Nieuwe
Tilburgse Courant - woensdag 19 februari 1941
Verbeelding
Er zit een musch te zingen in de haag.
"Zingen de musschen niet?" zegt u! Haha, gij houdt het
natuurlijk met de vinken, de merels, de lijsters en de
nachtegalen! Ik zal daar geen kwaad woord van spreken,
alleen moet gij mij gelooven als ik u zeg, dat het geen
kunst is prestaties van erkende meesters te waardeeren.
Met het aureool van hun reputatie als richtsnoer behoeft
ge niet bang te zijn uw neus te stooten. Kwaken in koor
is steeds de beste methode van
meedoen-zonder-op-te-vallen. En dat kan soms een
voordeel zijn, niet waar!...
Op dezen tijd van het jaar, nu Februari
nog een broek draagt met een beetje plooi, zingt ook de
musch. Zij zingt omdat er nog geen zangers zijn... Zij
zingt omdat ge toch een zanger wenscht... Dien zang kunt
ge alleen maar hooren met de ooren van de fantasie. De
fantasie, een wonderlijke macht, die aan de wereld en
het leven zooveel kleuren en geluiden schenkt als gij
dat zelf slechts wenscht.
Wie door de dreven der verbeelding
dwaalt, gaat door een land van altijd licht op nimmer
dorrend groen, dat, lijk een jongenshart, naar alle
einders openstaat. De verbeelding maakt van alle koper
goud... Geeft elke dofheid glans... Zet iedere droefheid
om in vreugd... Zij toovert hemelsche muziek uit de harp
van de zon of uit het ruischen van het riet... Draagt
doodgewoon geslepen glas in haar hand als diamant en
blaast aan doode stof een eeuwig leven in... Er zijn
menschen, die dit weten en menschen wien dit al
voorbijgaat. Laten de weters niet wonen in torens van
ivoor opdat eens de niet-weters weten zullen, dat zelfs
een musch, die eigenlijk maar sjierpt, evengoed ook
zingen kan...
CANTECLEER