CuBra
Inhoud Vlo
Inhoud Bloemlezing
HOME

Print Pagina
Onder redactie van Ed Schilders

Copyright 2007

Klik hier om een bijdrage te leveren

Afbeelding uit: Watson, L., and Dallwitz, M.J. 2003 onwards. British insects: the insect orders. Version: 5th October 2005. http://delta-intkey.com

CuBra Bloemlezing

 Vlo (Pulex irritans) - Verzen

 ‘Wat is het vannacht ongemeen drukkend weer,

Ik zweet me dood, op mijn woord van eer!

Het loopt langs mijn wangen als schoenesmeer;

En wat trekken die vlooien hier ongemanierd van leer:

Mijn ganse tabernakel doet me van ’t krabbelen zeer.

Wel foei! dit is voor de eerste keer,

Dat ik van mijn leven boven een bakkerij logeer

Maar, bij leven en welzijn, doe ik het nooit weer.’

Dus sprak een Makelaar in teer,

Een gezet, oud Heer,

Vijf voet groot ongeveer,

En liep het slaapvertrek rusteloos op en neer,

In zijn nachtgoed, net als een witte beer.

 

‘Wat een berg

Van redelijk vlees en merg!’

Zei intussen zonder erg,

En in ’t voorbijgaan, een nijvre vlooi, één van die sociale huisvlooien,

Die ’s zomers in de warme plooien

Van een mens zijn gewaad,

Of van zijn hals, of wel op zijn gelaat,

Zijn huiselijk geluk komen voltooien,

En zijn sponde met slaapbollen strooien,

Ja, aldaar inderdaad

–Als men er aan denkt wordt men immers kwaad –

Terwijl ’t weerglas op negen en negentig staat,

Tot zijn verdriet, onder ’t laken,

Allerlei bokkesprongen maken

Om zijn bloed te schaken.

De Schoolmeester – in: ‘De vlooi, de makelaar en de reus, Een Fabel’, uit: De gedichten van De Schoolmeester.(1977)

Bovendien, wat is een op een schapevacht gezeten,

opgezwollen zuigeling meer dan een vlo op de buik van het

Lam Gods?

Kees Ouwens – in: ‘Arcadia’, uit: Arcadia (1968)

Op een huisvlo

Er was een huisvlo in Hong Kong

die aardig trampolinesprong.

Doch zonder deze trampoline

kon deze vlo niet veel verdienen.

Wat ook niet zonder de mensen ging

met wie hij samen op en neer ging.

Kees Stip – uit: VerzamelStip I (2007)

Nijver zusje

Mijn zus is schrijfster van een boek

Dat enkel over vlooien handelt.

Daar kunt u lezen dat een vlo

Bij voorkeur springt en niet graag wandelt.

Mijn zus schreef heel dit boek op rijm.

Zij heeft de vlo voor 't eerst bezongen.

Er is zelfs een sonnetje bij

'Over het nut van hink-stap-sprongen.'

Daan Zonderland – uit: Er zwom een garnaal door het kattegat (2007)

De Vloo die achter d'oore gaet,

Gaet met den Duyvel in beraed.

Constantijn Huygens – in: ‘SPAENSCHE WIJSHEIT. Vertaelde Spreeckwoorden' # 809, uit: Hofwijck (1653)

DE RECENSENT EN DE VLOO, een fabel

Een Recensent, die veel door vlooien werd gebeten,

Dorst, op een schoonen dag, zich zoover te vergeten,

Dat hij, op hoogen toon,

(Het schelden was hem te gewoon)

De vlooien vreeslijk vloekte en ijslijk profaneerde,

En in zijn overmoed beweerde

Dat, groote Goôn! de vloo uw Schepping glad onteerde,

En er geen blixem noodig was,

Daar 't heele ras

Slechts om te bijten leefde!

Een vloo, die 't hoorde, beefde

Van schrik, en zei: dat 's kras;

Maar 't leert me om nimmermeer met dieren me af te geven,

Die bijten om te leven!

NN – uit: Bragiana (1854)