Een verloren zondagmiddag

 

Het beloofde een mooie dag te worden toen we ons op weg begaven naar de duinen. We hadden alles bij ons voor een lekkere picknick. En voor de eerste keer had ik ook mijn fotocamera meegenomen. Veel foto's had ik er nog niet mee gemaakt natuurlijk, twee rolletjes van 12 elk om precies te zijn. Maar genoeg om met sluitertijd en diafragma te kunnen werken en zelfs met de zelfontspanner. Het scherpstellen ging me goed af, wat toch het belangrijkste is. Eén foto vond ik zelfs heel geslaagd omdat de bloemen op de voorgrond zo mooi afstaken tegen de vage achtergrond. Maar mensen had ik nog niet geprobeerd. En Lenie zou m'n eerste 'proefkonijn' zijn.

Lenie kende ik ook nog maar kort. Ja, het was echt een tijd van nieuwe ontdekkingen doen en ik had er lang genoeg op gewacht. Eindelijk leek het leven wat leuker te worden.

Tegen de tijd dat we bij de bosrand waren waarachter de duinen lagen, was het zo warm geworden dat ik mijn colbertje uitdeed en zelfs mijn mouwen opstroopte. Lenie's armen kwamen mooi uit in haar mouwloos truitje. Ik kreeg al zin om mijn fototoestel uit te pakken. Maar we liepen eerst een tijdje tot we een plek vonden waar we rustig met ons tweetjes konden zitten. Alleen in de verte zag je nog mensen.

Na het eten van een appel stelde ik voor wat foto's te maken. Tot mijn schrik reageerde Lenie niet zo enthousiast. Eerst maakte ze nog een grapje dat ze 'niet hield op een kiekje'. Maar al snel bleek ze gewoon een hekel te hebben aan fotograferen. De meisjes op kantoor die er speciaal voor naar de kermis gingen vond ze maar aanstelsters om niet te zeggen dellen. Natuurlijk, er waren uitzonderingen, zoals bij een foto voor je paspoort of wanneer je ging trouwen.

Tja, trouwen, zo ver waren we natuurlijk nog lang niet. Het was vervelend om voor de eerste keer iets bij Lenie te ontdekken wat me ronduit tegenviel. Ik kreeg prompt kwaaie zin. Maar om het niet te laten merken pakte ik mijn fototoestel en zei dat ik dan in elk geval een foto van de mooie ongerepte duinen wilde gaan maken, een eindje verderop.

Ik beloofde hooguit tien minuten weg te blijven. Maar dat viel in slechte aarde. En opeens zei ze: "Och, maak die foto dan ook maar, als het maar niet te lang duurt." Ze stemde zelfs in met een foto waar we beiden op zouden staan. Beter gezegd: zouden zitten. Want ik had al een kuil gezien die heel geschikt was voor zo'n foto. Gelukkig vond ze het geen bezwaar om met haar zondagse rok in het zand te zitten - dat viel me weer mee.

Ik liet haar dus plaats nemen in de kuil en installeerde mijn camera op de tegenover liggende zandrand. Toen ik door de zoeker keek, zag ik een ontevreden gezicht. Maar kwam dat ook niet door de zon? Ja, het licht was erg scherp en ze moest een beetje tegen de zon inkijken. Ik wilde echter geen tijd verliezen, al blij dat het al zo ver gelukt was. Dus na het instellen van de zelfontspanner sprong ik in de kuil en wist nog enigszins mijn armen om haar heen te slaan - een gebaar dat helaas niet beantwoord werd.

Toen ik een maand later mijn rolletje ontwikkelde en de foto in de duinen zag, had ze het al uitgemaakt. Het eerste wat me opviel, was die ene hand op haar knie. Was ze misschien bang geweest dat haar rok op zou waaien? Ik zou het haar zelfs niet hebben durven vragen als ik de kans had gekregen.

Het was gewoon een verloren middag geweest.

Vraag me niet waarom ik de foto toch bewaard heb.