Verweesd
Vier
paar droeve ogen kijken naar een dode man op bed. Een moeder met
haar drie zonen waarschijnlijk. En al even waarschijnlijk is het
de vader van de drie jongens. De ogen van de rechter jongen staan
nog het droevigst, misschien is er ook de vochtige glans van
tranen. Zijn broer naast hem lijkt eerder te kijken naar vaders
handen waar een rozenkrans omheen gelegd is. Een katholiek gezin,
begin jaren zestig, ergens in België. Nee, oud is het gezinshoofd
niet geworden, nog geen zestig vermoedelijk.
Maar wie is de vrouw die daar vriendelijk lachend de andere kant
op kijkt vanaf de ingelijste foto tussen vader en moeder? Zijn
eerste vrouw? Een geëmigreerde zus?
Een eerder overleden dochter? Geen antwoord. Het is stil in
de kamer. Alleen het zuchten van de levenden is hoorbaar. En
achter het gordijn de geluiden van de stad. Want buiten gaat het
leven natuurlijk gewoon verder.
Stilte.
En dan de klik van het fototoestel van de fotograaf, de
onzichtbare aanwezige.
Zouden ze later nog vaak naar deze foto gekeken hebben? Hoe vaak
kijk je nog terug naar familiefoto’s? En dan een foto van je man
of vader als hij al dood is – kijk je niet liever naar een foto
waarop hij nog volop in het leven staat, het liefst op een moment
dat hij het zichtbaar naar zijn zin had?
Ik weet niet hoe deze foto uit het zicht raakte van de mij
onbekende familie. Maar het zal wel gegaan zijn, zoals met zoveel
verweesde foto’s. Als hun eigenaar sterft, worden ze weggegooid
of komen op een rommelmarkt terecht. Alleen de mooiste of
ontroerendste foto’s hebben soms het geluk aan een tweede leven
te kunnen beginnen, zorgvuldig bewaard door hun gelukkige vinder.
Joep
Eijkens
Met
dank aan Bert Bevers, onze Cubra-man in Antwerpen, die deze
bijzondere foto ‘tussen rommel in een bric-à-brakzaakje’
vond, zoals hij schreef.
|