HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 3 - juni 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Marie-Antoinette Willemsen, De lange weg naar Nusa Tenggara. Spanningsvelden in een missiegebied. Hilversum: Verloren 2015, 220 pp., ISBN 978-90-8704-519-7, pb., € 24,00.

 

www.verloren.ml

www.svdneb.nl

http://steyl.eu/index.php?id=2&L=3

 

©Brabant Cultureel – juni 2015

Een lijntje tussen Noord-Brabant en Flores

 

Missionarissen, zeker katholieke missionarissen, lijken iets van het verleden en niet van deze tijd. Geleidelijk aan werd missie ontwikkelingswerk, maar ook daarin namen veel congregaties het voortouw. Een boek over de paters van SVD laat dat zien en onder die paters waren ook bekende en minder bekende Brabanders.

 

door Lauran Toorians

 

Flores is een van de Kleine Soenda-eilanden in de Indonesische archipel. Het ligt ten oosten van Java en ten zuiden van Sulawesi en wordt wel gerekend tot de groep eilanden waarvan Timor het grootste is. Het eiland heeft sinds de zestiende eeuw lang onder Portugese invloed gestaan, maar werd in 1818 onder Nederlands bestuur gebracht. Hierna volgden lange onderhandelingen met de Portugezen over onderdanen en bezittingen, totdat in 1854 een verdrag werd gesloten dat in 1859 door Nederland werd geratificeerd. Voor een bedrag van tweehonderdduizend gulden nam Nederland alle Portugese bezittingen in de Timorarchipel – behalve Oost-Timor – van de Portugezen over.

 

 

Kaart van Nusa Tenggara (Flores), overgenomen uit besproken boek.

 

Hoewel de islam ook op Flores voet aan de grond kreeg, was al in de zestiende eeuw het missiewerk van Portugese Dominicanen hier (en Timor en Solor) erg effectief. Er bestond ook in de negentiende eeuw nog een christelijke, katholieke gemeenschap waar onder het nieuwe gezag Nederlandse missionarissen bij konden aansluiten. Het resultaat is dat de bevolking van Flores nu overwegend katholiek is, wat in het geheel van Indonesië erg uitzonderlijk is.

 

Missionarissen

In die Nederlandse missie op Flores namen de missionarissen van de Societas Verbi Divini (SVD) een belangrijke plaats in. De naam van deze congregatie betekent ‘Gezelschap van het Goddelijk Woord’, maar in Nederland staat zij beter bekend als de Missionarissen van Steyl, naar de plaats waar zij hun eerste missiehuis hadden. Oprichter van de congregatie was in 1875 Arnold Janssen die vanuit Goch in Duitsland de grens overstak, omdat in het toenmalige Duitse Rijk de verwezenlijking van zijn ideaal onmogelijk was. Al na vier jaar vertrokken de eerste missionarissen van SVD naar China en snel daarna werd Indonesië een belangrijk missiegebied. Daar is de congregatie ook nu nog sterk aanwezig.

In 1911 werd een tweede missiehuis geopend in Uden dat daar tot 1944 fungeerde en dat tien jaar later herrees in Deurne. Dat is in 2013 overgegaan in een ‘Zorghuis’ voor zowel leden van de congregatie als leken. En dan is er nog een SVD Communiteit in Teteringen waarin de congregatie samenwerkt met andere kloosterorden en congregaties. Een Noordbrabants aandeel is dus in de congregatie onmiskenbaar aanwezig. Dat gold en geldt ook voor de leden, met pater Piet Heerkens (1897-1944) als bekendste voorbeeld.

 

 

De voormalige seminariegebouwen in Ledalero, circa 1935. Collectie Kees Maas. foto uit besproken boek

 

 

Wereldberoemd

Piet Heerkens werd wereldberoemd in zijn geboortestad Tilburg die hij als dialectdichter uitbundig bezong (zie www.cubra.nl[...]Toorians-Heerkens  en www.cubra.nl/pietheerkens). Die roem overschaduwt zijn verdere activiteiten behoorlijk, want hoewel hij als dialectdichter zeker een eervolle vermelding verdient en ook buiten Tilburg invloedrijk was, heeft hij ook in de missie op Flores niet stilgezeten. Hij was er onder meer leraar op het kleinseminarie en pastoor in Kampong Sika, tot hij om gezondheidsredenen moest terugkeren naar Nederland. Net als veel andere missionarissen van zijn generatie deed hij ook antropologisch werk en publiceerde hij over Flores, de eilandbewoners en hun behoorlijk diverse culturen.

