende-eeuwse familieportret. Zwolle: WBooks 2014, 64 pp., ISBN 978-94625-8039-8, pb., € 14,95.

www.wbooks.com

 

De afstudeerscriptie van Josephina de Fouw, ‘Adriaan de Lelie (1755-1820) strateeg, netwerker en vernieuwer’ vindt u hier: http://www.dare.uva.nl/document/516667 

 

©Brabant Cultureel – december 2014

Adriaan de Lelie, portretschilder

 

Rond 1800 liet de Amsterdamse beau monde zich portretteren door Adriaan de Lelie (1755-1820), geboren en getogen in Tilburg. Museum van Loon exposeert nu zijn familieportretten en ook dat museum zelf heeft een Noordbrabantse ‘link’. De naamgevende familie stamt uit ’s-Hertogenbosch en Loon op Zand.

 

door Lauran Toorians

 

In 1755, het jaar waarin Adriaan de Lelie in Tilburg werd geboren, telde Tilburg een kleine 7800 inwoners en was het nog een dorp. Tilburg was wel het grootste dorp van de meierij van ’s-Hertogenbosch en na Den Haag het tweede grootste dorp van de Republiek. De Heuvelstraat was verhard en delen van Tilburg vertoonden een stedelijk karakter. De meeste bezoekers die erover schreven, waren lovend. Dat het er niet slecht ging, blijkt misschien ook wel uit het feit dat Tilburg in deze periode meerdere kunstschilders voortbracht die naam maakten. Naast Adriaan de Lelie zelf is dat zijn bekendere generatiegenoot Cornelis van Spaendonck en diens oudere broer Gerard, die naam maakte als schilder van bloemen. En in 1774 vestigde Nicolaas Frederik Knip zich in Tilburg. Knip werd de stamvader van een hele familie van schilders.

 

Adriaan de Lelie, De familie van Jan van Loon (1725-1792). Olieverf op doek, 1786 en 1797. foto uit boek / WBooks

  Grotere weergave

 

Adriaan de Lelie kwam niet uit een kunstzinnig milieu. Zijn vader was kaardenmaker en dus werkzaam in de textielnijverheid en het was de bedoeling dat Adriaan dit bedrijfje samen met een broer zou voortzetten. Adriaan bleek echter al vroeg meer belangstelling – en aanleg – te hebben voor het tekenen en zou zichzelf daar de eerste beginselen van hebben bijgebracht. Ook zijn contact met leeftijdgenoot Cornelis van Spaendonck moet een rol hebben gespeeld in zijn vroegste opleiding.

Toen Gerard van Spaendonck al enige tijd in Antwerpen verbleef en Cornelis zijn broer achterna ging om daar zijn opleiding tot schilder voort te zetten, volgde De Lelie hem. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar nadat zijn moeder was overtuigd van zijn talent, mocht hij gaan. De Lelie kreeg in Antwerpen les aan de academie en kreeg er de gelegenheid een eigen stijl te ontwikkelen. Vervolgens reisde hij naar Düsseldorf waar hij werk van oude meesters kon bestuderen en hij zich verder bekwaamde in het portretschilderen.

 

 

De familie van Gerrit van Haarst. Olieverf op doek, 1809. De pijpen op de tafel verwijzen naar Van Haarsts beroep als tabakshandelaar. foto uit boek / WBooks

 

 

Specialisme

Een toevallige ontmoeting in Düsseldorf leidde Adriaan de Lelie uiteindelijk naar Amsterdam. Petrus Camper, medicus, hoogleraar aan de voorloper van de Universiteit van Amsterdam en kunstliefhebber bezocht de Duitse stad in 1782 en wees De Lelie erop dat Amsterdam op dat moment zonder portretschilder was. Onder bescherming van Camper reisde hij twee jaar later daadwerkelijk naar Amsterdam om zich daar blijvend te vestigen.

De Lelie maakte in Amsterdam snel naam als portretschilder en maakte daarbij het familieportret tot zijn specialisme. Dit was een vrij ongebruikelijk genre waarbij het gezin in een redelijk ongedwongen sfeer in huiselijke kring werd weergegeven. Dat bood mogelijkheden om ook het eigen interieur te laten zien en daar dus mee te pronken. Naast ‘gewone’ – maar natuurlijk altijd welgestelde en invloedrijke – burgers bleek deze vorm bij uitstek aantrekkelijk voor kunstverzamelaars die zich te midden van hun collectie lieten portretteren.

