Honden vormen vanouds een dankbaar onderwerp voor
amateurfotografen. Vaak zie je ze op familiekiekjes zitten bij het
baasje, pootjes geven, meelopen, droevig uit hun trouwe ogen
kijken, een lik geven aan een kindergezicht, een balletje
opvangen, op de achterpootjes zitten, met een tak in een de bek
sjouwen, enzovoorts. En af en toe, misschien wel vaker dan we
denken, doen ze bij het maken van een foto net of ze ook lid van
de familie zijn - en gelijk hebben ze.
Een aardig voorbeeld werd me toegestuurd door Mieke-Nelie van
der Heijden. De Tilburgse is een achternicht van pater Henri
Rutten (1873-1904). Deze missionaris van het H. Hart kwam in 1904
jammerlijk aan zijn einde op het eiland Neu Pommern, een Duitse
kolonie in de Stille Zuidzee. Zoals zijn bidprentje vermeldde was
hij 'den marteldood gestorven onder de wilden van Nieuw- Pommeren'.
Vier jaar eerder had de toen 27-jarige missionaris zijn
geboortestad verlaten. Kort voor zijn vertrek ging hij op de foto
met zijn ouders, broers en zussen - én met het hondje van het
gezin.
Onder de titel 'De pater en zijn hondje' schreef Henri's
achternicht er de volgende tekst bij:
Fi moest ook per se op de foto, die dag in augustus 1900. Het
was een afscheidsfoto. Henri was de oudste van elf kinderen Rutten.
Vader en moeder staan er natuurlijk ook op: Jan en Mie. Trotse
ouders, trots op hun oudste die net priester is gewijd en naar de
missie in de Stille Zuidzee zal vertrekken. Zes weken met de boot
naar Oceanië, al een heel avontuur op zich. Ze wisten niet, of ze
elkaar nog ooit zouden zien! Daarom wilde Henri dat ook Fi, het
lievelingshondje van de familie, op de foto zou komen. Vlak voor
zijn kleine broertje Eduard, vijf jaar oud. Achteraan staat Henri
- in het midden met bril en baardje - met zijn zussen Cato en
Regien. Rechts broer David en links Jef. Zittend naast vader zus
Pieta met de hand van Cas liefdevol op haar schouder. Naast moeder
staat de kleine Stans van zeven en zus Em rechts zit op de hoek.
De foto werd later poste restante naar de missiestatie van
Henri gestuurd in Rabaul. Vele afdrukjes van de foto circuleerden
in Tilburg in de familie. Evenals kopieën van alle brieven die
Henri vanuit Rabaul schreef over zijn leven ver van Tilburg. Een
leven dat niet lang zou duren: in 1904 werd hij door ‘de wilden’
op het eiland in de Stille Zuidzee vermoord, met negen andere
zusters en paters.
In 2004 publiceerde ik bij gelegenheid van de 100ste sterfdag
van Henri Rutten een artikel in Tilburg. Tijdschrift voor
geschiedenis, monumenten en cultuur. Ook de hier besproken
afscheidsfoto liet ik erbij plaatsen. Maar eerlijk gezegd geloof
ik niet dat het hondje me toen opgevallen is. Heb ik het over het
hoofd gezien? Nee, dat lijkt me uitgesloten. Maar als ik nu naar
de foto kijk, zie ik voortaan op de eerste plaats het hondje.
Misschien komt dat ook omdat het dankzij de bijdrage van Henri's
achternicht een naam heeft gekregen. Wat ligt hij (of is het een
zij?) er mooi bij, zijn pootjes keurig vooruit, de oogjes op de
camera gericht, zo te zien een slim hondje. Inderdaad, een
volwaardig lid van de familie.
Ben toch benieuwd of het in die tijd eerder regel dan
uitzondering was dat ook honden mee op de foto gingen als er een
groepsportret gemaakt moest worden. Tegenwoordig zal niemand er
van opkijken.