HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - december 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Jan de Bie. detail uit een foto van Frans Strous

 

  ‘Jan de Bie. Boekenlandschappen’ t/m 8 februari 2015 in het Breda’s Museum.

www.breda-museum.org

 

Harry van Boxtel & Ton Homburg (tekst & boekontwerp), Jan de Bie, Boekenlandschappen. Onbegrensde verzamelingen. Uitgave: Breda"s Museum, 2014, 84 pp.,  ISBN 978-90-806108-9-7, pb. 22,50

 

www.jandebie.nl

 

www.grensgeluiden.nl/2014/11/tentoonstelling-boekenlandschappen-van-jan-de-bie-in-grensgeluiden-van-30-november.php  (het tweede deel van dit programma gaat over Daan Manneke naar aanleiding van diens vijfenzeventigste verjaardag).

 

Jan de Bie & H. van Boxtel, Papieren en notulen van de Asgrauwe. Breda: Opera P-Pers 2006, 378 pp., ISBN 978-90-78411-02-4, hb., alleen nog antiquarisch verkrijgbaar.

 

©Brabant Cultureel – december 2014

Jan de Bie: asgrauw en helder stralend

 

Jan de Bie is een kunstenaar die een bibliotheek of een heerlijk volle boekenwinkel weet weer te geven als een stralend landschap dat zelfs in rommeligheid nog verstilling weet te bieden. Prentkunst, boekkunst en het grote gebaar van het weidse landschap komen in zijn werk samen. Breda’s Museum toont een mooie keuze uit zijn recentere werk.

 

door Lauran Toorians

 

Harry van Boxtel en Jan de Bie zijn echte Brabanders en dus houden zij van postduiven. De oorzakelijkheid ontgaat mij – zelf houd ik vooral van duif nadat er bouillon van is getrokken – maar Van Boxtel zegt het in een radio-interview en ik neem meteen aan dat hij de eerlijkheid zelve is. Die liefde voor de postduif uitte zich bij Van Boxtel onder meer in het schrijven van de merkwaardige Papieren en notulen van de Asgrauwe. In die papieren en notulen, even fictief als hilarisch, doet de kersverse secretaris van een nieuw opgerichte club van duivenmelkers verslag. Verslag van alles, eigenlijk, want niet wetend wat de taken van een secretaris precies inhouden, noteert en bewaart de goede man gewoon alles wat op zijn weg komt.

 

 

Zaaloverzicht met bladen uit ‘Papieren en notulen van de Asgrauwe’. foto Frans Strous

  Grotere weergave

 

Steeds wanneer Van Boxtel een aantal pagina’s had geschreven, gaf hij die te lezen aan zijn vriend en kunstbroeder Jan de Bie, die er spontaan en geheel ongevraagd bij begon te tekenen. En niet alleen dat. Hij schreef het hele boek over en illumineerde het als een middeleeuwse boekenmaker van de hoogste orde, zodat tekst en illustraties een volledige eenheid gingen vormen. En dat niet alleen: hij deed dit maar liefst drie keer. De middelste van deze drie versies werd in 2006 in een bibliofiele uitgave gedrukt, maar nu zijn flinke delen van alle drie de originele versies te zien in het Breda’s Museum. Wie dat wil, kan alleen al bij deze werken uren kijkend en lezend doorbrengen.

 

Canontafel

De associatie met middeleeuwse boekkunst komt hier niet zomaar door de manier waarop tekst en beeld zijn samengesmeed. De Bie kent zijn klassieken en speelt daar een meesterlijk spel mee. Wie een beetje is ingevoerd in de rijk versierde boeken uit de negende en de tiende eeuw, zowel uit de omgeving van Karel de Grote en diens nazaten als uit de traditie op de Britse Eilanden, herkent tal van verwijzingen naar beroemde boeken als het Godescalc Evangelistar, het Book of Kells, de Lindisfarne Gospels en vooral het Utrechts Psalter. Geniaal is bijvoorbeeld het idee om de tijdstabel voor het lossen van de duiven te presenteren in de vorm van een canontafel die in een middeleeuws evangeliehandschrift in vier kolommen de parallellen tussen de vier evangeliën naast elkaar zet.

