HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 5 - oktober 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Eén van de veertien fototweeluiken uit Toon Michiels, ‘American Neon Signs by Day & Night’ (1980).

 

‘BOEREN. Avonturen op het land’, 5 december 2015 t/m 13 maart 2016 in Fotomuseum Den Haag.

www.fotomuseumdenhaag.nl

 

‘Toon Michiels / American Neon Signs by Day & Night’, 24 januari t/m 1 mei 2016 in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.

http://webshop.nederlandsfotomuseum.nl

 

Voor meer foto’s uit de serie Zeldzame Mensen/Rare People, zie de rubriek Brabants Licht op de website van Cultureel Brabant:

www.cubra.nl/...toonmichiels1.htm www.cubra.nl/...toonmichiels2.htm

 

©Brabant Cultureel – oktober 2015

Licht en donker bij Toon Michiels

 

Onlangs overleed fotograaf Toon Michiels (Boxtel 1950 - Den Dungen 2015). Zijn fotografie leeft voort. Zijn werk krijgt de komende maanden volop aandacht in twee Nederlandse fotomusea. Een persoonlijke terugblik op Michiels en zijn werk van Joep Eijkens.

 

door Joep Eijkens

 

De eerste keer dat ik Toon Michiels ontmoette, was eind februari 2004 op een koude winterdag in ’s-Hertogenbosch. Via zijn fotografie had ik al veel eerder kennis met hem gemaakt. En dan vooral via dat ene bijzondere fotomapje dat in 1974 onder de titel Zeldzame Mensen/Rare People verschenen was als relatiegeschenk van de gerenommeerde Drukkerij Rosbeek in Hoensbroek.

 

 

Toon Michiels in zijn werkkamer thuis, 26 februari 2004. foto Joep Eijkens

 

Dat mapje bevatte 32 losse reproducties van foto’s die Michiels in 1972/73 gemaakt had van Sjo Pol en Marinus de Bresser, boerenmensen uit Best die leefden in een oude boerderij waar de tijd stil leek te staan sinds de jaren vijftig. Je hoefde maar enkele foto’s te zien om te weten dat de toen 22-jarige Toon haast kind aan huis moet zijn geweest bij het kinderloze echtpaar. Hoe had hij anders zo dicht bij deze mensen kunnen komen?

Wat dat betreft deden deze foto’s mij denken aan Café Lehmitz, het grandioze fotoboek van Anders Petersen over de clientèle van een bierkroeg in de jaren zestig, zeventig aan de Reeperbahn in Hamburg. En zoals Café Lehmitz de internationale doorbraak betekende voor de Zweedse fotograaf, zo stond ook Zeldzame Mensen/Rare People aan het begin van Michiels’ carrière. Geen fotograaf had zo ontroerend – zonder nostalgisch te worden – Brabantse boeren vastgelegd sinds Martien Coppens in zijn meesterlijke debuut Rond de Peel uit 1937. En gaat het bij de afstandelijker werkende Coppens voornamelijk om min of meer geposeerde portretten, Michiels neemt je echt mee in het dagelijks leven van Sjo en Marinus, mensen die zich van geen camera bewust lijken.

 

 

Het originele mapje van ‘Zeldzame Mensen/Rare People’ verscheen in 1974. Hier de tweede druk uit 1977 die Michiels in eigen beheer uitgaf, wederom in een oplage van 1000 exemplaren.

 

 

Neon Signs

In 1977 verscheen een herdruk in eigen beheer. En daar bleef het niet bij, want de (uitgebreide) serie werd in 1986 te boek gesteld en beleefde in 2013 zijn vijfde druk. Datzelfde jaar werden originele afdrukken opgenomen in de collectie van het Rijksmuseum.

Van de andere fotoboeken die Michiels publiceerde – waaronder diverse boeken met reisfoto’s – is het eveneens door Drukkerij Rosbeek geproduceerde boekje American Neon Signs by Day & Night uit 1980 wel het meest bijzonder. Het bevat veertien uitklapbare tweeluiken van foto’s die Michiels tijdens reizen door Amerika maakte van de neonverlichting van evenzoveel wegrestaurants en motels, steeds frontaal vanuit hetzelfde standpunt gefotografeerd, de ene keer bij dag, de andere bij nacht.