 

 

Adriaan de Lelie, Interieur van de kunstgalerij van J.A. Brentano. Potlood, zwart krijt, pen in zwart, penseel in kleur, circa 1798. foto uit boek / WBooks

 

In Museum van Loon in Amsterdam is nu voor het eerst een tentoonstelling te zien waarin een groot deel van De Lelie’s familieportretten zijn samengebracht. De expositie is juist daar omdat zich in de collectie van dit museale grachtenpand een familieportret van De Lelie bevindt. Dit portret van de familie van Jan van Loon (1725-1792) bevond zich steeds in de familie Van Loon, maar niet in de Amsterdamse tak die het museum zijn naam gaf. Dat veranderde in 1999 toen nazaten het schonken aan het museum.

 

Adriaan de Lelie, Jan de Bosch en Margaretha Kroon. Olieverf op doek, circa 1800. foto uit boek / WBooks

Grotere weergave 

 

Wat ook hielp, is dat Josephina de Fouw, auteur van de begeleidende publicatie, begin 2014 afstudeerde op Adriaan de Lelie, een schilder die afgezien van een eerdere doctoraalscriptie in 2005 nog nooit onderwerp was van een grotere studie. Hoewel De Lelie zich vooral toelegde op portretten en familieportretten en daar goed aan verdiende, schilderde hij ook andere onderwerpen, waaronder ook genrestukken die teruggrepen op de traditie van de Gouden Eeuw. Ook daarvoor bestond begin negentiende eeuw grote belangstelling. In 1820 overleed de schilder. Hij was toen zelf een welgesteld man met een grote reputatie als kunstenaar.

 

 

Adriaan de Lelie, De groentekoopman. Olieverf op paneel, 1818. foto uit boek / WBooks

 

 

Van Loon

Behalve de schilder heeft ook Museum van Loon een band met Noord-Brabant. De naam van de familie die het museum zijn naam gaf en die er sinds 1884 woonde verwijst naar Loon op Zand, de plaats waar de familie haar wortels heeft. De eerste Amsterdamse Van Loon was Hans van Loon, die in 1604 vanuit Rotterdam naar Amsterdam verhuisde. Hij was al een rijk man – zijn vader behoorde tot de oprichters van de Rotterdamse kamer van de Verenigde Oostindische Compagnie – trouwde geld en macht en werd de stamvader van de puissant rijke Van Loons die lange tijd een huis bewoonden in de Gouden Bocht aan de Keizersgracht.

Willem van Loon, de vader van Hans, was vanuit ’s-Hertogenbosch naar Rotterdam verhuisd. Dat deed hij om geloofsredenen, maar zakelijke argumenten zullen zeker de keuze voor Rotterdam hebben bepaald. Ook in ’s-Hertogenbosch was de familie al niet arm. De Van Loons waren er actief in de handel in levensmiddelen en bekleedden er bestuurlijke functies. Hier kreeg de familie ook zijn naam, want eerdere telgen heetten (Van den) Molengraef en pas in Den Bosch werd dit eerst ‘Molengraef van Loon’ en vervolgens simpelweg Van Loon. 

De oudste bekende ‘Van Loon’ in Loon op Zand leefde van ongeveer 1350 tot 1409 en het is bekend dat de familie ook in Loon op Zand al gegoed was en dat leden van de familie bestuurlijke functies hebben bekleed. Het ging de familie Van Loon dus van welgesteld via rijk naar superrijk. Tegenwoordig is de familie in mannelijke lijn uitgestorven en houdt Museum van Loon de herinnering in stand. Huis en tuin zijn gedeeltelijk ingericht zoals dat begin twintigste eeuw het geval was en het museum beschikt over een fraaie kunstcollectie die de familie in de loop der eeuwen bijeen bracht. Dat er vanaf de generatie van Willem van Loon van elke generatie portretten zijn, is bijzonder. Het zijn die portretten die met enige regelmaat aanleiding geven tot wisselexposities zoals nu over Adriaan de Lelie.