|
Huize Zionsburg in Vught Van 1189
tot 1192 vindt de derde kruistocht plaats. Ook deze leidt tot vele
gewonden en zieken onder de koene ridders en voetvolk. Om deze getroffenen
goede hulp te kunnen bieden richtten de inwoners van Bremen en Lübeck
in augustus 1190
een veldhospitaal in. Deze daad
beschouwt men als de stichting van de zogenaamde Duitse Orde, voluit de
Fratres Domus Hospitalis Sanctae Mariae Teutonicorum. Deze geestelijke
ridderorde strijkt later op vele plaatsen in Brabant neer, zo ook in
het oude centrum van Vught. Op een flinke lap grond bouwt men het
commandeurshuis van deze orde. Als in 1543 de Gelderse roofridder Maarten van Rossum er achter komt dat de inname van 's-Hertogenbosch geen haalbare kaart is, haalt hij zijn gram door heel Vught plat te branden. Ook het commandeurshuis overleeft deze daad niet. Tot 1663 blijft de overgebleven ruïne staan. In dat jaar wordt het landgoed gekocht door een zekere Cornelus Kuchlinus voor de lieve som van fl. 5000,- . De onderaardse gang is het enige dat overblijft van de erfenis van de Duitse Orde, hij bouwt een landhuis dat de naam Zionsburg krijgt. Het landhuis zag er uit als onderstaande tekening uit het tweede kwart van de negentiende eeuw.
Dit eerste Zionsburg blijft
staan tot 1882 en zal in die lange tijd vele eigenaren kennen. In dat jaar
koopt Johan Lodewijk Marggraff het behoorlijk vervallen pand inclusief
tuinmanswoning met stal en schuur, weide- en landbouwgronden voor een
bedrag van fl. 51.650,- . Van 1882 tot op heden is het landgoed in het
bezit van de familie Marggraff. Een familie van juristen, bekend om hun
fervente strijd tegen overheid, kerk en een ieder die tegengestelde
belangen dacht te hebben. Het familiebezit bestond buiten Zionsburg uit
vele stukken land in Brabant en Gelderland. Vooral onder het bewind van de laatste bewoner van Zionsburg, Ewald Marggraff ging het landgoed erg achteruit. Om zo weinig mogelijk belasting te hoeven betalen was het van belang dat het landgoed in een zo slecht mogelijke staat was. Op onderstaande foto's kunt u de situatie zien rond de laatste eeuwwisseling.
Een brand in december 2003 maakt een einde aan de bewoning van Zionsburg. De brand is zo heftig dat de tachtigjarige Ewald Margraff net te laat is om zich te redden. Net achter zijn voordeur komt hij om het leven samen met zijn vaste kompaan, de hond Fokkie. Nu is het landgoed in handen van zijn drie zusters, die plannen hebben de ruïne te laten restaureren. In ieder geval hebben ze voor elkaar gekregen dat hun broer Ewald begraven is op zijn eigen landgoed. Zionsburg is een trieste ruïne. Je kunt nog goed zien hoe mooi het geweest moet zijn. Het park er om heen is sterk verwaarloosd. Alleen het tuinmanshuis staat nog redelijk fier overeind. Zionsburg is niet geopend voor publiek. Han van Meegeren, april 2005 Bronnen: 1: "Het landgoed
Zionsburg en zijn eigenaren", door Mieke Kolster en Han Peek,
Vughtse Historische Reeks deel 8, 2003, uitgave Boekhandel Brabant ISBN 90
801564 9 3
|