HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

62ste Jaargang - mei 2013

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Henk Wildschut, A’dam DOC.k, Unknown man, 2002

 

SOLO - Henk Wildschut. Museum Jan Cunen, t/m 25 augustus 2013 in Museum Jan Cunen te Oss.

www.museumjancunen.nl.

De gelijknamige publicatie verscheen bij Uitgeverij de Kunst i.s.m. Museum Jan Cunen. 64 pp., ISBN 978-94-91196-53-9, pb., € 17,95.

©Brabant Cultureel / Brabant Literair – mei 2013

 

 

Schoonheid en ellende in Calais

 

In Museum Jan Cunen te Oss loopt tot eind augustus 2013 de tentoonstelling ‘SOLO - Henk Wildschut’. Illegale immigranten spelen hierin de hoofdrol, maar het zijn vooral hun tijdelijke onderkomens die het verhaal vertellen.

 

door Joep Eijkens

 

Bij de derde editie van fotofestival Bredaphoto in 2008 vormde voor mij de expositie ‘Shelters’ van Henk Wildschut (Harderwijk, 1967) een van de sterkste onderdelen. Vijf jaar later vormt de Shelter-serie nu het hart van de tentoonstelling ‘SOLO - Henk Wildschut’ die nog tot eind augustus te zien is in Museum Jan Cunen te Oss.

Het gaat hierbij om de eerste museale solotentoonstelling van deze fotograaf, maar ik vermoed dat de titel SOLO toch op de eerste plaats slaat op de mensen die Wildschut vaak fotografeert. Mensen die alleen op de wereld staan, overgeleverd aan de grillen van het lot.

In 2005 kwam Wildschut in Calais terecht in een merkwaardig stukje niemandsland dat ter plaatse de Jungle wordt genoemd. Er woonden illegale immigranten in zelfgebouwde hutten en tenten, tijdelijk, in de hoop ooit met een of andere vrachtwagen het Kanaal te kunnen oversteken naar het beloofde land Groot-Brittannië.

 

Henk Wildschut, Shelter, Calais (France) February 2009

 

Wildschut werd niet op de laatste plaats getroffen door de schoonheid van die provisorische onderkomens. Hij begon ze te fotograferen als ‘hét symbool van illegaliteit’. Regelmatig keerde hij naar de Jungle terug en zo bouwde hij in de loop der jaren een bijzondere fotoserie op. Samen met vormgever Robin Uleman maakte hij hiervan ook een prachtig boek waarmee hij de Foto Kees Scherer Prijs 2011 won. Datzelfde jaar werd hem voor deze serie bovendien de Dutch Doc Award toegekend.

 

Heimwee

De overzichtstentoonstelling begint feitelijk al buiten de markante fabrikantenvilla waarin het Osse museum gevestigd is. In de parkachtige tuin zijn namelijk verschillende Shelterfoto’s zo gepresenteerd alsof de tenten en hutten die Wildschut in het Noordfranse niemandsland aantrof nu in Oss staan.

 

De museumtuin in Oss. foto: Joep Eijkens

 

In de villa moet je naar de tweede verdieping. Terwijl je de trap oploopt hoor je een droefgeestig, klaaglijk gezang. Dat blijkt te horen bij een videofilm die de fotograaf in Calais maakte van een man die in zijn eentje in een schuurtje zit te zingen. Het schuurtje beschut hem enigszins tegen de zeewind die de bomen op de achtergrond flink doet buigen. Heimwee, eenzaamheid en de tijd doden zijn hiermee gevangen in beeld en geluid.

Als vanzelf loop je daarna de eerste zaal binnen waarin de Shelterserie begint. Voor wie het gelijknamige fotoboek kent, biedt het tentoongestelde werk weinig of geen verrassingen. Wel wordt duidelijk dat deze foto’s ook in een museale omgeving goed tot hun recht komen. Het grote formaat helpt de toeschouwer bovendien zich nog meer te verplaatsen in de mensen die deze hutten bewonen, vermoed ik. Sommige bouwsels zouden autonome kunstwerken kunnen zijn. Een paar keer neemt de fotograaf je mee naar binnen. Ontroerend om te zien hoe de bewoners er met uiterst beperkte middelen toch een eigen thuis van weten te maken.

