CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
AUTEURS

PRINT

Cantecleer (ps. van Pierre van Beek) - columns

 redactie: Ben van de Pol

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 3 december 1940

 

 

Rijp

 

Op den hoek van iederen dag houdt een verrassing de wacht. Daaronder treft ge schoone en leelijke gezichten! 't Is alleen van de eerste, dat ik spreken wil, wijl ik er zelf zoo pas nog een ontmoette en omdat ge de dingen, die vreugde aan de menschen geven, met nooit genoeg kaarsen vereeren kunt. Zoo stapte ik dezer dagen van mijn huis in den dag en bevond me plotseling op een bruiloftsfeest. De rijp bleek rondgegaan over de wereld en had heel stil dit feest gearrangeerd. Gearrangeerd voor u en mij en alle andere menschen. Doch mijnheer de Rijp leeft een beetje buiten den tijd en daarom weet hij niet, dat de menschen het zoo druk hebben met veel voorname zaken. Zoo waren maar weinigen gekomen. Wat ik erg sneu vond voor mijnheer de Rijp!... Wel honderd bruiden trof ik op het feest want iedere boom en iedere heester was zoo'n bruid in het tooverachtig kleed van het allerkostbaarst grijs, dat ge soms ook in de wolken vindt. De natuur had de winden stilgezet, de pit van de zon diep ingedraaid, de luidruchtige musschen in retraite gestuurd en zij zelf, die toch voor geen klein wonder groote oogen maakt, zat met ingehouden adem toe te zien.

Door zooveel zonderlinge plechtigheid wordt zelfs ook een mensch geraakt. Daarom gelooft ge zeker wel, dat ik op het tuinpad ging met porseleinen voeten alsof het een vloer was in een onaardsch paleis van glas. Toen heb ik de kleine conifeertjes, welke hun rug keerden naar den muur, als lollige pinguïns begroet omdat zij alleen een witte borst zoo fier naar voren staken... Ik zag de agressieve hulst naast de goedaardige rhododendron met al hun blaadjes kunstig-fijn omkranst... Ik zag het kale hout verleidelijk besuikerd staan zoodat ge de ranke steeltjes al voelde knappen in uw mond. En tusschen al die weelde in hingen de spinnen hun handwerkjes ten toon. Waarom had men mij nooit eer verteld, dat er zooveel spinnen haar kant te klossen zaten in mijn tuin? Waarom wist ik het niet eer, dat ook zij met de rijp te zaam de feeënsnoeren weefden aan het ijzeren hek? Waarom?... Waarom?... Ge moet niet zooveel vragen als ge in een zilveren wereld staat. Grijpt met uw oogen en uw hart al wat ge kunt want dit onverwacht geluk is van korten duur!

 

CANTECLEER