CuBra
Inhoud beroepen liedjes
Inhoud alle liedjes
Home
Inhoud dieren- liedjes
lnhoud feestliedjes
De scharensliep

Ben Hartman

Liedjes over beroepen - De schoenpoets verkoper

Elke week een nieuwe aflevering op maandag met muzieknotatie

De schoenpoetsverkoper

Muzieknotatie zie hieronder

 

De Blinkmasjel (de schoensmeerverkoper).

In het nu volgende kluchtlied speelt een schoensmeerverkoper een belangrijke rol!

Een trotse dame is zeer kieskeurig bij het zoeken naar een minnaar, het moest een rijke man zijn die bovendien veel talen moest kunnen spreken.

Ze had al verschillende vrijers gehad maar geen was er goed genoeg om mee te trouwen.

De afgewezen vrijers staken de koppen bij elkaar en zouden de hoogmoedige dame eens beet nemen.

Een schoensmeerverkoper moest zich voordoen als een rijke jongeman en haar het hof gaan maken.

De dame trapte erin en trouwde met hem.

Maar de grap begon toen de schoensmeerverkoper de dag na de bruiloft zijn handelswaar ging verkopen aan de deur van zijn bruid, zij herkende hem echter niet.

Hij werd door haar weggejaagd omdat anders haar ‘man’ dat wel zou doen. Hierop antwoordde de schoensmeerverkoper dat híj haar man is en toen kwam zij er achter dat ze bedrogen was, hierop bloosde ze wel vijf kleuren!

 

Alvorens te tekst te publiceren moet ik de titel van het lied: ‘De Blinkmasjel’ nader verklaren.

Met ‘blink’ wordt hier schoensmeer bedoeld; zo is een blinkborstel een schoenborstel volgens van Dale.

‘Masjel’ en ‘Mesjal’ zijn verbasteringen van het Franse woord voor koopman/venter: Marchand.

Verderop zien wel zelfs het woord ‘Blinkmaarschalk’opduiken!

 

Ik heb twee optekeningen van het lied gemaakt.

Mevrouw Schelle-Habraken uit Udenhout zingt over een Blinkmasjel, en mevrouw Heessels- van Maaren uit Schijndel heeft het over een Blinkmesjal.

 

Ik laat eerst de tekst volgen van mevrouw Schelle-Habraken.

De melodie noteerde ik vanaf de veldopname van Schelle-Habraken, gemaakt in 1977, en wat blijkt: er komt weer een prachtige melodie tevoorschijn, heel vlot en heerlijk om bij te zingen!

Let op: couplet 4 en 7 zijn 4-regelig; bij het zingen zijn wat regels weggevallen, door een slordigheidje of gewoon omdat mevrouw Schelle- Habraken ze niet meer herinnerde.

 

1.

Wat is hier laatst gezongen, een kluchtje van ’t fortuin

Heel aardig uitgevonden van een juffrouw trots en rijk

Gene minnaar kon haar den trouw behagen

En zij wou gene man als met drie of vier talen

Daarbij nog rijk van goed en edel van geslacht

De hoogmoed en de glorie stond zo diep in haar gedacht.

 

2.

Zij had er reeds verscheiden met blauwe schenen gaan

Al die daar kwamen vrijen, gene ene stond haar aan

Als die met grote haat elkander kwamen spreken

Zij hielden samen raad om haar den trouw te wreken

Zij kenden daar ene gast, een schone Blinkmasjel

Hij sprak verscheidene talen uit het Spaans en Franse land.

 

3.

Hij was een frisse jongen, ze maakten hem meneer

Op een schoon paard gesprongen trok hij naar deez’ juffrouw weer

Dan kwam hij daar in het Spaans om het woord van trouw te vragen

Dan weer in het Italiaans zijn rede voor kwam dragen

Dan sprak hij weer in het Vlaams zijn rede goed en fijn

Als hij geen Brabants praatte dacht madam, dat zal hij zijn.

 

4.

Ze dronken een fles wijn, toen gingen ze naar de stad

Die heren kenbaar maken als dat hij het jawoord had

Ze hielden drei dagen feest met de heren aan die smeer

Madam was vol glorie met hare rijke miljonair

 

5.

Na deez’ drie vrolijke dagen is hij stil weggegaan

Zijn kleren weg gaan dragen, trok zijn blink kabet? weer aan

Hij is met zijn mand met blink al naar het kasteel getreden

Alwaar hij leuren ging, de meid sprak buiten reden

Zeg smeerlap maakt u voort, maak u terstond van hier

Meneer zal thuis gaan komen en die jaagt u van de poort.

 

6.

