HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 5 - oktober 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Ulrike Helmer. fotograaf onbekend

 

Zensoldaat is nog te zien via de website van de BOS:

www.bosrtv.nl/televisie/zensoldaat

  

©Brabant Cultureel – oktober 2015

Portret van een Boeddhist bij defensie

 

Hoe verenigt Helmonder Dennie van Loon (36) het werken voor defensie met het boeddhistische principe van geweldloosheid? Daarover gaat de documentaire Zensoldaat van filmmaakster Ulrike A. Helmer, geboren Eindhovense maar tegenwoordig woonachtig in Amsterdam. Begin oktober was Zensoldaat op tv te zien bij de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS), nu via de website van die omroep.

 

door Joep Trommelen

 

Een scene uit de documentaire Zensoldaat. Dennie van Loon draagt tijdens een meditatiesessie met boeddhistisch leraar Frank Uyttebroeck een stoer zwart jack. Op zijn rug staat: ‘meditate and destroy’. Dennie legt Uyttebroeck uit hoe hij worstelt met zijn werk voor defensie, ‘een geweldsorganisatie’, en boeddhist zijn. Uyttebroek vindt de vraag hoe dat te verenigen lastig. ‘Dat is tricky business,’ zegt hij. ‘Dat is moeilijk...’

Dennie zegt tegen zijn leraar: ‘Op de schietbaan botst het weleens. Maar aan de andere kant heb ik het gevoel goed bezig te zijn.’ Hij heeft het gevoel ‘dat iemand het moet doen’. De onderhoudsmonteur die als burger in het leger dient, heeft ook niet de illusie dat er vrede uitbreekt op het moment dat het leger wordt afgeschaft. Tijdens zijn uitzendingen naar Irak (2004) en Afghanistan (2007) kreeg hij het gevoel dat hij goed werk deed. ‘Ik doe het voor een groter doel, wat de Boeddha ook deed.’

 

 

Dennie van Loon. Beeld uit de documentaire Zensoldaat van Ulrike Helmer

 

In Irak en Afghanistan zag hij wat lijden is. Alles is lijden, luidt de eerste edele waarheid in het boeddhisme. ‘Er is lijden, dat is gewoon zo,’ weet Eddie nu. En hij kan er in zijn ogen een steentje aan bijdragen om dat lijden te verlichten. Al moet hij daar wel zijn handen voor vuil maken. Het blijft lastig.

Het boeddhisme leert dat je lijden moet accepteren. Is zijn werk dan geen verzet tegen het menselijke lijden? Ulrike Helmer vindt van niet: ‘Nee, Dennie verzet zich niet, hij accepteert het juist. In Irak en Afghanistan zijn, heeft zijn ogen geopend. Vanuit die acceptatie wil hij goed doen.’

 

Persoonlijk

Ulrike Helmer (1964) ontmoette het onderwerp van haar film, die dertig minuten duurt, tijdens een bijeenkomst over een andere film die ze voor de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS) maakte. Ze raakte in de ban van de vraag of en hoe boeddhisme en in het leger dienen samen kunnen gaan. Dennie wilde wel meewerken aan een film. Zijn vriendin aarzelde, maar Helmer wist ook haar over de streep te trekken. Het leverde intieme plaatjes op van het gezin dat ook twee zoons telt. In de tuin, in het bos, bij een schoolreisje van Giovanni, de oudste. Helmer was welkom.

‘Bij dit soort persoonlijke portretten vind ik het belangrijk dat mensen zich er in terug herkennen, dus mogen ze het eindresultaat altijd zien’, zegt ze. ‘Dat is de manier waarop ik al mijn films maak. Ik maak films om mensen goed in beeld te brengen, niet om ze door te zagen. Daar zijn andere films voor. In dit geval heeft dat er niet toe geleid dat ik iets aan heb hoeven passen. Ik denk dat ik er dus in geslaagd ben een integer beeld van Dennie en zijn gezin te schetsen. Door zo te werken, schep je ook vertrouwen en werken mensen denk ik ook eerder mee.’

Dennie van Loon groeide op in een volkswijk en heeft de LTS doorlopen, maar is volgens Helmer ‘wel superintelligent’. ‘Vanuit die achtergrond begint zijn verhaal: hij wil meer, hij wil de wereld zien. Om hem te begrijpen, moet je ook kijken naar waar hij vandaan komt.’

 

 

Beeld met een tank (legerbasis Oirschot) uit de documentaire Zensoldaat van Ulrike Helmer

 

 

Vader

Dennie loopt in de film door de buurt waar hij als ‘gabber’ in een Australian trainingspak de hangjongere uithing, huiswerk maar niks vond, maar als hij thuis kwam toch weer een boek pakte. Hij was in zijn jeugd altijd op zoek naar vrijheid, kennis ook, vanuit de gedachte: ‘Er is meer...’

