CuBra
Inhoud Dierenpark
Inhoud Speciale Bijdragen
Home
CuBra rubriek van Nicole van Dijk

U kunt bijdragen

Klik hier om een e-mail te verzenden 

Schriftelijke reacties

 

Van Wim via Ben van de Pol

 

In de oorlogsjaren was het verboden om duiven te houden. Een in de Trouwlaan wonende oom van Wim wilde zijn beestjes echter niet wegdoen en timmerde op zijn zolder een kooi waarin hij ze onderbracht. Zijn kleine kinderen vormden echter wel een probleem. Als die zich op school lieten ontvallen dat ze thuis duiven hadden, zou dat wel eens ter ore kunnen komen van de verkeerde mensen en dan had je de poppen aan het dansen. Deze oom slaagde er echter in zijn kinderen in te prenten, dat die beestjes op zolder muizen waren. Als ze op school vertelden dat ze op zolder muizen hadden, zou men dat maar heel gewoon vinden, want iedereen had daar last van.

Op zekere dag werden de kinderen van die oom ter gelegenheid van een of andere feestelijke gebeurtenis samen met een aantal neefjes en nichtjes door een tante meegenomen naar het Tilburgs Dierenpark. In de dierentuin stond een duiventoren. In de ren rond de voet liepen wat cavia's rond en het bovenste gedeelte van de toren was tot een soort volière omgebouwd met daarin een aantal duiven. De Duitsers hadden deze duiven dispensatie verleend, want de vogels zaten in feite opgesloten en konden er niet uit ontsnappen. Je kunt nu wel raden wat er gebeurde. De kinderen van de duivenmelker riepen toen ze bij de toren aangekomen waren om het hardst: "Kijk eens, tante, wat een hoop muizen daarboven!"


Familie Spijker

 

Mijn vader is 93 jaar, hij heeft vele jaren gewerkt als vogelkooienontwerper bij Jan van Dijk in de Stedekestraat te Tilburg. Hij is toen voor zichzelf begonnen onder de naam firma  "JAMIE", dat zijn de eerste letters van Jan en Miet, de voornamen van mijn vader en moeder. Wij maakte (ik moest als oudste zoon al vroeg in de zaak gaan werken (14 jaar) vogelkooien. De bekende lopers waarin vogeltjes vervoerd werden hebben wij duizenden gemaakt voor de firma van Dijk, Bisschop Aelenstraat. Ik kan mij nog goed herinneren dat er elke zondagmorgen gebeld werd door Nico of Harrie, of de kleine Nic, de boekhouder van de firma van Dijk, dat we snel wat lopers moesten maken om vogels naar Duitsland te laten vervoeren. Dat waren lopers die een geheim vakje hadden. Vóórin zaten prulvogeltjes, en achter in het geheime vakje zaten parkieten, die in Duitsland vanwege de papegaaienziekte niet ingevoerd mochten worden, dus smokkelen te top. Wij waren zo goed bevriend met de familie van Dijk, dat ze zelfs op onze verjaardagen kwamen en omgekeerd. Mijn vader kan zich nog als heden ten dage herinneren hoe het allemaal is ontstaan. Hij kan zich nog volledig voor de geest halen dan Jan Krijn, (misschien een scheldnaam), als voorman bij Mannaerts schoenfabriek werkte, en in zijn vrije tijd zeer vele kanaries had zitten in de St. Jansstraat of Houtstraat. Hij had een methode om deze te selecteren op hun kwaliteiten als zangvogel. Verder waren wij elke week een geziene gast in het Tilburgs Dierenpark.

 

Volgens mijn vader is daar de basis gelegd richting Tilburgs Dierenpark.


