HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - december 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Het Weihnachts-Oratorium, een oorspronkelijk werk is te bestellen door het overmaken van € 29,50 (€ 25,00 + € 4,50 verzendkosten) Zie de website voor meer informatie over dit en andere boeken, of mail rechtstreeks met: k.vanhouten@home.nl

 

www.keesvanhouten.nl

 

©Brabant Cultureel – december 2014

Eerst komt Bach, dan Mozart, dan Beethoven

 

Hij graaft al meer dan vijftig jaar naar de achtergronden in de muziek van Johann Sebastian Bach. ‘Er heeft op dit terrein nog nooit iemand zó uitgebreid onderzoek gedaan als ik,’ zegt Kees van Houten zelfverzekerd. De Boxtelaar heeft een groot deel van zijn leven aan Bach gewijd. Zojuist is zijn dertiende boek over dit muzikale fenomeen uitgekomen.

 

door Rinus van der Heijden

 

Vijfenveertig jaar was hij toen hij in 1985 zijn eerste boek over Bach op de markt bracht: Bach en het getal. Het werk was meteen omstreden, omdat Kees van Houten getalsymboliek ‘losliet’ op het oeuvre van Bach. Maar hij trok zich er niets van aan en begon een niet aflatende zoektocht naar de Duitse componist die zijn weerga niet kent. Zijn naam als Bachkenner is er in binnen- en buitenland definitief mee gevestigd. Inmiddels heeft de 74-jarige inwoner van Boxtel dertien boeken over de Duitse componist op zijn naam staan. Het jongste is Het Weihnachts-Oratorium een oorspronkelijk werk. Het werd half december 2014 in Eindhoven gepresenteerd.

 

 

De eerste exemplaren van zijn nieuwste boek reikte Van Houten na de presentatie in de Oude Rechtbank in Eindhoven uit aan zijn kinderen Lonneke en Bart. foto Gemma van der Heyden

 

Waarom is Kees van Houten zo verslingerd aan de componist Johann Sebastian Bach? Dit is de vraag die zich onherroepelijk aandient als het gaat om iemand die zich drie, vier uur per dag met Bach bezighoudt. Hij heeft daar een welklinkend antwoord op: ‘Eerst komt Bach, dan Mozart, dan Beethoven. Bach is de allerbelangrijkste. Bij hem word je voortdurend getroffen door een volmaakt evenwicht tussen gevoel en verstand. Aan de ene kant schuilt de rationele, structuurgevoelige componist, aan de andere kant de persoon die emoties uiterst genuanceerd in muziek kan uitdrukken. Bovendien brengt hij alle muzikale ontwikkelingen vóór en na hem samen in één hoogtepunt, één grote synthese.’

 

Ontdekkingsreis

Het jongste boek Het Weihnachts-Oratorium, een oorspronkelijk werk is het tiende in de serie ‘Van Taal tot Klank’. Alle boeken in deze reeks gaan over composities van Bach die geschreven zijn op een tekst. Kees van Houten noemt zijn onderzoek naar de relatie tussen muziek en tekst bij Bach ‘een ontdekkingsreis en voor de mensen die deze stukken uitvoeren een eyeopener, een soort leidraad.’

‘Alle boeken uit de serie zijn gebaseerd op grondige muzikale analyses. Ik distilleer ze uit de theoretische kennis die ik van Bach heb. Zo maakte ik ook een studie van alle technieken uit de barokmuziek. Ik ken die technieken door en door. Ik ga op zoek naar wat achter de noten ligt. Een hoop zaken kan ik niet bewijzen, maar ik kan wel de blik verruimen van de mensen die er kennis van nemen. Veel andere schrijvers benaderen Bach puur wetenschappelijk en komen alleen met wat duidelijk en bewijsbaar is.’

‘Ik neem deze wetenschappelijke kant óók als uitgangspunt, maar verruim die met de meer subjectieve muzikale en symbolische invalshoek, die niet altijd direct bewijsbaar is. Op deze manier kom je veel sneller tot een totaalinzicht en dus ook tot de juiste oplossing van een bepaald muzikaal vraagstuk. Bovendien heeft mijn benadering al vaak aangetoond dat veel wetenschappers foutieve beoordelingen maken, omdat ze van een diepgaande muzikale analyse geen kaas hebben gegeten.’