Het conceptuele project liet zien dat Michiels ook als vormgever aardig aan de weg timmerde. En wie het boekje – inmiddels een gezocht collectors item – naast zijn spraakmakende debuut zou leggen zonder de naam van de maker te kennen, zou makkelijk kunnen denken dat het om twee verschillende fotografen gaat.

 

 

De omslag van ‘American Neon Signs by Day & Night’ (1980).

 

 

Depressies

Op het persoonlijke vlak ging het de Bossche fotograaf een stuk minder goed af, voor zover ik weet met name vanaf de jaren negentig. Jarenlang hoorde je vrijwel niks meer van hem. En als er al eens wat doorkwam, dan waren het steevast triest stemmende verhalen: dat hij geen geluk had in de liefde, veel te veel dronk, aan zware depressies leed en af en toe zelfs opgenomen werd in een psychiatrische instelling. Fotografeerde hij eigenlijk nog wel?

Maar op een of ander manier lukte het Michiels toch om uit het diepe dal te komen. Toen ik hem die winterse ochtend in 2004 voor het eerst ontmoette, was hij zelfs bezig met een soort comeback als fotograaf. Peter van der Velden van uitgeverij Kempen Publishers zou een vierde druk van zijn boek Zeldzame Mensen/ Rare People op de markt brengen en er stond een gelijknamige tentoonstelling op stapel in De Beyerd in Breda. Genoeg aanleiding dus voor een interview.

Michiels woonde toen aan de Frederik Hendriklaan in een huis dat direct de aandacht trok door de vele speels opgehangen nestkastjes aan de gevel. Ook binnen vielen me een stuk of tien nestkastjes op, naast diverse kindertekeningen waaronder een van ’n veulentje, drinkend bij de merrie. ‘Ik had een gezin willen stichten, maar dat is dus niet gelukt,’ was een van de eerste dingen die hij zei. ‘En daar heb ik het nog steeds moeilijk mee.’

 

 

Toon Michiels in sporttenue met zijn onafscheidelijke hondje Elvis thuis aan de Frederik Hendriklaan in ’s-Hertogenbosch, 23 februari 2008. foto Joep Eijkens

 

 

Wederopstanding

Er stond muziek op van de Texaanse countryzanger Townes Van Zandt, de cd A Far Cry from Dead. Een cadeautje van Peter van der Velden. ‘Op de wederopstanding van een vakman en vriend,’ had die erop geschreven. Gezeten aan een werktafel met achter zich een groot schilderij van een sterrenhemel vertelde Michiels honderduit over al zijn plannen. Plannen voor nieuwe projecten, boeken en reizen.

Maar ook ging hij uitvoerig in op de ontstaansgeschiedenis van Zeldzame Mensen/Rare People. Zijn verhaal begon in 1972 toen hij voor zijn eindexamenjaar stond aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in ’s-Hertogenbosch. Die zomer reisde hij voor het eerst naar de Verenigde Staten; de inspiratie voor zijn afstudeerproject vond hij echter niet daar, maar niet ver van zijn geboorteplaats Boxtel.

‘In die tijd,’ zo vertelde hij, ‘vree ik met een meisje uit Oisterwijk waar ik smoorverliefd op was. Ze leek op Marianne Faithfull, de toenmalige vriendin van Mick Jagger, één van mijn helden. Op een dag liepen we over de Lind en zag ik in de etalage van fotograaf Vlaminckx een paar foto’s van een boerenechtpaar, Sjo Pol en Marinus de Bresser. Er klopte iets niet aan die foto’s vond ik, ze waren kapot geflitst. Maar ik dacht aan mijn afstudeerproject en probeerde erachter te komen waar die boerenmensen woonden. Nou kweekte ik met Henk Huiskens in Oirschot rozen om wat bij te verdienen en zijn buren wisten waar Sjo en Marinus woonden, in het Bests Broek. Dus ik ben daar naartoe gefietst en heb gevraagd of ik ze mocht fotograferen. Nou, ze vonden het geen enkel probleem, dat verbaasde mijzelf ook.’

