Het Angelus
door: Thea van Blitterswijk

 

Geen heilige wordt hier bedoeld. Het nisbeeld stelt twee arbeiders voor die het werk onderbreken om het angelus te bidden. In de late Middeleeuwen ontstaat het gebruik om drie keer per dag, ‘morgens, ’s middags en ’s avonds, bij het luiden van de kerkklok even te knielen en drie verzen te bidden die aan het Evangelie zijn ontleend. Verzen die betrekking hebben op het geheim van de menswording van Christus. Na deze verzen wordt het Wees gegroet gebeden en dan volgt nog een slotgebed. In de Paastijd wordt het Angelus vervangen door het Regina Coeli, een Maria-antifoon die altijd staande wordt gebeden.

 

Het Angelusgebed stamt uit de 15e eeuw en was bedoeld als een gebed om vrede. Europa werd bedreigd door het gevaar van een Turkse invasie en Paus Callistus III vraagt in 1456 in een apostolische brief om dit Angelus te bidden voor Oost-Europa waar de dreiging het grootst is. In 1956 verwijst Paus Pius XII nog eens naar deze brief en op 17 november 1956 vraagt kardinaal Alfrink het Nederlandse volk om opnieuw het Angelus te bidden voor de volkeren van Oost-Europa. Het 500 jarig bestaan van het Angelusgebed valt in de periode waarin ook de Hongaarse opstand de gemoederen danig bezig houdt.


Ook al is het bidden van het Angelus wat in onbruik geraakt, het wordt op veel plaatsen nog steeds rond 09.00, 12.00 en 18.00 uur gebeden.

Het Angelus is een Bijbels gebed dat bestaat uit een aantal verzen ui het evangelie. In het eerste vers uit Lucas klinkt het antwoord van Maria op de boodschap van de Engel Gabriel. Het tweede vers komt ook uit Lucas en hierin klinkt hoe Maria zich overgeeft aan Gods wil. Christen-zijn en Christus ontvangen, dat is wat God van ons verlangt en Maria is ons daarin als voorbeeld. Het derde vers is uit het evangelie van Johannes. Christus zelf is het vleesgeworden Woord en daarmee belijden wij dat Christus God én Mens is. IN het vierde vers smeken wij Maria onze voorspraak te zijn en in het afsluitende gebed wordt de Menswording van Christus in verband gebracht met zijn lijden, sterven en verrijzenis. Tussen de verzen door wordt steeds het Wees Gegroet gebeden.

 

Angelus betekent ‘Engel des Heren’. Het gebed luidt als volgt:

 

R:        De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt;

Allen:   En zij heeft ontvangen van de heilige Geest.

R:       Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met U.
Gij zijt de Gezegende onder de vrouwen
en gezegend is Jezus de vrucht van uw schoot.

Allen:   Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons zondaars,
nu en in het uur van onze dood. Amen

R:        Zie de dienstmaagd des Heren;

Allen:   Mij geschiede naar uw woord.

R:        Wees gegroet, Maria……..

Allen:   Heilige Maria, Moeder van God…..

R:       En het Woord is vlees geworden;

Allen:   En Het heeft onder ons gewoond.

R:        Wees gegroet, Maria……..

Allen:   Heilige Maria, Moeder van God…..

R:        Bid voor ons, heilige Moeder Gods,

Allen:   opdat wij de beloften van Christus waardig worden.