Tijdens ons gesprek begint Kees van Houten aan een lange verhandeling over de openingsregels van het Weihnachts Oratorium. Die luiden al honderden jaren als volgt: ‘Jauchzet, frohlocket, auf, preiset die Tage’. Maar daar is Kees van Houten het niet mee eens. Van een wereldlijke cantate die Bach in 1733 schreef met als openingsregel ‘Tönet, ihr Pauken! Erschallet, Trompeten!’ gebruikte hij materiaal voor het Weihnachts Oratorium dat in 1734 het levenslicht zag. Bach wilde de eerste regel van die wereldlijke cantate – voor de verjaardag van de koningin van Dresden – ook gebruiken voor het openingskoor van het Weihnachts Oratorium, dat weet Kees van Houten heel zeker.

 

 

Kees van Houten thuis aan de piano. foto Gemma van der Heyden

 

 

Doorgestreept

‘In de autografe partituur heeft Bach namelijk deze regel overal als eerste genoteerd. De reden dat hij die begintekst later heeft doorgestreept en gewijzigd in Jauchzet, frohlocket, auf, preiset die Tage kan onmogelijk van muzikale aard zijn geweest. De relatie tekst-muziek was in de Tönet-versie optimaal en werd door de Jauchzet-tekst volkomen tenietgedaan. Waarom heeft Bach de tekst dan toch veranderd?’

‘De componist lag regelmatig overhoop met de kerk en het gemeentebestuur van de steden waar hij leefde. De wereldlijke cantate met de Tönet-tekst had hij al eerder uitgevoerd in een café, met wijn en kostuums. Ik vermoed dat het kerk- en stadsbestuur geprotesteerd heeft tegen het feit dat Bach diezelfde begintekst ook wilde gebruiken als openingstekst van zijn Weihnachts Oratorium en dat hij daarom die eerste regel heeft moeten wijzigen. Ik kan het niet bewijzen, maar krijg wel gelijk van huidige dirigenten en musici. De openingszin moet dus zijn: Tönet, ihr Pauken! Erschallet, Trompeten! Deze stelling heb ik vastgelegd in een boek dat ik in 2010 over deze materie schreef. Meteen na mijn ontdekking – in december 2009 – heeft dirigent Jan-Willem de Vriend mijn nieuwe visie op het oratorium live uitgevoerd,’ lacht hij uitdagend.

Een gesprek met Kees van Houten laat je verdrinken in de stortvloed aan kennis, die hij bij zich draagt. Daarbij zijn de uitkomsten van de onderzoeken die hij pleegt uiterst interessant. En vaak moeilijk te weerleggen. Dat komt omdat Van Houten zelf ook uitvoerend musicus is. Hij studeerde aan het Brabants Conservatorium in Tilburg (nu Fontys Conservatorium) piano en orgel. Sinds 1957 is hij organist in de St. Lambertuskerk in Helmond en van 1971 tot 1992 was hij hoofdvakdocent orgel aan de Hogeschool voor de Kunsten, faculteit Muziek, in Utrecht.

 

 

Kees van Houten. foto Gemma van der Heyden

 

 

Interpretatiecursussen

Als concerterend organist treedt Kees van Houten op in binnen- en buitenland. Daarnaast geeft hij lezingen, workshops en interpretatiecursussen. Uiteraard altijd met zijn visie op Bach. ‘Wat ik na een lezing vaak als vraag krijg is: wat vinden de muziekwetenschappers van jouw onderzoeken. Mijn antwoord is dan: dat interesseert mij geen bal. Als je naast muziekwetenschap ook een opleiding als praktisch musicus aan een conservatorium hebt gevolgd, ligt dat natuurlijk anders. Maar de studie muziekwetenschap ‘an sich’ stelt maar heel weinig voor en besteedt nauwelijks aandacht aan de inhoudelijke kant van de muziek. Ze mogen zich dan wel doctor of doctorandus musicologie noemen; nou en? Ik leer Bach het meest kennen door in zijn muziek te duiken en deze tot op de bodem te analyseren. Niet door het lezen van zijn biografie, hoe belangrijk op zich ook.’