Familie Postelmans - van Beerendonk

 

Nu is het zo dat mijn opa Tinus.van Beerendonk jaren lang bij de Firma .van Dijk heeft gewerkt.Wij hadden thuis zes kinderen en een dag naar de dierentuin was dan ook wel erg duur.Mijn opa had het volgende voor ons geregeld wij werden thuis voor de deur opgehaald jawel met een bus van de dierentuin die normaal werd gebruikt om vogels apen en misschien nog wel andere dieren te vervoeren.Wij zaten op de bodem van de bus en gingen zo richting de dierentuin.Wij gingen niet langs de ingang naar binnen ,maar ergens achter door.Ik denk ook weer waar normaal de dieren naar binnen en naar buiten gingen ,en zo werd de entree uit gespaard en konden wij toch ook gezellig een dag daar vertoeven.In die tijd was het ook nog gebruikelijk dat in Tilburg ik denk met drie koningen er een optocht door de stad ging.Mijn opa liep daar in mee als kameel drijver met een echte kameel.Ik heb daar als kind foto,s van gezien,en ook nog geprobeerd die te achter halen ,maar dat is me helaas niet gelukt.Mijn eigen ouders zijn inmiddels ook al overleden en er is nog een oom en een tante v.Beerendonk in leven maar helaas zijn die niet meer in staat om me verder te helpen.Die oom was Jan.van.Beerendonk en ook hij heeft jaren bij de Firma.v.Dijk gewerkt.Meestal bij de verzorging van de vogels en als ik me goed herinner zaten er ook wel een apen daar .Een zijstraat van de Hoefstraat als ik het goed heb.Als mijn opa zzzZondags naar de firma was geweest en wij daar op visite waren had hij altijd bananen bij zich vvor de klein kinderen.Die waren natuurlijk ook voor de apen bedoeld,maar ze smaakte ons ook erg goed.Ook waren bij mijn opa en oma altijd wel opgezette dieren in huis.Wat ik nog heel goed weet was een pinguin een aap en allerlei vogels.Een van deze opgezette dieren staat nu nog in verzorgings huis Het Laar.Daar woont mijn Ome Jan.


 

Johan Remmers

 

Als snotneus van een jaar of 8- 9 heb ik met een schoolvriendje (Jos van Hamond) en mijn broers diverse jaren na schooltijd 'gewerkt' in 'het Vogelhuis en Apenhuis' aan de Bisschop Aelenstraat. Kees Janssen en Rob Haans zijn twee medewerkers van die tijd die ik me nog heel goed kan herinneren. Zowel Kees als Rob waren vooral te vinden bij in 'het Vogelhuis'. Als doorgewinterde dierenliefhebber vond ik het prachtig om daar te zijn. Meteen na schooltijd werden de schoolkleren vervangen door een broek en een shirt welke zo ongeveer stijf stonden van de  bijzondere vogeltjeslucht en al hetgeen wat er nog meer gewoon was in zijn werkomgeving. Fascinerend vond ik het elke keer weer als er een nieuwe zending tropische vogels, of andere dieren binnen kwam in 'lopers' (zo werden de vervoerskisten genoemd war de dieren in zaten) die afgevuld waren met vogels met de meest mooie kleuren. De bodem van zo'n kist lag vaak bezaaid met een centimeter of vijf voer, aan de voorkant onder het gaas hingen van klei gebakken drinkbakjes waarmee  de reis vanuit verre oorden naar Nederland moest worden overbrugt. Heel vaak ging dit goed en werden er vogels, hagedissen, schilpadden of andere dieren in goede gezondheid uit hun benarde reisverblijf gehaald. Soms echter was het één doffe ellende en had er van de vaak tientallen tot honderdtallen (meestal) vogeltjes die er in en loper zaten, niet één de reis overleeft. Harrie van Dijk was dan het meest furieus. Met zijn eeuwige caballero sigaret tussen de vingers werd er dan, na een blik over de levenloze kisten,  stevig gevloekt en geijsbeerd door de kantoorruimten. Je kon dan maar beter wat uit de buurt blijven. Geld kwijt en geen vogels. Dat was natuurlijk balen geblazen.  