Ach meisje, ge bent bedrogen en wat spreekt gij hier zo stout

Uwe heer staat voor uwe ogen, ik ben met de madam getrouwd

Madam ze hoort het van ver, zij kreeg wel vijf kleuren

Dat hare miljonair daar met den blink kwam leuren

Zij sprak, ik ben bedrogen maar wat mij niet en schild

Het komt mij toegevlogen van die ik nooit heb gewild.

 

7.

Maar het is toch gedaan en ik zal hem exomeren?

Als mijne echte man, daar zal niets aan mankeren

Ik heb geld en goed genoeg als menig land en stad

Dat ik niet kan verteren of ik dertig levens had.

 

8.

Zij maakt hem schone kleren, zo trots als ene heer

Hij pronkt als andere heren, wat een groot fortuin is dat

Van ene Blinkmasjel, een man van grote prachten

Het schoonste dat hierna haar eerste vrijers lachten

Ze spraken: deez’ fier madam heeft nu voor haar ene man

Een edelman gekregen die den blink Frans eren kan?

 

Bij nader inzien blijkt de liedtekst, genoteerd in 1907, in het liedschrift van de moeder van mevrouw Heessels- van Maaren, Maria den Otter uit Bokstel (zo staat het letterlijk in het schrift) veel gelijkenis te vertonen met de tekst van een los liedblad.

 

Op de website ‘Het geheugen van Nederland’ vond ik het lied, afgedrukt op een los liedblad en daar is de titel heel verrassend: ‘Een nieuw lied van den Blinkmaarschalk’.

KLIK HIER om die pagina te bezoeken - KLIK DAAR op Inhoudsopgave (u verlaat CuBra) 

 

Ik laat nu de tekst uit ‘Bokstel’ volgen maar heb zelf de coupletten ingedeeld. Maria den Otter was wel al begonnen met een coupletindeling maar gaandeweg het schrijven kwam ze er achter dat het niet klopte en schreef de tekst verder op zónder coupletaanduiding.

 

1.

Er is weleer gezongen van een klucht onlangs niet klein

Heel aardig uitgevonden van een dame trots en fijn

Er was geen een die den trouw van haar kon halen

Of ’t moest een rijke zijn, een man sprak 7 talen

En daar bij rijk van goed en edel van geslacht

Den hoogmoed en glorie stond zo diep in haar gedacht.

 

2.

Zij had er al verscheiden met blauwe schenen gegaan

Veel die daar kwamen te vrijen maar geen een die stond haar aan

Haar vrienden kwamen samen om met elkaar te spreken

Zij hielden samen raad om het elkaar te wreken

Zij kenden ene gast heel proper in zijn vak

Hij sprak verscheiden talen maar liep met ’n schoensmeerbak.

 

3.

’t Was een flinke jonkman, ze maakten van hem een heer

Hij is op een schoon paard gesprongen, zo reed hij naar de juffrouw teer

Hij kwam daar in het Spaans haar liefde vragen

In ’t Italiaans ging hij ’t jawoord vragen

Dan sprak hij weer in ’t Frans,zijn rede goed en fijn

De Hollandse juffrouw dacht, dat zal wel enen rijke zijn.

 

4.

Zij hield de schoensmeerdrager voor ene rijke gast

Zij maakten door ’t jawoord zeker hare minnaar vast

En heeft zijn lieve bruid al bij de hand vastgenomen

Het is met haar alras voor kerk en wet gekomen

Zij dronken een fles wijn en zo ging hij naar de stad

De heren kenbaar maken dat hij het jawoord had.

 

5.

De grap is aangevangen, het kon niet blijven bestaan

Het moet het anders, om weer naar zijn lief te gaan

Des anderendaags is hij in een rentkasteel getreden

Maar toen de meid hem zag, toen sprak zij met reden

Maakt u weg van hier, smeerlap maak u voort

Mijnheer zal aanstonds komen en die jaagt u van de poort.

 

6.

Gij moogt me hier niet jagen, sprak hij nu tot de meid

Ik ben de man der jonkvrouwen die heeft mij geen kwaad gezeid

Dees jonkvrouw stond van verre en kreeg wel 50 kleuren

Omdat haar man verkocht de schoensmeer langs de deuren

(de volgende twee regels ontbreken in het liedschrift en heb ik overgenomen van het los liedblad!)

Hij sprak bonjour madam, kent gij dan niet uw man

Wilt hier de trouwbrief lezen, die niet makere? kan.

 

7.

Dees jonkvrouw stond verlegen maar heeft haar woord gestaan

En sprak tot spijt van velen, ja tot deze slimme klant

‘k heb geld en goed genoeg, voegt u bij andere heren

En gij zult kunnen gaan bij andere verkeren

En zo heeft die schoon madam gekregen voor haar man

Een edel blinkmesjal die den blink wel maken kan.


De schoenpoetsverkoper