Met dank aan meneer Van Dal


 

Waarom ik eraan begonnen ben, weet ik niet meer. Maar ik zat in het tweede jaar van mijn studie toen ik me opgaf om vrijwilligerswerk te doen bij een stichting die genoemd was naar een heilige. Welke heilige is me ontschoten; in elk geval was het er een die zich het lot aantrok van eenzame mensen. Wat me nog wel als de dag van gisteren bijgebleven is, is het gezicht van de pater die de stichting opgericht had en er nog steeds de scepter over zwaaide toen ik daar werkte. Het was geen aangenaam gezicht. Ik kreeg tenminste altijd kwade zin als ik hem aantrof in het kantoortje waar wij vrijwilligers ons werk verrichtten.

Wist ik toen al dat... – nee, dat gebeurde allemaal veel later toen ik al lang weer teruggekeerd was naar mijn geboortestad. Al had ik wel een vermoeden. Hoe dan ook, de stichting stelde zich ten doel om langdurig zieke mensen te bezoeken en had daarnaast een telefonische hulpdienst voor, zoals dat toen heette, mensen in nood. Misschien was het gewoon uit nieuwsgierigheid dat ik me opgaf voor die hulpdienst. Ik had toch genoeg tijd over naast mijn studie en verveelde me een beetje.

En zo zat ik elke dinsdagavond van acht tot elf op dat kantoortje van de stichting. Meestal kreeg ik wel een stuk of drie, vier telefoontjes, maar het kon ook gebeuren dat ik de hele avond zoet was met één beller. Mannen waren in de meerderheid. Ik meen ook dat pater Pompen het zo verordonneerd had dat we van vrouwen alleen de naam en het telefoonnummer moesten noteren in het logboek. Alleen in noodgevallen kon ik doorverwijzen naar een geheim nummer maar of dat van de pater was of van zuster Anna die daar ook werkte, heb ik nooit geweten. Het kon me ook niet schelen. (Tegenwoordig zou ik er anders tegenaan gekeken hebben).

Waar belden mensen voor? Voor van alles en nog wat. De eerste keer dat ik er zat kreeg ik zelfs een oude man aan de lijn die op zoek was naar 'een betaalbare tuinman'. Maar de meeste mensen die belden zaten, zoals de pater het uitdrukte, 'geestelijk diep in de put'. Ja, het waren soms loodzware gesprekken of juister gezegd: verhalen, want wat ik vooral deed – en dat was helemaal volgens de huisregels – was gewoon luisteren. “Mensen in nood zitten niet op je advies te wachten, Bertens'”, zei de pater ooit. “Als je maar naar ze luistert, als ze maar hun ei kwijt kunnen.” En daar had hij absoluut gelijk in.

Ik had al snel een vaste klant die bijna elke keer belde als ik net begonnen was met mijn avonddienst. Leo heette hij en het was niet makkelijk hem kort te houden. Leo mankeerde van alles al verdacht ik hem ervan een hoop ellende te verzinnen. Hij vertelde dat hij al meer dan vijftien jaar in bed lag en alleen hulp kreeg van zijn arme moeder die het ook niet meer aankon. De man gaf me steevast een machteloos gevoel: wat kon ik eraan doen?

Wat dat betreft had ik liever te maken met meneer Van Dal. Met hem had ik echt te doen. Hij belde niet vaak maar als hij belde verruilde ik de bureaustoel voor de canapé, stak een shagje op en liet hem eerst maar praten over wat dan ook. Ik stelde me hem voor als een kleine oude man die op zijn kamer naar buiten zat te kijken waar het langzaam donker werd. “Geen mens om mee te praten sinds mijn vader en moeder overleden zijn”, was een terugkerende zin. “Ja, behalve u dan, Maar ik wil u er niet te veel mee belasten. U bent nog jong en moet van het leven genieten.” En dan gaf hij allerlei adviezen, door hem levenswijsheden genoemd. Het eindigde er soms zelfs mee dat hij míj opbeurde en dat ik me als ik eenmaal de hoorn op de haak had gelegd een stuk beter voelde dan aan het begin van mijn avonddienst.

Het was ook aan meneer Van Dal te danken dat ik weer zin kreeg om van alles aan te pakken. Dusdanig zelfs dat ik aan het begin van mijn derde studiejaar besloot om een punt te zetten achter mijn vrijwilligerswerk. Tot teleurstelling van pater Pompen. “En ik maar denken dat er een goede priester in je school”, zei hij bij het afscheid met een zurig lachje. En volgens mij meende hij het nog echt ook. Akelige man – ik heb nog wel eens van hem gedroomd.


 


 

 

 

 

 

 

45.htm

45.htm