 

Voor ons was het in die tijd indrukwekkend en spannend tegelijk. Massa's dieren om je heen waar je de kooien van mocht schoonmaken, losvliegende vogels die gevangen moesten worden tussen de verblijfskooien door, het voeren van producten die bij ons thuis alleen met bijzondere dagen op tafel kwamen en soms kreeg je wel eens wat mee naar huis. Daar hadden we immers ook een grote volière met van alles erin. Een agapornis die een teentje miste, een leguaan waar een puntje van zijn staart was of een enkele schildpad die alleen was achtergebleven. Na een weekje werken na school kreeg je dan of 5 gulden van Harrie van Dijk (een wekelijks terugkerend ritueel) of je kreeg zo'n beestje mee naar huis. Thuis aangekomen was men inmiddels gewend aan 'de eigen dierentuin' die zo ontstond.

 

In het apenhuis waren we niet veel te vinden. Met name vanwege de onvoorspelbaarheid van deze dieren mochten wij hier nooit alleen aanwezig zijn. Fascinerend vonden we het als je dan eens een orang oetang of een jonge bruine beer op schoot kreeg als de verblijfsruimten schoongemaakt moesten worden. Harrie (zijn achternaam ben ik kwijt) die als verzorger met name in het 'apenhuis' aanwezig was, had zoveel bezieling met deze dieren. Hij kon er mee lezen en schrijven.

Eén keer hebben we gigantisch op ons donder gekregen. Als jongens van 8- 9- 10 jaar werd er natuurlijk ookwel eens wat kattenkwaad uitgehaald. Op een bepaald moment had een maatje een pakje lucifers gevonden en zouden we een vuurtje gaan maken achter de opslagruimte bij het apenhuis. Dat bleek al snel niet zo'n goed plan. Een olietank die er waarschijnlijk tientallen jaren al voor de broodnodige warmte zorgden tijdens koude dagen, had er al jaren staan lekken met als gevolg dat de betonvloer doordrenkt was met olie. Een simpele kwajongensstreek werd daarmee bijna een drama voor het apenhuis en zijn bewoners. Niet alleen het bedoelde stapeltje kranten vatten vlam, maar in een mum van tijd stond de hele vloer in lichterlaaie. De te hulp geroepen Harrie en Rob wisten met zand e.e.a. snel te doven. Die week waren we verder de braafste jongetjes van de klas (en het vogel- en apenhuis) Harrie van Dijk, die door Harrie en Rob werd bijgepraat, moest ons natuurlijk (als directeur) ook nog even op het matje roepen. Na een stevige reprimande moest hij zich echter snel omdraaien omdat hij een opkomende lach niet kon onderdrukken. (Jeugdherinneringen misschien die bij hem boven kwamen drijven??

 

De dag dat het besluit werd genomen of Harrie van Dijk of een ander een safaripark mocht starten, staat me nog vers in het geheugen gegrift. Harrie kwam terug van een bespreking met de gemeente hierover en was meer dan hevig ontdaan. Nog nooit eerder heb ik hem zo teneergeslagen gezien. Voor zijn beleving was dat het begin van het einde. Niet snel daarna werden het Vogelhuis en het Apenhuis gesloten en overgeheveld naar het dierenpark zelf. De medewerkers vonden het maar niets. Van de oude vertrouwde gebouwen aan de Bisschop Aelenstraat naar nieuwbouw aan de Bredaseweg. Enkele jaren werden de activiteiten daar voortgezet en hebben wij nog mee mogen helpen. Wij vonden het prachtig, want konden nu ook regelmatig de andere beesten in het park bekijken in dag- en nachtverblijven en konden niet beseffen dat Hariie en zijn zonen met een worsteling bezig waren om het park overeind te houden.

De verkoop was voor ons op dat moment dan ook niet te begrijpen. Nog altijd denk ik met heel veel plezier en genoegen terug aan deze periode. Een tijd waarin mijn liefde voor alles wat groeit en bloeit voor een belangrijk stuk is gevormd.