Van ronduit wetenschappelijk niveau, en nog steeds geroemd, is zijn Lieder der Florinesen. Sammlung 140 florinesischer Lieder und 162 Texte mit Übersetzung aus dem Sprachgebiete der Lionesen, Sikanesen, Ngada’s und Manggaraier dat postuum (in 1953) verscheen bij de academische uitgeverij Brill in Leiden. Zoals de titel al zegt, bevat dit boek een groot aantal liederen, tekst en muzieknotatie, in diverse talen die Heerkens op Flores had verzameld. De uitgave werd bezorgd door niemand minder dan de grote etnomusicoloog Jaap Kunst en het was Kunsts vader die de Duitse vertaling verzorgde. Al eerder, in 1930, had Heerkens een boek gepubliceerd over Flores. De Manggarai waarin hij een flink aantal verhalen en liederen in vertaling had opgenomen. Waar heimwee hem ertoe dreef te dichten in het Tilburgs, had hij dus beslist ook een scherp oog voor de rijke culturen van de bevolking op Flores.

 

 

Kees Maas SVD in zijn werkkamer, 1969. Collectie Kees Maas. foto uit besproken boek.

 

 

Ontwikkelingswerk

Maar Piet Heerkens inspireerde ook anderen tot het missiewerk. Zo kwam stadsgenoot Frans Cornelissen op het idee missionaris te worden doordat Jan Heerkens, oudere broer van Piet, bij hem in de klas zat. Cornelissen was enig kind en zijn ouders zagen hem niet graag vertrekken, maar zij stonden wel toe dat hij een opleiding tot seculier priester (‘wereldheer’) volgde. Zij hoopten waarschijnlijk dat hun zoon met de jaren toch zou kiezen voor een loopbaan als pastoor, maar uiteindelijk koos Cornelissen toch voor de congregatie van Steyl en voor Flores.

Ook andere jongens – en in mindere mate ook meisjes – kozen voor een leven in de missie. Pas in de jaren zestig, toen na het Tweede Vaticaans Concilie de kloosters begonnen leeg te lopen en anderzijds het begrip ‘ontwikkelingswerk’ zijn intrede deed, namen ook de religieuze roepingen voor de missie snel af.

De Bredase historica Marie-Antoinette Willemsen heeft nu de geschiedenis van de missionarissen van SVD op Flores te boek gesteld. Piet Heerkens wordt in dit boek maar één keer genoemd. Het accent ligt op de generaties na hem en om de ontwikkelingen in het missiewerk in beeld te brengen, heeft Willemsen vier tweetallen missiewerkers geportretteerd aan de hand van interviews en archiefbronnen. Het eerste thema dat zo aan bod komt is de ‘op- en uitbouw van het seminarieonderwijs’, waarbij opmerkelijk is dat zeker in het begin dit onderwijs ook op Flores geheel Nederlandstalig was en op Nederlandse leest geschoeid. Zo moesten de Florinese leerlingen dus onder meer via het Nederlands Latijn leren.

Later veranderde dit en het begrip indonesianisasi speelt in het boek herhaalde malen een rol. Na de onafhankelijkheid van Nederland werd in Indonesië een omvangrijke – en lang niet altijd zachtzinnige – politiek van eenmaking gevoerd. Onder Nederlands bestuur was Indië nooit een eenheid, maar juist een palet met een enorme diversiteit aan talen, culturen en religies. Na de dekolonisatie namen Indonesiërs het bestuur over, ook in de kerk en in het onderwijs, en werd krachtig gewerkt aan een eenheidsstaat met bijvoorbeeld ook één taal. De missionarissen moesten inschikken.

 

Drukkerij

In de drie andere hoofdstukken staat achtereenvolgens het ontwikkelingswerk centraal – met een veelzeggende paragraaftitel ‘Van bekering naar ontwikkeling’ – de bestuurlijke confrontaties, en dus opnieuw indonesianisasi, en als laatste de ‘onuitputtelijke werkdrift’ die de leden van de congregatie aan de dag legden en leggen. Zo runden de missionarissen op Flores een eigen drukkerij en boekbinderij en hielden zij er een eigen scheepvaartdienst op na. Niet alle geportretteerden in het boek zijn Brabanders, dat zou vreemd zijn geweest, maar dat de paters van SVD hebben bijgedragen aan een lijntje tussen Noord-Brabant en Flores is duidelijk. Misschien kan Piet Heerkens worden beschouwd als het gezicht daarvan, maar zijn minder bekende medebroeders hebben allicht voor Flores belangrijker werk verricht.

In Nederland sloeg de vergrijzing genadeloos toe, maar wereldwijd floreert de congregatie en telt zij momenteel nog ruim zesduizend leden, waarvan een groot deel op Flores. Steyl is nog steeds de hoofdzetel. Daar bevindt zich ook een Missiemuseum met onder meer een grote volkenkundige verzameling. Bijzonder aan dit museum is dat de inrichting ervan sinds 1931 niet meer is gewijzigd, waardoor dit nu ook een prachtig ‘museummuseum’ is geworden dat laat zien hoe volkenkundige en natuurhistorische voorwerpen een kleine eeuw geleden aan het volk werden getoond.