Daarmee wordt een ander punt aangeroerd: twee standaardwerken die verschenen over de mens en musicus Bach. Het eerste is Johann Sebastian Bach van Christoph Wolff, dat in 2000 uitkwam, het tweede Bach. Muziek als een geschenk van de hemel van dirigent en Bachkenner John Elliot Gardiner. Dit boek kwam eerder dit jaar (2014) op de markt. Het boek van Wolff heeft Kees van Houten gelezen, dat van Gardiner nog niet. Zijn de boeken die de Boxtelaar tot nu toe schreef, hier aanvullingen op?

‘Mijn boeken gaan veel verder,’ zegt hij. ‘Ik schrijf geen biografische gegevens over Bach, maar heb het over zijn muziek, zijn beleving, zijn levensfilosofie en over zijn geloof. Bach had een universeel religieus gevoel. In zijn hart was hij veel meer piëtist dan Lutheraan. Overigens is dat boek van Wolff een fantastische biografie. Hij heeft het leven van Bach grondig onderzocht, maar het boek gaat niet over de inhoud van zijn muziek. En dus staan er op dit punt ook veel fouten in.’

 

 

Kees van Houten. foto Gemma van der Heyden

 

 

Kruisvorm

En zo snellen we van voorbeeld naar voorbeeld. Nog eentje dan. Het boek De kruisvorm in de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach werd een bestseller. Er zijn vijfduizend exemplaren van verkocht. Kees van Houten onderzoekt en becommentarieert hierin de beschouwing van Hans Brandts Buys, die het in de jaren vijftig van de vorige eeuw voor het eerst had over een mogelijke kruisvorm in de Matthäus Passion.

Van Houten over deze verborgen structuur: ‘Bach heeft de Matthäus Passion in tweeën gedeeld. Het korte eerste deel staat voor de dwarsbalk van het kruis waaraan Christus is gestorven. Het lange tweede deel is de staander. Precies in het midden van het eerste deel ligt het moment dat Jezus aan Petrus aankondigt dat deze hem, nog vóór de haan kraait, driemaal zal verloochenen. Wanneer je het moment, waarop de verloochening in het tweede deel (en dus op de staande balk) daadwerkelijk plaatsvindt, laat samenvallen met het moment van de aankondiging, ontstaat een perfecte kruisstructuur.’

‘In deze structuur staat de Petrus-figuur en zijn verloochening dus centraal. Een zeer actueel en universeel thema dat mensen steeds weer aan het denken zet over het maken van eerlijke, oprechte keuzes, waarbij angst, winstbejag of macht geen rol mag spelen, maar het alleen gaat om waarheidsbevinding. Niet voor niets is de aria ‘Erbarme dich’, die onmiddellijk na de verloochening tot klinken komt, voor velen hét hoogtepunt van de Matthäus Passion.’

Zijn nieuwste boek telt óók twee delen. In het eerste deel van het ruim driehonderd pagina’s tellende werk vertelt Kees van Houten over de parodiestukken van Bach: werken die hij schreef en die hij later hergebruikte, door de tekst door een andere te vervangen. ‘Het tweede deel van het boek is voor de leek interessanter, omdat ik alle stukken op een begrijpelijke manier uitleg. Dat gaat heel subjectief. Het zijn ontboezemingen, waarin ik mijn kennis combineer met mijn eigen bewondering, dan wel verwondering.’

 

Eigenwijsheid

Kees van Houten zou je een vérgaande eigenwijsheid kunnen toedichten. Dat doen met name enkele musicologen dan ook. Maar zijn onderzoeken worden door vakmusici en de liefhebbers hogelijk gewaardeerd. ‘Het is nu zo ver dat ik een Bachkenner par excellence word genoemd. Na mijn eerste boek ben ik erg verketterd. Maar tegenwoordig wordt mijn stijl en benadering steeds meer gezien als baanbrekend en grensverleggend, vooral van de kant van musici. Veel mensen willen in publicaties geen ingewikkelde wetenschappelijke voetnoten. Ze willen gewoon een mooi boek lezen.’

