CuBra
INHOUD TILBURGSE WOORDEN
HOME

Print Pagina

Copyright 2009

CuBra

 

Klik hier om een bijdrage te mailen over het kaartspel

Hieronder: kaarten uit het historisch kaartspel van Brabant, samengesteld door Anton van Duinkerken

KLIK HIER OM HET VOLLEDIGE BRABANTSE KAARTSPEL TE ZIEN OP CUBRA

 

TILBURGSE WOORDEN door Ed Schilders

 Durspeule (doorspelen, kaarten in de nieuwjaarsnacht)

Een traditie die bijna geheel verloren is gegaan, is het zogenaamde 'durspeule'. 'Doorspelen' betekende zoveel als 'de hele avond, nacht en ochtend van 31 december op 1 januari samen doorbrengen met kaartspel'. Het doorspelen werd hooguit om middernacht even onderbroken door een smakelijke maaltijd (konijn of erwtensoep), waarna de kaarten weer geschud werden en de borrels volgeschonken. Rikken, jokeren, klaverjassen en hoogjassen waren de populairste spelsoorten. Zwikken was vooral een mannenspel.

Met deze traditie, en met het kaartspel als volksvermaak in het algemeen, zijn veel bijzondere woorden en kaarttermen verbonden, en uitdrukkingen die ons iets vertellen over het competitie-element. Uit de Tilburgse bronnen daarover heb ik het volgende kleine 'kaartlexicon' samengesteld.

 

  Muziekje erbij? Luister naar Tony Ansems met 'Ha'k mar unne joker gehad' van de cd 'Tilburgse liekes - American Style'. Bedien zelf de knoppen...

Meer liedjes van Tony Ansems op CuBra... KLIK HIER

 

Aanvullingen in ROOD: 8 januari 2008, door Ab van Ham, Carina de Beer, en Huib Vierling

 

Abbendaans Alle slagen

Bod bij het rikken: alle dertien slagen bieden. Uit het Franse 'abondance' = overvloed. (Verbunt) Ook als 'avvendaans'. In Hilvarenbeek 'abbendons' (Naaijkens)

In Oost-Brabants: affendans: negen slagen bieden (C. en J. Swanenberg)

Afkôope Afkopen

'Mee 'n troefkaort ne slag afkôope. Met een troefkaart 'n slag afkopen.' (Naaijkens) - Tegenwoordig zeggen we 'aftroeven'.

Aonslèùter Aansluiter Een kaart die men kan wegleggen bij kaarten die al uitgelegd zijn op tafel. Bijvoorbeeld bij het jokeren. Op tafel ligt, bijvoorbeeld, harten 3, 4, 5. Dan kan daarbij harten 2 of harten 6 aangesloten worden.
Aos Aas 'Meej aoze kunde nie maoze = met azen kun je geen 'misère' spelen.' (Verbunt; Spapens; P. van Beek) Bij het rikken. 'Misère' betekent in dit spel dat de speler geen enkele slag haalt. Met een aas in de hand is dat schier onmogelijk. Waarom juist 'mazen' gebruikt wordt in de uitdrukking is, afgezien van de rijmdwang, niet meer duidelijk. Mogelijk werd bedoeld dat het aas te grof is voor het verfijndere 'mazen'.
Aawehoere Praatjes verkopen

'As aawehoere troef was hòlde gij meej gemak aacht slaoge...' (Verbunt) Te veel praten bij het kaarten, vooral ter verklaring waarom een bod niet werd gehaald.

'"Auwoeren troef - schuppen aos uitspeulen!" viel er weinig fijn uit de mond van een hartstochtelijke kaartspeler, die een einde wilde maken aan het gekeuvel en geklets van zijn ploeggenoten.' (P. van Beek)

Blôot Bloot

''n Blôote kaort hèbbe' wil zeggen dat men van een bepaalde kleur maar één kaart heeft.' (Naaijkens)

'En blôote vrouw speule, den boer derop èn dan meej en klèntje terugkoome'. (Verbunt) 

Durspeule Doorspelen Zie inleiding. Ook: 'Van et aaw in et nuuw speule.' (Verbunt)
Hèèrtes Harten De kleur die men biedt als troef
Hèùpe Huipen 'Degene, die voorzichtig speelt, "zit te huipen", zo schrijft men ons. Dit zou dan weer een andere betekenis zijn, dan die welke wij aan "huiperd", waarover we hier reeds vroeger schreven, meenden te moeten toekennen. Een huiperd was immers 'n huichelaar of farizeeër.' (P. van Beek)
Hussele Husselen De kaarten schudden en eventueel door een ander laten 'afnemen' of 'heffen'. Daarmee wordt elke verdenking aan vals spel voorkomen.

Jooker

Joker De vrije jongen van het kaartspel. Inzetbaar voor elke andere kaart die de speler niet in handen heeft. In het door Anton van Duinkerken samengestelde Brabants Kaartspel is de joker niemand minder dan Pieter Breughel...