Hij werd uiteindelijk elektromonteur, en hield dat vier jaar vol. Zijn avontuurlijke inborst bleef hem plagen, Dennie wilde buiten de gebaande paden treden. Hij koos voor het leger. ‘Ik heb echt het gevoel dat ik door bij defensie te werken iets goeds kan doen voor de maatschappij,’ zegt hij in Zensoldaat. Hij is verrassend eerlijk: oorlogsgebieden zijn behalve gevaarlijk ook ‘een romantische omgeving waar je normaal gesproken nooit komt’. Ook speelt ‘een stukje ego’ mee: ‘Ik heb daar gezeten, andere mensen niet.’

Helmer wilde tijdens het filmen focussen op de zoektocht naar antwoorden op de vraag hoe boeddhisme is te verenigen met soldaat zijn. Maar het verhaal kreeg een andere wending. ‘Ik wist toen we begonnen nog niet dat Dennie zijn vader niet kent en daar erg mee worstelt. Hij zoekt hem nog steeds. Ik had de stille hoop dat hij hem tijdens het draaien zou vinden, maar dat is niet gebeurd. Toen hij het me verteld had, vond ik het interessant, maar ook zo persoonlijk dat ik het aan hem heb gelaten om te bepalen wat hij er over kwijt wilde. Hij was heel open. Ik denk nu dat zijn zoektocht naar zijn vader, of nog meer naar ‘mannelijke energie’, heel bepalend is voor de vraag wie Dennie is en waarom hij bij defensie zit. Ook daar zoekt hij vormen van mannelijkheid.’

 

 

Dennie van Loon. Beeld uit de documentaire Zensoldaat van Ulrike Helmer

 

 

Tegenstand

Dennie vertelt in Zensoldaat hoe hij op zoek is naar ‘mannelijkheid’ en het leger ziet als een ‘broederschap’ die hem die mannelijkheid wellicht kan bieden. Toen hij één jaar was, besloot zijn moeder zijn vader te verlaten. Hij heeft hem nooit meer gezien. Dennie is vastbesloten er wel te zijn voor zijn kinderen en bij gebrek aan een eigen vader als voorbeeld staat zijn vaderschap in het teken van een constante zoektocht naar het juiste. Hij voelt een zware verantwoordelijkheid om zijn twee kinderen als goede burgers aan de maatschappij af te leveren.

Na het zien van Zensoldaat zei iemand tegen Helmer dat de Zenleraar in de film Dennie maar weinig tegenstand biedt. Zij begrijpt die leraar wel. ‘Het boeddhisme is precies zo. Niet zoals het katholicisme, dat precies voorschrijft wat je wel en niet mag. Jij moet zelf kiezen wat je wilt. Dat moet goed voelen. Dennie is zich daar ook heel goed van bewust.’

Helmer wilde meer dan alleen een reportage maken. ‘Ik wilde beelden zoeken die de film gevoel geven, een soort poëzie maken. Dennie was bijvoorbeeld net begonnen met mondharmonica spelen. Boeddhisme besteedt aandacht aan lijden, en de harmonica is het instrument van de blues die ook over lijden gaat. Daar wilde ik dus iets mee doen. In de trein tussen Eindhoven en Helmond kwam ik altijd langs een oude vuilstort die nu een golfbaan is. Toen zag ik Dennie in gedachten boven op die berg zitten, de wereld overziend, spelend op zijn mondharmonica. Dat zijn we toen ook gaan filmen. Ook voor het fietsen heb ik bewust gekozen, als zoektocht. Ik wilde eigenlijk een drone gebruiken voor het filmen, maar uiteindelijk is er vanuit het open dak van een auto gefilmd.’

 

 

Ulrike Helmer. fotograaf onbekend

 

 

Brabants

Ook al woont Ulrike Helmer tegenwoordig in Amsterdam, zij voelt zich nog altijd Brabants. Ook dat hielp in het contact met Dennie, die geboren is in Breda. ‘Ik voel me meer Brabants dan Hollands,’ zegt ze. ‘Dat voelt anders, meteen vertrouwd. Ik voel me er nog steeds meteen thuis. Waar hem dat in zit? In Amsterdam vragen mensen eerder “wat doe je?” en in Brabant gaat het misschien meer over wie je bent. Ik heb met Dennie heel prettig gewerkt, hij was een heerlijk rustige hoofdpersoon. We hebben geen moment problemen gehad. Hij vond het resultaat wel confronterend, maar vond dat ik zijn persoon en zijn dilemma’s goed weer heb gegeven.’

Ze kijkt tevreden terug op het project. ‘We hebben heel rustig kunnen draaien. Altijd in het weekend want Dennie werkt doordeweeks. Ik had geen uitgewerkt script. Wel ideeën op papier die ik al filmend uit heb gewerkt. Ik vind het een mooie film geworden; denk dat ik zijn twijfels voor mensen voelbaar heb gemaakt. En dat was mijn bedoeling. Ik ben ook blij dat ik zijn gezin er bij heb kunnen betrekken, ook al had zijn vriendin daar eerst niet zo’n zin in. Gelukkig heeft ze wel meegewerkt, want Dennies eigen vaderschap is essentieel voor zijn verhaal.’