 

 

In 1986 werd de serie ‘Zeldzame Mensen/Rare People’ in uitgebreide vorm voor het eerst te boek gesteld. Theo van Gogh verzorgde het nawoord.

 

 

Spontaan

‘Die eerste keer had ik geen fototoestel bij me,’ vervolgde hij zijn verhaal. ‘Ik ging er wel vaker heen zonder te fotograferen. Dan hielp ik bijvoorbeeld bij het voederen van de paarden en de kippen. Voor mij was het ook een uitlaatklep. De tweede keer ben ik begonnen te fotograferen. Eerst nog 6 x 6-foto’s met een Rolleicord. Maar ik kon er niet spontaan mee werken en ben overgestapt op een kleinbeeldcamera. Daarmee kon ik doen wat ik wilde, kon ik fotograferen wat ik voelde.’

‘Het was in dat boerderijtje verrekte donker. Vandaar natuurlijk die flits die Vlaminckx gebruikt had. Maar dat probleem loste ik op door mijn 400 ASA film op te waarderen tot 3200 ASA, al werden de negatieven daardoor wel dunner, wat je weer bij het afdrukken moest compenseren. Ik heb er van najaar ’72 tot de zomer van ’73 aan gewerkt, dus tot aan de eindexamen-presentatie in het Noordbrabants Museum.’

Michiels maakte in totaal zo’n 1600 opnames. Via zijn leraar Baer Cornet kwam hij in contact met de hoogaangeschreven Drukkerij Rosbeek die zoals gezegd een selectie uitbracht als visitekaartje en relatiegeschenk. Het fotomapje kwam vervolgens onder ogen van Vara-man Koos Postema die in Sjo en Marinus wel een mooi onderwerp zag voor een tv-documentaire. ‘Op Kerstnacht is dat toen uitgezonden. Nou, en dat trok weer kijkers naar het boerderijtje zelf. In het voorjaar gingen er zelfs dagjesmensen heen in touringcars! Ze hebben er wel een beetje overlast van gehad, maar dat ebde snel weg. Marinus vond het prachtig, die dagjesmensen. En dan denk ik: wie kijkt hier naar wie?’

 

 

Omslag van ‘Next Stop’ (1981) met reisfoto’s uit Amerika.

 

 

Van Gogh

In 1986 verscheen Zeldzame Mensen/Rare People voor het eerst in boekvorm, en wel bij de gerenommeerde uitgeverij Fragment. Het bescheiden boekje begeleidde een fototentoonstelling in het Van Gogh Museum. ‘Net zoals Van Gogh moet de jonge Michiels op zoek zijn geweest naar “de ware humaniteit”,’ schreef de toenmalige directeur Ronald de Leeuw in een prachtig voorwoord. ‘Nou,’ zei Michiels achttien jaar later, ‘als menneke uit Boxtel was ik daar natuurlijk fier op, en nog.’

Was de serie in boekvorm uitgebreid van 32 naar 46 foto’s, de vierde druk (die op het moment van het interview nog in voorbereiding was) zou er uiteindelijk 105 tellen. Het was uitgever Peter van der Velden geweest die hem overgehaald had tot die heruitgave. ‘Ik ken Peter al uit de tijd dat hij nog die winkelketen had van Expo. Ik maakte ook ansichtkaarten en posters voor hem. Het is een man die veel meegemaakt heeft... Laat ik het maar zo zeggen: ik heb in een paar gestichten gezeten en Peter was een van de weinigen die mij regelmatig op kwamen zoeken.’

 

 

‘Reisfoto’s’ uit 1987 bevatte een voorwoord van Cees Nooteboom.

