HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 3 - juni 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Belangstellenden voor Het Schrijfatelier kunnen zich nu al aanmelden voor het nieuwe seizoen dat in september start, via de openbare bibliotheek (aangesloten bij De Bibliotheek Midden-Brabant). Mijke Pols' opvolgster staat al in de startblokken.

 

www.bibliotheekmb.nl

http://hagendoorn.vpweb.nl

http://mijkepol.nl

 

©Brabant Cultureel – juni 2015

Waalwijkse schrijvers helpen elkaar

 

De Bibliotheek Midden-Brabant biedt amateurschrijvers de helpende hand. In december vorig jaar begon in Waalwijk Het Schrijfatelier. Die pilot is zo’n succes dat andere vestigingen gaan aanhaken.

 

door Joep Trommelen

 

‘Wilde gij een buil, vraagt het meisjes achter de kassa van de Em-Té?’ Frans Hagendoorn (65) leest een column voor die hij voor de wijkkrant schreef. In het stuk met de titel ‘Een Hollander ontdekt Brabant’ beschrijft de oud-leraar Nederlands hoe hij in een ver verleden, toen hij naar Waalwijk verhuisde, ontdekte dat ze daar een heel ander soort Nederlands spreken. Veertig jaar blootstelling aan het dialect heeft bij hem een ‘Nieuw Amsterdams Wolluks’ doen ontstaan, legt hij uit. Inmiddels weet hij dat een ‘buil’ in Brabant een ‘zakje’ is en geen bult op het hoofd.

Zijn column leidt tot lachende gezichten bij Marian Mahieu Stokwielder (62) en Ingeborg Janssen (49). Aan het eind van hun wekelijkse dinsdagmiddagbijeenkomst in een zaaltje in de bibliotheek van Waalwijk wordt er altijd voorgelezen. Nieuw of oud werk, dat maakt niet uit. Het is de bedoeling dat de deelnemers aan Het Schrijfatelier elkaars werk bespreken. Om daar iets van te leren, maar het mag ook gewoon gezellig zijn.

 

 

Belangstellenden in de Waalwijkse bibliotheek. Tweede van links (achter de tafel) is Frans Hagendoorn. foto Piet den Blanken

 

 

Klemtoon

Marian Mahieu Stokwielder moet erg lachen om Hagendoorn. Volgens haar legt hij nog steeds de verkeerde klemtoon bij het uitspreken van ‘Houdoe hè!’. En ze vond het einde van de column wat minder sterk, zegt ze. Frans beaamt dat hij ‘een beetje obligaat’ eindigt. ‘Maar het was voor de wijkkrant, dus heb ik een einde gemaakt dat volgens mij een breed publiek aan kon spreken.’ Ingeborg Janssen vindt het vooral leuk de vergelijkingen tussen het Wolluks en het Noord-Hollands te horen. ‘Dat wist ik allemaal niet.’

Deze dinsdagmiddag zijn ze met z’n drieën. Een nieuw lid is niet komen opdagen en in de loop van het jaar zijn er ook mensen afgehaakt. Twee groepen telt Het Schrijfatelier in Waalwijk, een dinsdag- en een vrijdaggroep. De bieb stelt een zaaltje en koffie en thee beschikbaar. De rest mogen de schrijvers zelf invullen.

Deelname aan het atelier is gratis. Eén keer per jaar is er budget om een gevestigde naam in schrijversland uit te nodigen. Als een groep dat vaker wil doen, moet ze het zelf betalen.

 

Deadline

Auteur Mijke Pol is journaliste, drijvende kracht achter het Tilburgse literaire festival Tilt en schrijfster van de roman Panty. Zij nam in ’s-Hertogenbosch deel aan een schrijfatelier voor professionele auteurs die elkaar voornamelijk voorlazen uit eigen werk en feedback gaven. ‘Dat stimuleert, en bovendien: als je iedere keer een deadline hebt, schrijf je beter, weet ze nu. ‘We kregen toen veel vragen van amateurs die op hun zoldertje ’s avonds in hun eentje achter hun computer zitten te schrijven. Ook zij hebben behoefte aan samenwerking en feedback. Die twee elementen zijn allebei even belangrijk. En een wekelijkse bijeenkomst van zo’n schrijfclub is een stok achter de deur, is vaak net het zetje dat mensen nodig hebben.’