Bach en het getal, het werd het eerste boek dat Kees van Houten schreef en is gebaseerd op een onderwerp dat hij volledig tot het zijne heeft gemaakt. Getallen en muziek speelden al bij Pythagoras, die stelde dat het wezen van de muziek een spel is van getalsverhoudingen en dat muziek daarom als geen andere kunstvorm verwant is aan de kosmos. Ook de orde van de kosmos was volgens Pythagoras gebaseerd op getalsverhoudingen en kon daarin worden uitgedrukt. Kees van Houten bouwt deze stelling verder uit. Hij zegt dat Bachs muziek het perfecte toonbeeld is van orde, logica en evenwicht. Muziek diende volgens Bach een realistische weergave te zijn van de kosmische orde, waardoor hij niet anders kon dan bewust naar maat en getal te scheppen.

Aan de andere kant ontstond in de tijd van Bach, die leefde van 1685 tot 1750, een hernieuwde belangstelling voor de oude Griekse en Latijnse Ars Retorica. Het opkomende humanistisch denken in de zeventiende eeuw verlegde het accent van God naar de mens. Wat muziek betreft, die kreeg een uitgesproken aards doel en diende niet langer meer de verheerlijking van God en zijn schepping. Muziek werd steeds meer een taal en kreeg ook de taak vooral de mens te behagen door zijn zinnen te prikkelen en menselijke emoties op te roepen.

 

 

Kees van Houten tijdens het interview. foto Gemma van der Heyden

 

 

Scheidslijnen

Op de scheidslijnen van het verre verleden en de nieuwe tijd, die nieuwe denkbeelden aan de muziek meegaf, is het oeuvre van Bach gebouwd. Het toepassen van de muzikale Retorica ging hand in hand met het bedenken van nieuwe muzikale technieken. Hij is daar zo ver in gegaan, dat er na hem niemand is geweest die dat heeft kunnen evenaren.

Kees van Houten draagt wat hij tijdens zijn onderzoeken allemaal heeft ontdekt uit in lezingen en concerten, met name in zijn initiatief ‘Bach rond de speeltafel’. Van Houten zit dan achter de speeltafel van het orgel met de toehoorders om zich heen en hij geeft dan een concert waarbij ieder werk uitgebreid wordt toegelicht. Met deze combinatie van uitvoerend musicus en docent wil hij nog lang doorgaan.

Betekent dat ‘lange doorgaan’ dat hij zijn veertiende boek al in voorbereiding heeft? ‘Nog niet. Ik moet eerst weten wat het nieuwe element is wat ik wil inbrengen. Ik heb nu in vijf jaar vijf boeken uitgebracht. Dat mag je massaproductie noemen, maar dan wel een met een heel diepgravend karakter.’

Tot slot wil Kees van Houten nog iets kwijt over de kracht van Bachs muziek, die niet is beperkt tot de achttiende eeuw, maar een eeuwigheidswaarde heeft. ‘Zijn muziek gaat eeuwig door in hetzelfde oerritme. Eigenlijk heeft zijn muziek geen begin en geen einde. Muzikaal-technisch natuurlijk wel. Maar de inhoud ervan doet begrippen als begin en einde volkomen vervagen en brengt de mens in contact met het goddelijke ritme, de eeuwigheid.’

Waarmee gezegd wil zijn dat je enig religieus besef moet hebben om te kunnen doordringen in de muziek van Johann Sebastian Bach? ‘Nee, zeker niet, het is juist mijn ervaring dat de muziek van Bach bij miljoenen mensen van allerlei rang en stand een universeel religieus gevoel kan aanboren en blijvend kan voeden. Dat heeft met een bestaande godsdienst niets te maken. Ik ben weliswaar katholiek opgevoed, maar bij mij is geleidelijk dat alles overstijgend universeel religieus gevoel gegroeid, gevoed door Bach.’