 

Academie

Harry van Boxtel (Tilburg 1952) is ook de samensteller van de huidige tentoonstelling in het Breda’s Museum en van de begeleidende publicatie. Hij leerde Jan de Bie (’s-Hertogenbosch 1946) kennen toen zij collega’s werden als docenten aan de Academie St. Joost in Breda en dat leidde tot een jarenlange vriendschap en kunstbroederschap. Wat hen vooral lijkt te verbinden is een intelligent kritische kijk – dus niet negatief of zuur – op de kunst en op de wereld in het algemeen. De liefde voor gevogelte reikt in elk geval bij Van Boxtel verder dan de asgrauwe postduif. Ook de bij uitstek veelkleurige wereld van de papegaai boeit hem mateloos, en hij is curator-directeur van het Papegaaienmuseum (www.cubra.nl/PM/).

Literatuur en boeken vormen een andere inspiratiebron en ook hier zijn er nauwelijks grenzen. James Joyce, en met name diens Ulysses, geeft aanleiding tot een visuele rondgang door Dublin, variërend van realistische afbeeldingen van herkenbare locaties tot kleine uitsneden of haast abstracte bewerkingen. Hoogtepunt is hier de grote collage – als het zo mag heten – Sirenen. Dat zijn hier niet zoals bij Homerus verleidelijk zingende fantasiewezens, maar Joyce’s bardames Douce en Kennedy aan de tap met achter hen aan de wand een mozaïek van kunstwerken die allemaal verwijzen naar het thema. Zowel in de tentoonstelling als in het begeleidende boek worden ze alle (ruim) 110 toegelicht (althans voor wie weet waar Howth is, en Westmortelandstreet).

 

 

Zaaloverzicht met rechts Sirenen en op de achterwand Joyce in Shakespeare & Co. foto Frans Strous

  Grotere weergave

 

Literatuur en Joyce brengt De Bie ook naar boekhandels en bibliotheken die onder zijn hand veranderen in de boekenlandschappen in de titel van de tentoonstelling. De beroemde foto uit 1920 met James Joyce, Sylvia Beach en Adrienne Monnier in de Shakespeare & Co (toen nog in de Rue Dupuytren) in Parijs komt in tal van bewerkingen terug en beroemde bibliotheken worden bij De Bie tot schier eindeloos hoog en ver strekkende wanden vol boeken die zich keurig met de rug recht gereedhouden om te worden gekoesterd door verstilde lezers. Een aantal van de schilderijen met dit onderwerp is in de tentoonstelling zo mooi uitgelicht dat zij eruit zien alsof ze zijn uitgevoerd in glas-in-lood, waarbij het de boeken zelf zijn die stralen.

  

Landschap met duivenkot. Uit besproken boek bij de tentoonstelling. foto Frans Strous

  Grotere weergave

Landschappen

Behalve boekenlandschappen zijn er tot slot ook ‘echte’ landschappen. Niet echt in de zin van realistisch, maar wel in de zin dat je er meteen een stoel bij wilt pakken om te kijken tot er een vogel (een duif?) voorbij vliegt, of het raam zou willen openen om de frisse wind te voelen. Vaak zijn het lege landschappen met heldere kleuren en een verre einder en is het de rust en ruimte die de kijker ‘pakken’. In andere gevallen is er de suggestie van percelen in vele kleuren groen, en soms een andere kleurtoets, die in elk geval bij mij ook weer meteen herinneringen aan Ierland oproept. En, hoe kan het anders, er zijn landschappen met duivenhokken.

In de tentoonstelling kan – verlucht met dia’s – worden geluisterd naar een wat ouder radioprogramma (VPRO) waarin Gijsbert van der Wal in gesprek is met Jan de Bie. En bij gelegenheid van de tentoonstelling interviewde de lokale Oosterhoutse en digitale radiozender GrensGeluiden Harry van Boxtel over Jan de Bie en over de tentoonstelling. Ook dit interview is beslist het beluisteren waard.

Al het voorgaande betekent overigens niet dat je een kenner moet zijn van het werk van Joyce of dat je moet hebben doorgeleerd in de middeleeuwse boekkunst om van het werk van Jan de Bie te kunnen genieten. Je hoeft er zelfs geen duivenmelker voor te zijn. Gewoon open staan voor schoonheid, meer is niet nodig.

 

Uit de serie 'Bibliotheken'. Uit besproken boek bij de tentoonstelling. foto Frans Strous

  Grotere weergave

 

V.l.n.r.: James Joyce, Sylvia Beach en Adrienne Monnier in de Shakespeare & Co. Uit besproken boek bij de tentoonstelling. foto Frans Strous

  Grotere weergave

 

Uit 'De asgrauwe'. Uit besproken boek bij de tentoonstelling. foto uit het boek

  Grotere weergave