De Bibliotheek Midden-Brabant huurde haar een jaar geleden in om een pilot voor amateurs in Waalwijk op te zetten. Onlangs is ze met daarmee gestopt. ‘Er kwamen meteen twintig mensen op af! Ze schreven vanuit verschillende motieven, soms als verwerking van iets wat ze hadden meegemaakt, soms omdat ze heel hun leven al een droom hadden gehad iets te schrijven. Dat maakt ook niet uit. De enige voorwaarde voor deelname is dat je moet geloven in de kracht van het delen van wat je doet en van je kennis. Als schrijver zit je zo dicht op je tekst dat je eigenlijk niet objectief kunt kijken naar de kwaliteit van de plot, je dialogen, de spanningsboog. In zo’n schrijfatelier heb je ineens een heleboel redacteuren beschikbaar!’

 

 

Van links naar rechts achter de tafel: Rianne de Bie, Ingeborg Janssen en en Marian Mahieu Stokwielder. foto Piet den Blanken

 

 

Enthousiast

Marian Mahieu Stokwielder leest deze dinsdag in de Waalwijkse bieb een gedicht voor dat ze schreef voor een poëzievoordracht in het plaatselijke wandelpark dat onlangs zijn 65ste verjaardag vierde. Ingeborg Janssen is razend enthousiast. ‘Zoiets moois heb ik nog nooit gehoord!’ Marian krijgt er een kleur van. ‘Ingeborg toch!’ Frans Hagendoorn heeft nog wel een puntje van kritiek. ‘Het gedicht heet ‘Lofzang op het wandelpark – onder moeders ogen’. Maar ik herken het niet als lofzang...’

Zo sparren de deelnemers aan Het Schrijfatelier met elkaar. Deze middag gaat het er vriendelijk aan toe, zoals meestal, stelt het trio. Maar er is al wel iemand afgehaakt die zijn problemen op papier had gezet en vond dat zijn gehoor die allemaal maar eens aan moest horen. Toen hij te horen kreeg dat ze daar niet echt op zaten te wachten, maar dat het om het schijfproces zelf ging, haakte hij af.

Deelnemers aan Het Schrijfatelier moeten wel een beetje bij elkaar passen, vinden zij. Mensen kunnen om verschillende redenen meedoen, ze komen er dan vanzelf wel achter of ze in de groep passen. Dat heeft zijn weerslag gehad op de Waalwijkse amateurschrijvers. Tijdens de gezamenlijke bijeenkomst in de bieb op 10 juni om het seizoen af te sluiten, bleek dat de vrijdagavondgroep zo goed als op z’n gat ligt. De dinsdaggroep is daarentegen wel een eenheid geworden. Maar iedereen is ervan overtuigd dat een wervingscampagne in de zomer weer genoeg enthousiastelingen zal aantrekken om in september weer een frisse start te maken.

Misschien hoort zo’n verloop in de loop van het jaar er wel gewoon bij. Mensen komen met verschillende verwachtingen. Als iemand de Nederlandse taal bijvoorbeeld niet goed beheerst, zal hij of zij al snel ontdekken dat dat toch echt wel een voorwaarde is om mee te doen. Een schrijfatelier is geen taalcursus.

 

 

Van links naar rechts achter de tafel: Rianne de Bie, Ingeborg Janssen en en Marian Mahieu Stokwielder. Op de rug gezien: Frans Hagendoorn. foto Piet den Blanken

 

 

Netwerk

Volgens Mijke Pol kan het in het begin eng zijn om tegenover vreemden je zielenroerselen op tafel te leggen. ‘Maar mensen leren elkaar snel kennen en weten dan wat ze aan elkaar hebben,’ stelt ze. ‘Je hebt ook meteen een netwerk in je buurt. Als er dan eens een workshop of zo in de buurt is, kun je daar met een paar mensen naartoe, terwijl je anders misschien helemaal niet zou zijn gegaan.’

Frans Hagendoorn van de dinsdaggroep schrijft nooit in de bieb zelf, maar altijd thuis. ‘Ik kom aan het begin van de middag altijd effe langs om te horen waar mensen mee bezig zijn en om te vertellen wat ik zelf doe. Aan het eind van de middag kom ik dan terug voor het voorlezen en de feedback. Ik kan mezelf niet dwingen te schrijven, maar wacht altijd op het goede moment of op inspiratie.’ Hij werkt momenteel aan een roman waarvan hij de hoofdstukken graag aan de anderen voorlegt. Inmiddels is de roman in ruwe vorm af, heeft de groep alles voorgelezen gekregen en is hij bezig met een laatste bewerking van de tekst.

Ingeborg Janssen schrijft juist alleen als ze bij Het Schrijfatelier zit. ‘Ik vind de actie van het schrijven heerlijk: het gevoel van pen en papier, de beweging die je dan maakt! Ik had al langer het idee een boek te gaan schrijven. Als Heleen van Royen dat kan, kan ik het ook! Iedere week werk ik hier aan mijn autobiografie. Ik vind hier in de bieb een rustpunt. Als ik hier ga zitten, komen de woorden vanzelf.’