 

Kaoter Kater

'Met zulke kaarten kun je "ginne kaoter strikken" (geen kater strikken), eens geducht en met succes je slag slaan'. (P. van Beek)

Kepòtspeule Kapotspelen Alle slagen halen. Echter zonder dat dit bod (alle slagen) gedaan is.
Kleeveres Klaveren De 'kleur' die men biedt als troefkleur
Klippels  Klepels 'Kaarten als klippels hebben'. Mandos verklaart 'klippels' met 'knuppels', maar 'klepels' lijkt toepasselijker. Het betreft immers zeer goede kaarten waarmee de speler veel 'slagen' gaat halen.
Koej Koe In de uitdrukking: 'Dès mèn koej', gezegd als er een slag werd binnengehaald. (Verbunt)
Krêus Klaveren 'Ik gao nòr et krêus (geheimtaal: klaveren is troef)'. (Verbunt)
Leege kaorte Lege kaarten

Kaarten van 2 tot en met 10, dus zonder een enkel 'prentje' (boer, vrouw, koning of aas. 'Leege kaorte zèn mistal kaoj kaorte' (Verbunt)

'Wanneer iemand bij het kaartspelen geen enkel "prentje" in zijn handen heeft, wordt er wel eens gezegd: "Het ziet er zo leeg uit als in de Hapertse kerk." (...)  In de vergelijking kan men ook in de plaats van de Hapertse kerk "de Stiphoutse kerk" ontmoeten. De voormalige 18de eeuwse schuilkerk van Hapert bezat geen enkel beeld. Ook de kerk van Stiphout was vroeger zó armoedig, dat er geen beelden in voorkwamen.' (P. van Beek)

Lêege kaorte Lage kaarten Waar de grens precies lag tussen hoge en lage kaarten is nooit precies vastgelegd.
Ligge Liggen De kaart die gespeeld is, ligt onherroepelijk op tafel. 'Wè leej dè leej' (Verbunt). Vooral gezegd als een speler zich meteen na het uitspelen van een kaart wil bedenken.
Lummel Lummel '"Ge hebt nog een kans als er goei op de lummel liggen" wordt gezegd om aan te geven, dat er nog wel een mogelijkheid tot succes bestaat, als Fortuna tenminste een handje meehelpt. De uitdrukking stamt uit de wereld van het kaartspel. In onze stad en omgeving worden verschillende spelen met de kaart gedaan, zoals bijv. smousjassen, hoogjassen, pandoeren en nog wel andere, waarin de "lummel" een rol speelt. Die "lummel" bestaat uit een aantal kaarten, die de spelers in eerste instantie niet in handen krijgen, maar welke voorlopig na iedere "gift" op tafel blijven liggen. Er bestaat daarbij de mogelijkheid, dat een bepaalde speler zijn kaarten voor "de lummel" ruilt in de hoop, dat deze beter zijn dan die welke hij in de hand heeft.' (P. van Beek)
Miesèère / Mezjèère Misère (Frans) Het bod waarbij men bij het rikken aangeeft dat men geen enkele slag zal halen. Men moet dan dus zeer lage kaarten hebben.
Meléúr Malheur (Frans) In Oost-Brabant: speler heeft drie azen bij het rikken. (J. & C. Swanenberg)
Mie Mie (eigennaam) De vrouw in het kaartspel. Meestal voorafgegaan door de 'kleur' van de kaart; bijvoorbeeld 'Schuppemie', 'Schoppenvrouw'. 'Schuppemieje' is een apart kaartspel.
Moela ???? Tilburg. Iemand heeft drie azen en zegt 'Moela'. Dan mag degene die de vierde aas heeft de troefkleur bepalen. Zie ook troela.
Muuke Rijpen '"Ik laat mijn kaart muken" zei een speler en hij liet ze nog even op tafel liggen toen anderen die van "de eerste gift" al opraapten. "Muken" - men hoort ook "meuken" - dat wij hier al eens behandelden, is Middelnederlands en betekent zacht of rijp laten worden, bv. appels.' (P. van Beek) 'Muken' is dus een voorbeeld van de bijgelovigheid van kaartspelers: door de kaarten niet op te rapen als ze gedeeld worden maar te wachten totdat de hele 'hand' gedeeld is, zouden de kaarten beter kunnen worden.
Naatje pet Waardeloos Slechte kaarten krijgen of trekken. Luister naar het lied van Tony Ansems, hierboven.
Ongegaoierd Vergaren

'Sommige kaarters kunnen nogal eens tekeer gaan over de slechte kaarten, die ze in

handen krijgen. Ze zijn vaak zeer origineel in het uitvinden van krachttermen om uiting aan hun gevoelens te geven. Iemand zendt ons de uitdrukking "ongegaoierde kaort in z'n hand hebben". Dat zijn dan heel slechte kaarten. Mogen we hier aan "ongenadig slecht" denken??' (Van Beek) Zeker, maar niet wat betreft de etymologie van 'ongegaoierd'. Daarbij moeten we denken aan 'vergaren', 'bijeen brengen', dus kaarten die 'bij elkaar passen'. Vooral bij het spel jokeren komt het voor dat de kaarten van geen kanten op elkaar aansluiten qua kleur of numerieke volgorde. Bij het rikken wordt bewust niet al te heftig 'gehusseld' om de kans op een mooie trits kaarten te verhogen.

