CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
AUTEURS

PRINT

Cantecleer (ps. van Pierre van Beek) - columns

 redactie: Ben van de Pol

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 13 september 1940

 

 

De heide

 

Mijn gedachten blijven vandaag weer haken aan de heide, waarvan ik u, terloops, al eens eerder sprak. Ik heb ze geranseld met de zweep - niet de heide maar die gedachten! - doch ze zijn als een nukkig paard, dat wel steigert maar zich niet tot verder gaan bewegen laat. Ge moet het mij maar niet kwalijk nemen: waar het hart van vol is, loopt de mond van over. En gij praat me toch ook wel den heelen dag door over uw duiven, uw zaken, uw boeken, uw schilderijen, uw gedichten, uw liefde en uw idealen!...

Mijn hart hangt aan de hei omdat ge er zooveel groote dingen ziet. De hei is de draagster van de eeuwige jeugd, waardoor ge zelfs des winters in haar den zomer vindt... Ze is het symbool van de oerdegelijkheid doordat ze zich niet bezig houdt met fratsen, tierlantijntjes, zotternijen of modegrillen maar altijd zichzelve en... een dame blijft. Vooral ziet ge dat tegen het zomereind, zoodra ze haar schort vóórbindt van simpel paars. Een would-be madame behoeft ge dat - gesteld, dat gij verkooper waart in een manufacturenwinkel - niet aan te preeken want voor dezulken is eenvoud een weinig begeerd goed en zeker niet een kenmerk van het ware...

Op de hei leeft de idylle van de nijvere bijenwereld, van den konijnenberg en van den scheper met zijn schapen, die toch minstens uw fantasie hier dolen laat indien hij er zelf niet meer mocht zijn. Op de hei leeft ook de romantiek met het avontuur. Het avontuur van den mensch en van het dier. De smokkelaar gaat er zijn geheime sluipwegen in het donker van den sterrenacht als iedere eenzame dan 'n mensch wordt met den zwarten mantel en de loerende oogen van den kommies. Op ditzelfde uur schiet de stoute strooper den haas of het konijn in den bundel van zijn lichtbak, vecht hij soms met den even kloeken jachtopziener, die den wilddief roekeloos bespringt. Dan spelen zich de drama's af in het groot, welke zich iederen dag herhalen in het klein wanneer de bunzing of de wezel zich bloeddorstig vastbijt in den nek van het konijn.

Misschien, dat gij het nog niet wist, maar op de hei is ook de stilte met de ingetogenheid getrouwd. Sinds hun huwelijksdag wandelen die beiden hier arm in arm, loodrecht onder den hemel. Dat is dichtbij want op hemelsbreedte ligt nog altijd de kortste weg. Dit geldt voor de banen van verkeer, voor u en voor mij... En is het tenslotte ook niet op de hei, dat gij de jacht naar uw idealen ziet? Een goede hei immers teekent haar eind met de violette streep, waar zij den luchtkoepel te schragen schijnt. Ge zoudt dat wonder willen raken doch als ge komt op de plaats, waar gij het wist, dan is het u vooruit gegaan met denzelfden tred, waarmee uw schaduw naast u schreed. Zoo spreekt uit de hei uw onvervuld verlangen, dat u werken en strijden doet, uw heele leven lang...

 

CANTECLEER