Laatst moest ik op de foto bij een collodiumfotograaf. Ja, die
heb je in het digitale tijdperk nog steeds. Of misschien is het
beter te zeggen: die heb je weer. Een stuk of tien zijn er actief
in Nederland. En één van hen woont in Veldhoven. Alex Timmermans
heet hij. Ik kwam hem op het spoor dankzij Ferry van der Vliet,
een oude jeugdvriend én fotografieliefhebber.
Alex is sinds een jaar of drie in de ban van
collodiumfotografie, ook wel 'natte plaat fotografie'genoemd, een
19e eeuws procédé. "Digitaal werd me op een gegeven moment
te voorspelbaar", zegt hij. "Ik wilde weer echt zélf
iets maken, back to basics."
Het is hier niet de plaats om uit te leggen hoe een en ander in
zijn werk gaat. Maar het volstaat om te zeggen dat ik vlak voor de
opname een harde steun in mijn nek kreeg en dat ik toch wel een
seconde of vijf stil moest zitten turen in de lens van een enorme
grote houten platencamera.
Dat gedwongen stilzitten verklaart natuurlijk mede waarom
mensen op 19e eeuwse foto's bijna allemaal zo ernstig kijken. (Ik
zelf schrok later van de droeve blik in mijn ogen toen ik het
mooie eindresultaat zag). Maar zelfs op foto's van na de Tweede
Wereldoorlog zie je vaak nog dat mensen strak in het gelid staan
als ze op de foto gaan. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar deze
vrouw. Ik kan me niet voorstellen dat ze zich prettig voelde.
Maar waar staat ze eigenlijk? Op de achtergrond is een groot
gebouw te zien dat ook geen vrolijke gedachten oproept. Een
klooster misschien? Een inrichting? Er komen wel meer vragen bij
me op. Waarom heeft de fotograaf haar eigenlijk willen
fotograferen? Zelf had ze er niet om gevraagd, denk ik. Zelfs niet
als ze eerst haar mooiste kleren aan had mogen doen. Of waren dit
haar mooiste kleren?
Daar staat ze dan, moederziel alleen. Midden op de foto. Maar
dat lag aan de fotograaf.