Marian Mahieu Stokwielder schrijft zowel thuis als tijdens het atelier. ‘Ik ben er bij gekomen om te sparren en commentaar te krijgen. Mijn verwachtingen zijn uitgekomen. We hebben een soort les gehad van Mijke over hoe je feedback moet geven. Ik heb zelf al een boek laten uitgeven en lees ook veel over hoe je moet schrijven, Wim Daniëls bijvoorbeeld. Ik vind het zinnig om verschillende invalshoeken te zien van waaruit je kunt schrijven. Hier in de bieb werk ik aan een verhaal. Ik heb een raamwerk opgezet, heb veel informatie verzameld. Het gaat over een stel, over hoe die twee met elkaar omgaan. Hij is een beetje autistisch, komt duidelijk van Mars.’

 

Oordeel

Deelnemers zijn over het algemeen razend enthousiast, ziet Mijke Pol. ‘Ze hebben ontzettend veel aan elkaar. Je hoeft geen deskundige te zijn om een deskundig oordeel te kunnen geven. We zijn per slot van rekening allemaal lezers.’

‘Ik vind het heel fijn als mensen naar mij willen luisteren en daar dan ideeën over hebben,’ zegt Ingeborg Janssen. ‘Die schrijf ik dan ook op, maar ik blijf wel mijn eigen ding doen. Ik heb weleens iets aangepast na kritiek, maar ontdekte toen dat die tekst ineens niet meer van mij was, dus heb ik het weer teruggedraaid. Ik schrijf nu eerst helemaal door tot het einde van een afgerond stuk, lees tussendoor even niets meer voor, en hoor dan graag wat de groep er van vindt.’

Hagendoorn heeft ook baat bij ‘die stok achter de deur die Het Schrijfatelier is’. ‘De groep stimuleert mij enorm, ook al schrijf ik hier niet.’ Hij heeft alle twaalf hoofdstukken van zijn roman in wording voorgelezen. ‘Ik beschrijf de stad Amsterdam uitgebreid in de tekst. Mensen zeggen dat het misschien wel wat te uitgebreid is. Daar ga ik zeker iets mee doen. Het kan inderdaad wel wat compacter. Die feedback die ik hier krijg, heeft bij mij zeker gevolgen.’ Ingeborg: ‘Maar je blijft wel uitgaan van jezelf, toch?’ Frans: ‘Jazeker...’

 

 

Schrijven en naar elkaar luisteren. foto Piet den Blanken

 

 

Kookboek

De vliegende start in Waalwijk is niet onopgemerkt gebleven. Ook in de Kennismakerij in Tilburg is een groep van start gegaan. In het multiculturele Tilburg-Noord is de bieb bezig om mensen samen een kookboek te laten schrijven. En ook in Berkel-Enschot en Udenhout bestaat belangstelling om aan te haken.

Mijke Pol ziet kansen voor een landelijke uitrol van het project. ‘Er zijn in Nederland een miljoen zelfverklaarde schrijvers. En er wordt in de ateliers niets van bovenaf opgelegd. Een schrijfgroep bepaalt zelf de regels en hoe vaak ze bij elkaar komt. Daar moeten mensen soms wel erg aan wennen, omdat ze gewend zijn aan een cursus of een workshop waarbij hen precies verteld wordt wat ze moeten doen. Meestal kiezen ze voor drie of vier uur schrijven en dan een uurtje aan elkaar voorlezen. Ze vinden het heel prettig; met zo’n wekelijkse bijeenkomst zitten ze vaak niet langer vast en schiet het schrijven ineens erg op.’

Waar deelname aan een schrijfatelier toe kan leiden, laat oud-deelneemster Anne van den Assem zien. Ook zij maakte het seizoen niet af, maar dat betekent niet dat haar deelname niets heeft opgeleverd. Zij stuurde een mail naar Rianne de Bie die namens de Waalwijkse bibliotheek Het Schrijfatelier begeleidde. ‘De teksten die ik schreef tijdens de wekelijkse bijeenkomsten hebben er deels toe geleid dat ik ben aangenomen aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Voor de opleiding Writing for Performance!, een opleiding tot professioneel scenarioschrijver. Heel blij was ik met het nieuws dat ik van schrijven mijn vak kan gaan maken! Ik wens de schrijvers veel inspiratie maar vooral veel plezier in het schrijven toe. Bedankt v oor het creëren van de ‘stok achter de deur’.’