In de jaren 50
had bijna elke auto een wollen plaid in de auto, bij voorkeur eentje van
Aabe. Aabe, voluit ' De Koninklijke AaBe
wollen stoffen en dekenfabrieken', was voortgekomen uit Beka en bestond
vanaf
1816.In
de topdagen had de fabriek zo'n 1250 werknemers in dienst. In Tilburg waren er tal van
textielfabrieken. In de jaren '50 werd de stad gepromoot als ' Tilburg
Wolstad.Door
de jaren heen sloten er steeds meer bedrijven de deuren. Na het oprichten van de EEG in 1957 nam
de handel binnen Europa toe en verdwenen er allerlei handelsbelemmeringen.Ook van buiten Europa nam de
concurrentie toe. De geïndustrialiseerde landen kregen te
maken met invoer van goedkope textiel uit ontwikkelingslanden. Reorganisaties, overnames en fusies
konden het tij niet keren: de meeste textielfabrieken hielden er in de
jaren '60 en '70 mee op. Fabrieken gingen dicht, machines werden verkocht
of verschroot, en arbeiders verloren hun baan. Bij sommige grote fabrieken, zoals Van
Heek & Co. in Enschede, stonden in één klap 2000 mensen op straat.Aabe kon echter het hoofd vrij lang
boven water houden.Gedurende de
jaren '80 en '90 hadden zij zich gespecialiseerd in het fabriceren van
technische meubelstof en brandwerend textiel voor de luchtvaart. In 1996 ging Aabe failliet. Er werd een doorstart gemaakt onder de
naam Aabe Textiles BV, maar ook dit bedrijf ging september 2008 failliet. De aanslag in New York in 2001 op de
Twin Towers had uiteindelijk ook voor de doorgestarte Aabe financiële
consequenties.