 

 

Daglicht

We bekeken de proefprints. Sjo en Marinus, mooie boerenmensen van een jaar of zeventig, zij met een sterk, soms bazig gezicht, hij meer zachtmoedig en tevreden. Op één van de foto’s zit Marinus aan tafel met naast zich een sigarenkistje waarin een transistorradiootje ligt. Michiels: ‘Daar zitten ze te luisteren naar Raden Maar, je weet wel, dat radioprogramma van Kees Schilperoort. Na afloop werd dat kistje weer op de schouw gezet.’ Het licht is prachtig. ‘Dat is ook de essentie: geen geconstrueerd licht maar gewoon daglicht, dag, licht.’

Hij beschreef het echtpaar als mensen die zichzelf waren. ‘Mensen die geen enkele pretentie hadden... Wat dat betreft was ik best jaloers... Het waren mensen die heel onbevangen, natuurlijk in het leven stonden. Ze hadden Raden Maar en het weerbericht en dat was het. Marinus ging trouwens wel eens tv kijken bij de buren. Dan keek hij soms naar zo’n programma met van die vrouwen met de benen in de lucht, nou, en dan kreeg hij thuis op z’n flikker van Sjo! Dat gebeurde ook wel als ie ladderzat terugkwam van de paardenmarkt in Hedel.’

Op een van de volgende foto’s kwam Sjo weer in beeld. Het varken is geslacht en ze lepelt doodleuk een oog uit zijn kop. En weer is het licht zeldzaam mooi. Michiels: ‘Allemaal met het licht dat het raampje gaf.’

 

 

Toon Michiels reisde diverse malen naar de beroemde Spaanse bedevaartsplaats Santiago de Compostela. Dat resulteerde in het boek ‘alleen het onderweg zijn telt’ (2007) en een gelijknamige expositie in Museum van Bommel en Dam in Venlo.

 

 

Godsgeschenk

De geselecteerde serie eindigde haast vanzelfsprekend met foto’s van Marinus, liggend op zijn sterfbed. Michiels: ‘Hij is met z’n 78ste gegaan, zij een half jaar later. Ze is na zijn dood bij de nonnen terecht gekomen in Best. Ik ben haar daar een paar keer gaan opzoeken, maar je kon zien dat ze wegwilde.’

Nee, daar had hij geen foto’s van. Hij vond dat er grenzen waren aan. ‘Ik heb het nu ook weer gemerkt tijdens het carnaval bij het fotograferen van mensen. Als kunstenaar moet je knielen voor je schepping, je nederig opstellen. Je krijgt het cadeau. Tenminste, als je het ziet – en voelt, dat is nog het belangrijkste. Soms zie ik oorlogsfoto’s. Zo respectloos... ik zou het niet kunnen en ook niet durven. En wat je op tv allemaal voorgeschoteld krijgt! Dan denk ik: laat mij maar die romanticus zijn die met verbazing en bewondering om zich heen kijkt en weer onder de mensen durft te komen.’

En terwijl hij alle fotokopieën voor de herdruk weer bij elkaar verzamelde, zei hij: ‘Als ik dit allemaal terugzie, is het toch een Godsgeschenk geweest.’ Bij het afscheid gaf hij me het boekje Toon Michiels. Een keuze uit zijn foto’s, deel 3 uit de serie Fotografen uit Brabant van het Noordbrabants Genootschap. Op de voorpagina schreef hij een opdracht met een citaat uit een nummer van Townes van Zandt: To live is to fly, both low & high.

Ja Toon, je hebt hoog gevlogen, heel hoog, en laag, heel laag.

 

***

 

De laatste keer dat ik Toon Michiels zag, was in november vorig jaar (2014) tijdens Paris Photo. Om preciezer te zijn: op de internationale boekenbeurs Off Print. Christien Bakx van Luïscius Books in ’s-Hertogenbosch verkocht daar werk van hem. De schijnwerper stond vooral op een nieuwe versie van American Neon Signs by Day & Night, dat andere boek waarmee Michiels furore maakte – internationaal gezien waarschijnlijk meer nog dan met Zeldzame Mensen.

