Uit de voeten

Die zondagmiddag zal ik nooit vergeten. We dachten kleiduiven te gaan schieten achter de theetuin van Berkelmans. Maar toen we aankwamen riep Jo ons naar binnen. "We hebben hier een gast te logeren die kan kaarten mee zonder handen", zei hij 'n beetje plat. "Kom maar eens kijken, ge weet niet wa ge ziet."

Ik had eigenlijk geen zin om nou al het café in te gaan, maar was wel nieuwsgierig geworden. We moesten in het toneelzaaltje zijn achter de bar. En daar op het podium zag ik twee heren van wie de ene zijn schoenen heel brutaal op tafel had gelegd. Nee, nog erger, zag ik toen ik dichterbij kwam: zijn blote voeten. "Zal ik maar delen?" vroeg de ander, die een merkwaarig pothoedje droeg. "Da's goed", zei de ander. En alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, nam hij de kaarten aan met zijn rechtervoet en begon ze met de grootste tenen van zijn linkervoet te rangschikken.

Nu pas vielen me de omlaag hangende mouwen van zijn fluwelen jasje op. "Hij heeft geen armen", fluisterde mijn maat. "Zie je die pantoffels? Dat is natuurlijk om makkelijker uit de voeten te kunnen." Alsof de man in kwestie het flauwe grapje ook gehoord had, keek hij geamuseerd het zaaltje in waar ondertussen meer mensen waren komen kijken omdat de kerk net uit was.

"Beginnen we?"vroeg de armloze en met een sierlijk boogje legde hij zijn eerste kaart op tafel.

Het viel me nog mee dat Jo Berkelmans geen entree had gevraagd. Maar hij deed die middag wel goede zaken.