Nieuwe
Tilburgse Courant - woensdag 5 februari 1941
Woensdag
Als een glinsterende steen zit de
Woensdag gevat tusschen de andere dagen van de week.
Tenminste, zoo lijkt het mij! Voor u heeft de Woensdag
misschien een heel gewoon gezicht. Maar ieder mensch
draagt toch een "hobby" in zijn leven mee. Laat dit voor
mij de Woensdag zijn. Wanneer elk stokpaard zóó
onschuldig was, mocht gij een kaars ontsteken...
Den Woensdag zie ik gaarne in 't gareel.
Hij kijkt niet meer weemoedig naar den Zondag om, gelijk
ge dat steeds aan den Maandag merkt en trekt zich niets
van de dagen aan, die wachten om te worden ingelaten.
Hij is een dag, welke zijn eigen weg durft gaan, midden
door de week. Een dag, die de klaroen steekt van de
onafhankelijkheid, die in zijn lijf het heerlijk rhythme
van den arbeid weet en vol vrêe het hem geschonken leven
prijst.
Reeds des morgens staat hij op met een
"joechei!" in den mond, dat iedere taak tot een klare
vreugde maakt. Ge zoudt dat wellicht ook eens kunnen
probeeren! Des middags doet hij zingend zijn plicht en
des avonds telt hij daarvan de vruchten in zijn schoot.
Op Woensdag ook schijnt steeds de zon! Zooal niet op de
vlekken en dorpen en steden dan toch in de harten der
menschen die immer een luik naar den kant van den hemel
hebben openstaan als een kostbaren "kruiwagen" bij de
sollicitatie naar de goedbetaalde betrekking in dienst
van Onzen Lieven Heer. Ge kunt die zon natuurlijk ook op
andere dagen zien doch daarover spreek ik u thans niet
wijl ik enkel slechts van Woensdag schrijf.
Op Woensdag worden alle kinderen van 't
geluk geboren. Kijk maar eens om u heen! Op Woensdag
zingen de klokken van kerken uit zilveren kelen!... Op
Woensdag varen de wolken met zijden zeilen... Op
Woensdag vliegen de gedachten op vleugelen van goud naar
violette einders toe... Ge meent, dat ik u gekke dingen
zeg? Maar weet dan toch, dat Woensdag is mijn vriend en
wie den lof van een vriend verkondt blijft zelden
objectief. Zoo kunt ge wel eens verder gaan dan
eigenlijk verantwoord is...
CANTECLEER