Hij leek in een opperbeste stemming en had daar ook alle reden toe: hij was kort daarvoor verhuisd naar een boerderij in Den Dungen en vertelde over zijn plan om een paar maanden lang door zijn geliefde Verenigde Staten te reizen. Ook de tentoonstelling van ‘American Neon Signs’ tijdens het befaamde fotofestival van Arles hoorde tot de mooie vooruitzichten.

Zeker, die heruitgave (door de Franse uitgeverij Marval) kwam er, net zoals de tentoonstelling in Arles afgelopen zomer, maar Michiels was daar niet bij. Christien Bakx: ‘Toon is kort na Paris Photo naar Amerika vertrokken, maar al snel kreeg ik een telefoontje dat het niet goed met hem ging en dat hij zich eenzaam voelde.’ Samen met haar man besloot ze naar de VS te vliegen. ‘We hebben toen een dag of twaalf samen gereisd, heel leuk, en zijn ook samen weer teruggevlogen naar Nederland. Maar een paar dagen later was het mis en zat hij weer in een zware depressie.’

 

 

Op de internationale fotoboekenbeurs Off Print in Parijs, 14 november 2014. Michiels maakt een lange neus naar de fotograaf. Links van hem Christien Bakx. Foto Joep Eijkens

 

 

Crisis

Zoals zij dat al langer deed, probeerde ze hem zo goed en kwaad als het kon terzijde te staan met allerlei praktische zaken – van de was tot de belastingaangifte. ‘Maar ondanks alle hulp die hij kreeg, ook van de verslavingszorg, ging het niet meer. Hij voelde zich ook schuldig dat hij al die hulp nodig had.’

Michiels werd weer opgenomen, maar volgens haar te vroeg weer naar huis gestuurd. ‘Op een gegeven moment heb ik gezegd: als je weer gaat drinken, Toon, kan ik niets meer voor je doen. Maar het was trekken aan een dood paard, je kon het hem ook niet kwalijk nemen.’

Op 5 oktober waarschuwde ze ‘de crisisdienst’ dat er al een paar dagen geen telefonisch contact meer was met de fotograaf. ‘Samen met de mensen van de crisisdienst ben ik toen naar Den Dungen gegaan. Ik heb de deur voor hen open gemaakt, maar ben niet naar binnen gegaan.’ Binnen werd Toon Michiels dood aangetroffen. Hij bleek een einde aan zijn leven te hebben gemaakt.

‘Voor Toon was het het allerbeste,’ zegt Bakx. ‘Het laatste jaar zocht hij steeds meer de eenzaamheid op, op een gegeven moment kon je hem niet meer bereiken.’ Ze zegt er alles aan te gaan doen ‘om de nalatenschap van Toon goed onder te brengen’.

 

Tentoonstellingen

Toon Michiels is dood maar de komende maanden is er volop aandacht voor zijn werk in twee musea. In het Fotomuseum Den Haag loopt van 5 december 2015 tot en met 13 maart 2016 de tentoonstelling ‘BOEREN. Avonturen op het land’ over het boerenleven in de Nederlandse fotografie vanaf 1885 tot heden. Centraal daarin staan de fotoboeken Avonturen op het land van Ed van der Elsken en Zeldzame Mensen/Rare People van Toon Michiels naast werk van Martien Coppens en de beroemde documentaire ‘Het is een schone dag geweest’ van Jos de Putter.

Het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam presenteert van 24 januari tot en met 1 mei 2016 de tentoonstelling ‘Toon Michiels / American Neon Signs by Day & Night’. ‘Het werk van Toon Michiels,’ zo valt te lezen op de museumsite, ‘is uniek in de geschiedenis van de fotografie terwijl het allerlei interessante dwarsverbanden met dat van andere kunstenaars en fotografen uit de jaren zeventig combineert: de systematiek van de conceptuele kunst en de minimal art, de vroege artistieke kleurenfotografie en de belangstelling voor populaire cultuur in onder meer de architectuur en stedenbouw.’

Oh, wat zou dat menneke uit Boxtel er fier op zijn geweest dit te kunnen lezen! Temeer omdat geen van zijn boeken opgenomen werd in Het Nederlands Fotoboek, geheel ten onrechte.