Ötlègge Uitleggen Kaarten op tafel leggen. Hetzelfde als 'op tòffel koome'. Bij jokeren dient men minstens 40 punten te hebben voordat men kan uitleggen. Niet te verwarren met 'ötspeule' of 'kepòtspeule'.
Ötspeule Uitspelen Bij jokeren: de kaarten uitleggen (op de kaarttafel) en wel zo dat het spel afgelopen is en daarmee gewonnen. Bij jokeren is het het mooist om alle kaarten tegelijk 'uit te spelen'.
Pergesticus Gebaar 'Toen iemand tijdens het kaarten een medespeler stilletjes een teken gaf, kreeg hij van een ander de waarschuwing: "Mok (maak) gin (geen) pergestikus". Moeten we hierin misschien het Franse woord "gestes" (gebaren) zien?' (P. van Beek) Dat lijkt te kloppen; meer in het bijzonder lijkt het woord afgeleid van het Franse 'par gesticuler', 'door gebaren te maken'
Pieke Pieken; uit Frans: Piquer Bij het rikken één slag halen. (Verbunt) In Tilburg ook 'pico'.
Plòtje Plaatje Boer, vrouw, koning (heer), aas
Prèntje Prentje Boer, vrouw, koning (heer), aas
Rêutes Ruiten De kleur die men biedt en die troef is.
Saoke Verzaken 'Opzettelijk geen troef bijspelen.' (Verbunt)
Schuppes Schoppen De kleur die men biedt als troef. Schoppen is waarschijnlijk afkomstig van 'scheppen', de spade waarmee geschept wordt; vergelijk 'spades' in het Engels
Seef Bier (?) 'Wie onbegrepen speelt, "speelt een ander van 't seef" of "leidt hem van het nest".' (P. van Beek) Van Beek verklaart 'seef' niet. Mogelijk wordt hier 'seve' bedoeld, de smaak van goed bier of goede drank.
Sòkke Verzaken

'Wie bij het spel "niet bekent", d.i. niet de kaart van de gevraagde kleur op tafel gooit,

"sokt", afkomstig van het werkwoord "sokken". Is men echter wat "deftiger" aangelegd, dan wordt er wel van "saken" gesproken.' (P. van Beek) Pierre van Beek heeft met zijn rubriek 'Tilburgs aal Plastiek' enorm veel dialect vastgelegd, maar hij was zelf geen dialectspreker. De uitroep 'ge sòkt!' of 'ge hèt gesòkt' komt niet van een werkwoord 'sòkke' maar is de dialectische, kort klinkende vervoeging van 'saoke', 'verzaken'. 

Takkebosse Takkenbossen

'Een kaartspeler, die zat te treuzelen met het op tafel leggen van een kaart, hoorde zich

door een ploegmaat toevoegen: "Allé, kaorten of takkebossen!" Daarmee werd hem te

verstaan gegeven, dat 't tijd werd met iets voor de dag te komen, ook al zou het gek of helemaal verkeerd zijn.'

Tòdde Todden, lompen, rommel 'Tòdde van kaorte'. (Verbunt; Spapens) Ook: 'toddezakken van kaorten' (P. van Beek)
Toepertoe Le tout pour le tout (Frans) In het Tilburgs heeft 'toepertoe' al lang niets meer te maken met kaartspelen. Het betekent tegenwoordig 'gulzig eten' en 'haastig drinken' of 'alles ineens'. Van oorsprong is de uitdrukking echter een kaartterm. Wie 'toepertoe' speelde, zette 'alles op alles'.
Tòffel Tafel De kaarten op tafel leggen. 'Op tòffel koome', kaarten 'uitleggen', 'wegspelen'. Beluister ook het lied van Tony Ansems, hierboven.
Troela ???? Een lokale spelregel bij het rikken. Iemand zegt 'Troela'. Daarmee geeft de speler aan dat hij drie azen heeft.
Vierderhaande Van: vier handen Vier verschillende kleuren in één hand. Slechte kaarten.
Vurhaand Voorhand 'Iemand die bij het kaarten links naast degene zit, die de kaarten gegeven heeft, "zit op de vurhaand" (voorhand) en is het eerst aan de beurt om te zeggen wat hij van plan is te doen.' (P. van Beek) 'Op de voorhand zitten' is meestal een nadeel in het spel. 'Op de achterhand' kan de speler afwachten.