 

Henk Wildschut, Shelter, Dunkirk (France) April 2010

 

Sloopschip

In 2001 kregen Henk Wildschut en zijn collega Raimond Wouda de opdracht van het Amsterdams Fonds voor de Kunst en het Stadsarchief Amsterdam om de Amsterdamse haven in beeld te brengen. Wildschut richtte zich daarbij vooral op het portretteren van havenarbeiders. De overzichtstentoonstelling laat met enkele mooie voorbeelden zien hoe hij te werk gaat. Anders dan wat zo vaak gebeurt, legt hij de arbeiders niet vast als stoere mannen aan het werk, maar als individuele personen na het werk, vaak in de kleedkamer of wasruimte, even opkijkend en misschien in gedachten al bij vrouw en kinderen thuis.

Wildschut en Wouda stuitten tijdens hun tochten door de haven echter al snel op nog een heel ander verhaal: de trieste geschiedenis van het met asbest vervuilde Indiase vrachtschip Sandrien. Het schip bleek door de Nederlandse overheid aan de ketting gelegd te zijn om de eigenaar ertoe te dwingen het op een verantwoorde manier te slopen. De Indiase bemanning was daar de dupe van en zat feitelijk anderhalf jaar gevangen op het sloopschip. Dat gedwongen nietsdoen, dat eindeloze wachten, zie je ook op de sommige van de portretten die Wildschut maakte. Op de tentoonstelling zijn ook ontroerende brieven van bemanningsleden te lezen. Het mooie is dat er mede dankzij de publicatie van de foto’s van Wildschut en Wouda een einde kwam aan de ellende van deze mensen. Zo machtig is de documentaire fotografie maar zelden, hoe betrokken de makers ook zijn.

 

Henk Wildschut, Sandrien 2001-2002, Steward’s Room

 

Soep

Op de foto’s in de laatste zaal is helemaal geen mens te zien. Er hangen foto’s van de Atlantische Oceaan, geen weidse zeelandschappen maar eerder close-ups van kolkend zeewater. Wildschut maakte dit werk in 2005 toen hij met een vrachtschip meevoer van Rotterdam naar New York. In de publicatie die bij de tentoonstelling verscheen, lezen we dat die zeereis saaier uitpakte dan verwacht. Deze ’s nachts met een grote flitser gemaakte foto’s moeten dan ook gezien worden als een experiment om de verveling te doorbreken. Bij Wildschut zelf roepen deze beelden kennelijk gevoelens op van nietigheid, ja, zelfs van angst voor de dood. Persoonlijk kan ik me goed voorstellen dat sommige mensen het gewoon mooi vinden om zo’n stukje oceaan in de huiskamer te hangen.

Dat verveling heel vruchtbaar kan werken, blijkt wat mij betreft vooral uit het meesterlijke videofragment dat Wildschut maakte van een bord soep. De dikke soep beweegt mee met de deining van het schip en het is alsof je naar de immense oceaan zelf kijkt, maar dan oneindig verkleind tot de inhoud van dit bord. Ongelooflijk hoe zoiets simpels zo kan intrigeren.

 

Bovenkamer

Tot slot is er dan nog de via een wenteltrap te bereiken Bovenkamer. Hier biedt het museum ‘een inkijkje in het hoofd (de gedachtewereld) van de kunstenaar’. In dit geval staat de schijnwerper op de totstandkoming van de Shelterserie en het gelijknamige fotoboek. Zo zie je contactafdrukken van portretfoto’s die bij de uiteindelijke selectie afvielen en schetsontwerpen van vormgever Robin Uleman.

 

Henk Wildschut, Shelter, Calais (France) February 2006

 

Ook is hier een recente korte film te zien waarin de fotograaf teruggaat naar Calais waar hij in 2005 voor het eerst de Jungle binnenging. De provisorische bouwsels van toen blijken praktisch verdwenen. Wildschut heeft het over het nostalgisch aspect van fotografie: het vastleggen van dingen voordat ze verdwenen zijn. Even verderop treft hij in de duinen een paar tenten aan, wapperend in de koude zeewind. ‘Ik word er behoorlijk treurig van,’ zegt de fotograaf. ‘Wij gaan direct lekker naar huis... voor die mensen daar zit dat er niet in.’ En hij herinnert zich weer hoe confronterend de ellende was die hij de eerste keer aantrof en hoe hij tegelijkertijd getroffen werd door de schoonheid van die zelfgebouwde onderkomens. Die dubbele gevoelens verwarden hem, maar juist daardoor wist hij ook dat hij een bijzonder onderwerp gevonden had.