Bekeer-ark

Ze hebben hem in een televisieprogramma weleens gevraagd of het geen godsdienstwaanzin is. Maar dat is het dus niet. Johan Huibers, aannemer te Broek op Langedijk, bouwt zijn eigen Ark van Noach om straks overal in den lande mensen te vertellen van Noachs verhaal (Genesis 6:5 tot 10:1), maar vooral ook van God. De immense boot, waaraan Huibers op een werf in Schagen de laatste hand legt, wordt zijn bekeer-ark. Tegen betaling van een paar euro entree wil Johan Huibers iedereen aanschouwelijk maken waarom het verhaal van Noach klopt en het evolutietheoriegedoe onzin is.
Huibers bouwt een ark die de helft kleiner is dan die van Noach: zeventig meter lang, negeneneenhalve meter breed en bijna dertien meter hoog. Maar in Schagen gebeurt dat wel in een jaar, waar er vijfduizend jaar geleden een eeuw voor nodig was.
Een weekje geleden ben ik er een kijkje wezen nemen. Maar erg toeschietelijk is de botenbouwer niet. Even binnen kijken is 'eigenlijk niet de bedoeling'. Maar als ik teleurgesteld weg wil lopen, vraagt hij gelukkig nog: “Kom je van ver?” Het antwoord verschaft me alsnog toegang. Maar voor een praatje heeft Huibers geen tijd, blijkt uit alles. Voor mij is het een kwestie van kijken, kieken en wegwezen.
Huibers' motieven mogen dan wereldvreemd zijn, dat maakt zijn project niet minder groots; en is de boot van buiten al kolossaal, binnen is het pas echt indrukwekkend. Midden in het schip, op de middelste van de drie verdiepingen, kijk je in een grote hal uit op de trappenhuizen met daarachter de 'stallen' voor de dieren (foto). 
"En van al wat leeft (...) van alles zult gij één paar in de ark brengen om het met u in het leven te behouden; mannetje en wijfje zullen zij zijn", zegt Genesis (6:19).
In leven te behouden tijdens de zondvloed.
Zo'n vijfduizend jaar geleden.
In zijn bekeer-ark wil Huibers ons er nog eens goed van doordringen.